Wijziging verplichting woon-werkverkeer vanaf 1 juni 2024
De werkgever is verplicht om tussen te komen in de kosten voor het woon-werkverkeer bij het gebruik van openbaar vervoer. De werkgeverstussenkomst is verschillend naargelang de verplaatsingen per trein of alles behalve de trein gebeuren (tram, bus, metro, …).
De Nationale Arbeidsraad (NAR) heeft op 8 april 2024 CAO 19/11 gesloten die een aantal wijzigingen doorvoert aan de bestaande CAO 19/9.
Hierdoor worden vanaf 1 juni 2024 de bedragen voor de verplichte werkgeverstussenkomst voor het woon-werkverkeer aangepast.
Trein
Tot en met 31 mei 2024 wordt voor de tussenkomst voor het woon-werkverkeer per trein de bedragen van artikel 3 van CAO 19/9 gebruikt. Deze bedragen zijn sinds 1 juli 2019 ongewijzigd gebleven.
Vanaf 1 juni 2024 stijgen deze bedragen, doordat er een nieuwe tabel komt in artikel 3 (voorzien door CAO 19/11).
Deze nieuwe bedragen komen overeen met 71,8% van de prijs van de treinkaarten die van toepassing zijn geworden op 1 februari 2024 en zullen geldig zijn tot en met 31 januari 2025. Op 1 februari 2025 zullen ze opnieuw aangepast worden.
Nieuw! In de nieuwe tabel werden ook bedragen voor Flex Abonnementen opgenomen. De NMBS beschikte reeds een tijdje over een nieuw soort abonnement: het Flex Abonnement. De terugbetaling hiervan wordt nu ook voorzien in de cao van de NAR.
De werknemer kan kiezen tussen verschillende formules, waarbij telkens gebruik moet worden gemaakt van hetzelfde traject (hetzelfde vertrek- en aankomststation)
• Ofwel het Flex maandabonnement:
o 6 dagen per maand;
o 10 dagen per maand;
• Ofwel het Flex jaarabonnement:
o 80 dagen per jaar;
o 120 dagen per jaar.
Andere dan trein
De bepalingen zelf met betrekking tot het openbaar vervoer andere dan de trein veranderen niet. Er wordt nog steeds een onderscheid gemaakt tussen enerzijds prijzen die afhangen van de afstand van de verplaatsing en anderzijds eenheidsprijzen (ongeacht de afstand):
· Als de tussenkomst voorzien wordt op basis van de prijs volgens de afstand is een terugbetaling voorzien op basis van de tabel van artikel 3 CAO nr. 19/9 (tot en met 31 mei 2024), met als max. 75% van de werkelijke vervoersprijs. Omwille van de aangepaste bedragen in de tabel van artikel 3, stijgt de tussenkomst van de werkgever vanaf 1 juni 2024.
· Als er een tussenkomst voorzien is op basis van een eenheidsprijs, voorziet de regelgeving dat de werkgever 71,8% van de effectief betaalde prijs van bus, tram, metro terugbetaalt, MAAR met als maximum het bedrag in tabel art. 3 CAO nr. 19/9 (tot en met 31 mei 2024) voor 7 km. Omwille van de aangepaste bedragen in de tabel van artikel 3, stijgt het maximumbedrag mogelijks vanaf 1 juni 2024.
Privé vervoer
Aan de bedragen voor de tussenkomst van het privé vervoer wijzigt er niets. De nieuwe cao van de NAR voorziet uitdrukkelijk dat de sectoren die voor het privé vervoer verwijzen naar artikel 3 CAO 19/9, nog steeds de “oude” tabel van CAO 19/9 mogen toepassen. Zij zijn dus niet verplicht om vanaf 1 juni 2024 de hogere bedragen terug te betalen!
Bron:
· CAO nr. 19/11 van 8 april 2024, www.cnt-nar.be.
Dit bericht delen: