Welke regels in acht te nemen bij inzetten van coronasneltests?
Telethuiswerk blijft verplicht voor de functies waar het mogelijk is. Om de pandemie verder het hoofd te bieden wordt een belangrijke rol toegekend aan repetitieve coronasneltests op plaatsen waar telewerk niet mogelijk is.
De FOD WASO heeft een kader uitgewerkt waarbinnen sneltests in een ondernemingscontext door de preventiediensten afgenomen kunnen worden. Deze sneltests kunnen enkel met toestemming van de werknemer afgenomen worden.
De testresultaten mogen niet aan de werkgever meegedeeld worden.
Het gebruik van sneltests doet geen enkele afbreuk aan de verplichting om de preventiemaatregelen die opgenomen zijn in de generieke gids en de diverse sectorgidsen na te leven. Het afnemen van sneltests kan geen middel zijn om een afwijking te verkrijgen op de quarantaineverplichting.
Bovendien betekent een negatief testresultaat niet noodzakelijk dat de persoon niet besmet is.
De regels die nageleefd moeten worden zijn verschillend naargelang de sneltests al dan niet plaatsvinden in het kader van clusterbeheer.
Sneltest in kader van clusterbeheer
Beroep doen op sneltesten in kader van clusterbeheer kan enkel voor:
- Werknemers voor wie de arbeidsarts oordeelt dat een test noodzakelijk is om in de onderneming een (dreigende) uitbraak onder controle te houden, in het kader van clusterbeheer;
- Werknemers die gewoonlijk niet in België verblijven en hier slechts tijdelijk werkzaam zijn, en waarvan er minstens één symptomen vertoont of positief heeft getest op COVID-19, in het kader van clusterbeheer.
De arbeidsarts kan binnen dit wettelijk kader beslissen om alle werknemers of een deel van de werknemers op geregelde tijdstippen aan een sneltest te onderwerpen gedurende een door deze arts vast te stellen termijn. Deze termijn kan verlengd worden indien er besmettingen zijn vastgesteld.
Sneltest buiten het kader van clusterbeheer
Sneltests buiten het kader van clusterbeheer zijn enkel mogelijk indien de volgende voorwaarden vervuld zijn:
- De arbeidsarts neemt hiertoe de beslissing, desgevallend in samenspraak met de regionale gezondheidsinspecteur en/of de arts sociaal inspecteur van de AD Toezicht Welzijn op het werk, op basis van:
-
- het profiel van de onderneming;
- de aard van de activiteiten waarvoor tijdens de voorbije periode een hogere incidentie is vastgesteld;
- een verhoogde viruscirculatie in de regio: het gaat hier uitsluitend om de provincies waarvan de bevoegde overheid (Sciensano) heeft bepaald dat er sprake is van een verhoogde incidentie.
- De beslissing wordt genomen in overleg met de werkgever en met inachtneming van het sociaal overleg;
- Sneltests kunnen worden ingezet gedurende een welbepaalde, beperkte periode (bv. een maand), die verlengbaar is door de arbeidsarts mits motivatie;
- Sneltests kunnen alleen worden ingezet bij personen die aanwezig moeten zijn op de werkvloer (geen telewerkers);
- Sneltests kunnen enkel worden ingezet bij bepaalde categorieën werknemers, zoals bepaald door de arbeidsarts op grond van meerdere van de volgende elementen die in combinatie kunnen wijzen op een verhoogd risico op virusoverdracht. Denk hierbij onder meer aan het aantal contacten per dag, de variatie in de contacten en de nabijheid van de contacten voor het gewoonlijk uitoefenen van de functie.
Opleggen van sneltests door de arts-sociaal inspecteur
Onder bepaalde voorwaarden kan de arts-sociaal inspecteur van de FOD WASO de preventie-adviseur verzoeken om gedurende een door deze inspecteur vastgestelde periode op geregelde tijdstippen repetitieve tests te voorzien voor de aanwezige personen op de werkvloer.
Bron:
- Berichtgeving FOD WAO ‘Teststrategie: het inzetten van sneltests in ondernemingen’.
Dit bericht delen: