Vlaams beschermingsmechanisme voor uitbaters van discotheek, dancing, feestzaal, hotel erkend door Toerisme Vlaanderen, eventbedrijf, reisbureau of autocarbedrijf
Ondernemingen die actief zijn in sectoren die bij de aftrap van het Zomerplan nog steeds verplicht gesloten bleven of die geconfronteerd worden met aanzienlijke exploitatiebeperkingen omwille van de coronavirusmaatregelen, komen onder bepaalde voorwaarden in aanmerking voor het “Vlaams beschermingsmechanisme 10”.
Te vervullen voorwaarden
Het Vlaams beschermingsmechanisme wordt toegekend aan ondernemingen die op 1 juli 2021 discotheken, dancings, feestzalen, hotels, eventbedrijven, reisbureaus of personenvervoer via autocars exploiteren in het Vlaamse Gewest.
Onder bovenvermelde begrippen wordt concreet het volgende begrepen:
- discotheken en dancings: een uitgaansgelegenheid die bestaat uit een of meerdere zalen waar hoofdzakelijk gedanst wordt op muziek en die in de subsidieperiode verplicht gesloten was ten gevolge van de coronavirusmaatregelen
- feestzalen: een ruimte in een gebouw of aangelanden ervan, die tegen betaling ter beschikking wordt gesteld aan klanten voor het organiseren van feesten en waar hoofdzakelijk dranken en spijzen worden geleverd in eigen beheer of via een externe cateraar
- hotels: exploitatie van een toeristische verblijfsaccommodatie die voldoet aan de erkenningsvoorwaarden voor hotel van Toerisme Vlaanderen (de exploitatie voldoet aan de bijkomende openings- en uitbatingsvoorwaarden, vermeld in artikel 7 van het besluit van de Vlaamse Regering van 17 maart 2017 tot uitvoering van het decreet van 5 februari 2016 houdende het toeristische logies en heeft een erkenning verkregen voor de benaming, vermeld in het voormelde artikel 7, overeenkomstig artikel 6 van het decreet van 5 februari 2016 houdende het toeristische logies en artikel 18 van het voormelde besluit van de Vlaamse Regering)
- eventbedrijven: onderneming waarvan de hoofdactiviteit in de referentieperiode bestaat in het organiseren van events, feesten en voorstellingen of op contractuele basis de toelevering verzekeren van goederen of diensten aan deze organisatoren, al dan niet onder de vorm van verhuur. Hierbij is de hoofdactiviteit de activiteit die is opgenomen als activiteit in de Kruispuntbank van Ondernemingen onder de RSZ- of btw-NACE-code en die meer dan 50% van de omzet vertegenwoordigt in de periode van 1 juli 2019 tot en met 30 september 2019.
- reisbureaus: reisbureaus en reisorganisatoren die instaan voor het aanbieden en organiseren van reizen, waarbij onderdak en vervoer voor reizigers en toeristen worden voorzien, alsook het organiseren en regelen van reizen "op maat"
- personenvervoer via autocars: ondernemingen die door de exploitatie van autocars en autobussen personenvervoer verzorgen voor excursies en reizen
Deze ondernemingen moeten bovendien beschikken over de overeenstemmende RSZ- of btw-NACE-code in de KBO:
- NACE-code 56.302 – discotheek en dancing;
- NACE-code 56.210 en 56.290 – feestzaal;
- NACE-code 55.100 – hotel;
- NACE-code 79.110 en 79.120 – reisbureau;
- NACE-code 49.390 – personenvervoer via autocars;
- NACE-code 56.210, 77.392, 77.293, 77.294, 77.296, 90.022, 90.023 en 90.041 – eventbedrijf.
Meer informatie m.b.t. de ondernemingen die in aanmerking komen voor de subsidie vindt u hier terug.
Bovendien moeten deze ondernemingen een minimale omzetdaling van 60% hebben omwille van de coronavirusmaatregelen in de periode van 1 juli 2021 tot en met 30 september 2021 ten opzichte van dezelfde periode in 2019.
Onder een omzetdaling wordt begrepen de daling van de omzet, exclusief btw, ingevolge verminderde prestaties door exploitatiebeperkingen ingevolge de opgelegde coronavirusmaatregelen, dus niet door uitgestelde facturatie, op basis van de geleverde prestaties in de subsidieperiode van 1 juli 2021 tot en met 30 september 2021 ten opzichte van de overeenstemmende periode in 2019.
De geleverde prestaties in de subsidie- en referentieperiode worden aangetoond op de volgende wijzen:
- de btw-kwartaalaangifte of de btw-maandaangiftes. Ondernemingen die nog niet gestart waren in de referentieperiode tonen de prestaties in de referentieperiode aan door de verwachte prestaties, vermeld in het financieel plan;
- een bevestiging door een externe boekhouder, bedrijfsrevisor of accountant.
Let wel: indien de omzet in de hierboven vermelde referentieperiode abnormaal laag is omwille van uitzonderlijke omstandigheden, wordt rekening gehouden met een andere representatieve referentieperiode in 2019 of 2020. In de aanvraag motiveert men omstandig waarom men voor een andere referentieperiode kiest.
Afwijkende bepalingen worden ook voorzien voor startende ondernemingen.
Bepaalde ondernemingen worden uitdrukkelijk uitgesloten voor het recht op de subsidie. Denk hierbij aan ondernemingen die in ontbinding zijn of in toestand van faillissement.
Bovendien moet de onderneming ook open zijn om de steun te kunnen genieten. Een uitzondering hierop wordt voorzien voor de ondernemingen die verplicht hun zaak moesten sluiten ingevolge de maatregelen van het Overlegcomité vanaf 28 oktober 2020 en de daaruit voortvloeiende maatregelen van de bevoegde autoriteiten inzake burgerlijke vrijheid en de ondernemingen die binnen de periode van omzetdaling gesloten zijn wegens de normale jaarlijkse verlofperiode.
Concrete informatie m.b.t. de mogelijke uitsluitingsgronden van de maatregel leest u hier.
Omvang premie
De premie bedraagt 10% van de omzet, exclusief btw, in de periode van 1 juli 2019 tot en met 30 september 2019.
Let wel: de maximale subsidie voor de periode van 1 juli 2021 tot en met 30 september 2021 bedraagt:
- 22.500 EUR voor ondernemingen met een RSZ-tewerkstelling tot en met 9 werknemers;
- 45.000 EUR voor ondernemingen met een RSZ-tewerkstelling vanaf 10 tot 49 werknemers;
- 120.000 EUR voor ondernemingen met een RSZ-tewerkstelling vanaf 50 werknemers.
Het aantal werknemers wordt bepaald op basis van de personeelsklasse waartoe een onderneming behoort volgens de laatst beschikbare RSZ-personeelsklasse in de VKBO.
Let wel: de subsidie en de hierboven vermelde maximale subsidiebedragen worden gehalveerd voor zelfstandigen in bijberoep die in 2019 een beroepsinkomen hadden tussen 6.996,89 EUR en 13.993,78 EUR en die als loontrekkende maximaal 80% van een voltijdse betrekking tewerkgesteld werden.
Een startende zelfstandige die in 2019 geen volledig beroepsinkomen heeft, wordt gelijkgesteld met één van de bovenstaande gevallen gelet op het verwachte beroepsinkomen, vermeld in het financieel plan.
Aanvraag premie
De premie moet uiterlijk op 16 november 2021 voor 20 uur aangevraagd worden via de VLAIO-website. Hierbij wordt onder meer het ondernemingsnummer alsook de omzet, exclusief btw, zoals opgenomen in de btw-aangifte van het derde kwartaal 2021 en derde kwartaal 2019, vermeld.
Bron:
- Besluit van 10 september 2021 van de Vlaamse Regering betreffende het Vlaams Beschermingsmechanisme voor ondernemingen die een omzetdaling hebben ten gevolge van de coronavirusmaatregelen van 28 oktober 2020 en tot wijziging van artikel 9/1 van het besluit van de Vlaamse Regering van 20 maart 2020 over de corona hinderpremie, BS 12 oktober 2021.
Dit bericht delen: