Wat heeft de taxshift nog voor u in petto?
Met de publicatie van de wet van 26 december 2015 houdende maatregelen inzake de versterking van de jobcreatie en de koopkracht werd het startschot gegeven voor de taxshift.
De taxshift beoogde een gedeeltelijke verschuiving van lasten op arbeid naar andere inkomsten teweeg te brengen.
De voorziene taxshift bestond uit drie verschillende fasen. Vanaf 2019 treedt de laatste fase van de voorziene taxshift in werking.
Ruimere belastingschijf van 40 %
Een verruiming van de inkomstenschijf van 40 % wordt voorzien vanaf inkomstenjaar 2019. Hierdoor zal een gedeelte van het inkomen niet meer belast worden aan 45 % maar aan het gunstiger tarief van 40 %.
Optrekken fiscale werkbonus
De fiscale werkbonus is een belastingvermindering die voorzien wordt voor werknemers met een beperkt loon die het recht openen op de sociale werkbonus.
De fiscale werkbonus zal vanaf inkomstenjaar 2019 opgetrokken worden naar 33,14 %.
Uniforme belastingvrije som
Elke werknemer geniet het voordeel dat een bepaald gedeelte van zijn inkomen niet onderhevig is aan belastingen.
Vanaf inkomstenjaar 2019 wordt het onderscheid tussen de algemene belastingvrije som en de verhoogde belastingvrije som, die gold voor lage en middeninkomens, vervangen door één uniforme belastingvrije som die geldt voor alle werknemers.
Formule structurele vermindering wijzigt gering
De tewerkstelling van bepaalde werknemers kan gepaard gaan met een RSZ-vermindering voor de werkgever. Om te bepalen of een werknemer het recht opent op deze structurele vermindering moet nagegaan worden of de werknemer behoort tot categorie 1, 2 of 3 van de structurele vermindering.
- Onder categorie 1 van de structurele vermindering vallen de werknemers die niet tot categorie 2 of 3 van de structurele vermindering behoren en vanaf het 2de kwartaal 2016 de werknemers van de Koninklijke Muntschouwburg en het Paleis voor Schone Kunsten tewerkgesteld onder arbeidsovereenkomst. Categorie 1 is met name de restcategorie.
- Onder categorie 2 van de structurele vermindering vallen de werknemers die tewerkgesteld zijn door werkgevers die onder het toepassingsgebied van de sociale maribel vallen met uitzondering van de werknemers tewerkgesteld bij een werkgever onder het paritair comité voor de diensten voor gezins- en bejaardenhulp en zij die worden tewerkgesteld in een erkende beschutte werkplaats;
- Onder categorie 3 van de structurele vermindering vallen de werknemers die worden tewerkgesteld in een erkende beschutte werkplaats.
Hierbij wordt nog het onderscheid gemaakt tussen het al dan niet verschuldigd zijn van de loonmatiging voor de werknemers.
Formule structurele vermindering categorie 1 aan beperkte wijzigingen onderhevig
De verschuldigde werkgeversbijdrage blijft behouden op 25 %.
De formule voor de structurele vermindering voor categorie 1 zal beperkte wijzigingen ondergaan vanaf 2019. De van toepassing zijnde formule voor de structurele vermindering voor categorie 1 wordt bijgevolg 0,1400 x (9.035,00 EUR – refertekwartaalloon).
Formule structurele vermindering categorie 2 wijzigt
De verschuldigde werkgeversbijdrage blijft behouden op 32,40 %. De taxshift is voor categorie 2 van de structurele vermindering immers niet deels gerealiseerd door een verlaging van de werkgeversbijdragen.
De van toepassing zijnde formule om te bepalen of een werknemer het recht op de structurele vermindering opent vanaf 2019 wordt: 49 EUR + 0,2557 x (7.590 EUR – refertekwartaalloon) + 0,0600 x (kwartaalloon – 13.249,80 EUR).
Formule structurele vermindering categorie 3 aangepast
Voor de werknemers die vallen onder categorie 3 van de structurele vermindering moet er een onderscheid gemaakt worden tussen de werknemers die vallen onder de loonmatiging en de werknemers die niet vallen onder de loonmatiging.
Voor de valide werknemers (de werknemers waarvoor de loonmatiging van toepassing is), geldt een bijdrage van 25 %. De van toepassing zijnde formule voor de structurele vermindering wordt 0 EUR + 0,1400 x (9.640 EUR – refertekwartaalloon).
Voor de mindervalide werknemers (de werknemers waarvoor de loonmatiging niet van toepassing is) blijft een bijdrage van 19,88 % verschuldigd. Voor deze werknemers kan u aan de hand van de volgende formule de grootheid van de structurele vermindering bepalen: 375 EUR+ 0,1785 x (9.035 EUR – refertekwartaalloon).
Bron:
- Wet 26 december 2015 houdende maatregelen inzake versterking van jobcreatie en koopkracht, BS 30 december 2015.
- RSZ-instructies aan de werkgever.
Dit bericht delen: