Zwangerschapsverlof onderhevig aan wijzigingen!
Werkneemsters die arbeidsongeschikt waren tijdens hun zwangerschapsverlof, zagen zich vaak geconfronteerd met een verlies aan dagen postnataal zwangerschapsverlof. Op heden werd een wetsvoorstel aangenomen dat onder andere hiermee komaf wil maken.
Wat betekent dit nu concreet voor uw zwangere of reeds bevallen werkneemster?
Principe
Een zwangere werkneemster heeft recht op 15 weken moederschapsverlof. Dit moederschapsverlof bestaat enerzijds uit maximaal zes weken prenataal zwangerschapsverlof en anderzijds uit minimum 9 weken postnataal zwangerschapsverlof.
Het zwangerschapsverlof kan op vraag van de werkneemster een aanvang nemen 6 weken voor de vermoedelijke bevallingsdatum. De werkneemster is verplicht om minstens één week verplichte rust op te nemen voor de vermoedelijke bevallingsdatum. Daarna neemt de werkneemster haar postnataal zwangerschapsverlof op. Dit verlof bedraagt minstens 9 weken en kan verlengd worden met het geheel of een gedeelte van het facultatieve prenataal verlof.
Het nog niet opgenomen facultatieve prenatale verlof kan enkel opgenomen worden na de bevalling indien de werkneemster nog gewerkt heeft vanaf de zevende week die de effectieve bevallingsdatum voorafgaat.
De volgende afwezigheden worden op heden al gelijkgesteld met gewerkte dagen:
- Jaarlijkse vakantie;
- Verlof om dwingende redenen;
- Periodes van economische werkloosheid;
- Feestdagen.
Na publicatie van het wetsvoorstel wordt bovenvermeld lijstje uitgebreid met tijdelijke werkloosheid wegens overmacht, economische werkloosheid voor bedienden, arbeidsongeschiktheid en volledige werkverwijdering.
Deze nieuwe voorziene gelijkstellingen zullen bovendien al spelen vanaf 1 maart 2020.
Bron:
- Wetsontwerp tot wijziging van de periodes die plaatsvinden tijdens de voorbevallingsrust en in aanmerking kunnen worden genomen voor de verlenging van de nabevallingsrust.
Dit bericht delen: