Wordt er binnenkort getornd aan het heilig huisje van de vakantiereglementering?
Niettegenstaande de wetsvoorstellen elkaar op heden in ijltempo opvolgen, staan we graag even stil bij het volgend wetsvoorstel dat al uitgebreid in de media belicht werd.
Benieuwd welke wijzigingen er vooropgesteld worden? Lees dan even verder!
Mogelijkheid tot afwijken van vastgelegde collectieve vakanties
Indien u in uw onderneming een collectieve vakantieperiode wou vastleggen, moest er een beslissing genomen worden door het paritaire comité. Deze beslissing moet ten laatste tegen 31 december van het jaar dat voorafgaat aan het jaar waarin de vakantie wordt genomen, meegedeeld worden.
Indien er geen dergelijke beslissing genomen werd, kan de ondernemingsraad de data vaststellen. Bij gebreke aan ondernemingsraad komt deze beslissing toe aan de syndicale afvaardiging. Indien er geen syndicale afvaardiging is, moet er een akkoord afgesloten worden met alle werknemers.
Het wetsvoorstel voorziet dat u kan beslissen dat ondanks reeds vastgelegde collectieve vakantie in 2020, deze niet zou plaatsvinden. Hierover moet een beslissing genomen worden vóór 31 juli 2020 die het voorwerp uitmaakt van een akkoord binnen de ondernemingsraad of, bij ontstentenis, met de syndicale afvaardiging of, bij ontstentenis van deze laatste, met de werknemers.
Bij het vastleggen van een nieuwe vakantieperiode moeten de volgende regels gerespecteerd worden:
- Vakantie moet worden toegekend binnen de 12 maanden die op het einde van het vakantiedienstjaar volgen;
- Wanneer het om gezinshoofden gaat, wordt de vakantie bij voorkeur toegekend tijdens de schoolvakantie;
- Een ononderbroken vakantieperiode van een week moet in elk geval worden gewaarborgd.
Mogelijkheid tot overdragen van bepaalde extralegale vakantiedagen
Het wetsvoorstel voorziet eveneens dat in 2020 kan beslist worden om de op sector- of op ondernemingsniveau toegekende conventionele vakantiedagen over te dragen naar volgend jaar en uiterlijk op 31 december 2021 op te nemen. Deze overdracht moet vermeld worden in een akkoord binnen de ondernemingsraad of, bij ontstentenis, met de syndicale afvaardiging, of bij ontstentenis van deze laatste, met de werknemers.
In een schriftelijk onderling akkoord met de werknemer kan voorzien worden in een overdracht van maximaal 6 vakantiedagen.
Opnamemodaliteiten vakantie worden gewijzigd
Op heden bepaalt de vakantiereglementering dat een werknemer die 18 jaar oud is recht heeft op een ononderbroken periode van 2 weken vakantie tussen 1 mei en 31 oktober. Voor werknemers onder de 18 jaar gaat dit zelfs om 3 weken.
Het wetsvoorstel voorziet dat dit niet verplicht zou gelden tijdens het kalenderjaar 2020.
Bron:
- Wetsvoorstel DOC 55 1288/001 van 27 mei 2020 houdende uitzonderlijke en dringende maatregelen inzake jaarlijkse vakantie in het kader van de COVID-19-pandemie.
Dit bericht delen: