Verenigingswerk anno 2022 in een notendop
Nadat het Grondwettelijk Hof het verenigingswerk in strijd achtte met het gelijkheids- en niet-discriminatiebeginsel, werd een tijdelijke regeling in 2021 in het leven geroepen.
Niettegenstaande de tijdelijke regeling inzake het verenigingswerk initieel enkel mogelijk was in de sportsector, werd het toepassingsgebied vanaf 8 mei 2021 verruimd. Dit stelsel liep tot en met 31 december 2021.
Een duurzaam wettelijk kader wordt vanaf 1 januari 2022 voorzien. Dit wordt gestoeld op het herziene artikel 17 van het RSZ-besluit.
Ontdek hieronder de krijtlijnen van de nieuwe regeling.
Toepassingsgebied
Toegelaten activiteiten
De werkgevers en activiteiten die onder de nieuwe artikel 17 vallen, zijn de volgende:
- het Rijk, de Gemeenschappen, de Gewesten, de bij de Rijksdienst voor sociale zekerheid aangesloten provinciale en plaatselijke overheidsdiensten, en de personen die zij tewerkstellen in een betrekking die arbeidsprestaties meebrengt, verricht:
- als verantwoordelijk leider, beheerder, huismeester, monitor of adjunct-monitor in de cyclussen voor vakantiesport tijdens de schoolvakanties, de vrije dagen of de gedeelten in het onderwijs,
- als animator van socio-culturele en sportactiviteiten tijdens de vrije dagen of daggedeelten in het onderwijs.
- bij wijze van inleiding, aanschouwelijke voordracht of lezing, die plaats hebben na 16u 30 of tijdens de vrije dagen of daggedeelten in het onderwijs.
- de VRT, de RTBF en de BRF alsmede de personen die, in hun organiek personeelskader opgenomen, daarenboven in hoedanigheid van artiest tewerkgesteld worden;
- het Rijk, de Gemeenschappen, de Gewesten, de provinciale en plaatselijke besturen, evenals de werkgevers georganiseerd als vereniging zonder winstoogmerk of vennootschap met een sociaal oogmerk waarvan de statuten bepalen dat de vennoten geen vermogensvoordeel nastreven, die vakantiekolonies, speelpleinen en sportkampen inrichten en de personen die zij als beheerder, huismeester, monitor of bewaker, alléén tijdens de schoolvakanties tewerkstellen;
- de door de bevoegde overheden erkende organisaties of organisaties die aangesloten zijn bij een erkende koepelorganisatie en die tot taak hebben socio-culturele vorming en/of sportinitiatie en/of sportactiviteiten te verstrekken, en de personen die buiten hun werk- of schooluren of tijdens de schoolvakanties door deze organisaties worden tewerkgesteld als animator, leider, monitor, coördinator, sporttrainer, sportlesgever, sportcoach, jeugdsportcoördinator, terreinverzorgers-materiaalmeester, lesgever, coach, procesbegeleider;
- de organisaties van de door de bevoegde overheden erkende amateurkunsten-sector of organisaties die aangesloten zijn bij een erkende koepelorganisatie, die personen tewerkstellen als artistieke of (kunst)technische begeleiders en lesgevers, coaches en procesbegeleiders en waarvan de prestaties geen artistieke prestaties zijn die al worden gedekt of in aanmerking komen voor de forfaitaire onkostenvergoeding;
- de inrichtende machten van scholen, gesubsidieerd door een Gemeenschap, en de personen die zij tewerkstellen als animator van socio-culturele en sportactiviteiten tijdens de vrije dagen of daggedeelten in het onderwijs;
- de inrichters van sportmanifestaties en de personen die zij uitsluitend op de dag van deze manifestaties tewerkstellen, uitgezonderd betaalde sportbeoefenaars;
- de organisatoren van socioculturele manifestaties en de personen die ze tewerkstellen voor maximaal 32 uren, te spreiden volgens de behoeften op de dag van het evenement en 3 dagen voor of na het evenement, met uitsluiting van artistieke prestaties die al worden gedekt of in aanmerking komen voor de forfaitaire onkostenvergoeding.
Let op: verbod op cumulatie met artikel 17 RSZ-besluit
Principe
Prestaties leveren in het kader van artikel 17 RSZ-besluit is verboden indien gedurende een periode van een jaar voorafgaand aan het begin van de prestaties werkgever en werknemer verbonden waren door een arbeidsovereenkomst, een statutaire aanstelling of een aannemingsovereenkomst.
Bovendien kunnen geen prestaties in het kader van artikel 17 RSZ-besluit geleverd worden indien de werknemer werd tewerkgesteld door de werkgever in het kader van een overeenkomst gesloten in toepassing van de wet van 24 juli 1987 betreffende de tijdelijke arbeid, de uitzendarbeid en het ter beschikking stellen van werknemers ten behoeve van gebruikers.
Uitzondering
Bovenvermelde cumulatiebeperkingen met artikel 17 RSZ-besluit gelden niet indien werkgever en werknemer in het jaar voorafgaand aan het begin van de prestaties verbonden waren door een studentenovereenkomst of een arbeidsovereenkomst die een einde heeft genomen ten gevolge van pensionering.
Daarnaast speelt het cumulverbod niet voor:
- de artistieke of kunsttechnische begeleider in de amateurkunstensector, de artistieke en de cultuur-educatieve sector;
- de verstrekker van opleidingen, lezingen, presentaties en voorstellingen over culturele, artistieke en maatschappelijke thema's in de socioculturele, cultuur, kunsteducatieve en kunstensector
die in het kader van een aannemingsovereenkomst die gesloten was tussen 1 januari 2021 en 31 december 2021 prestaties leverde. Dit geldt tot en met 31 december 2022.
Tenslotte zijn er geen cumulatieverboden met artikel 17 RSZ-besluit voor de VRT, de RTBF, de BRF en de personen die, in hun organiek personeelskader opgenomen, daarenboven in de hoedanigheid van artiest tewerkgesteld worden.
Na te leven modaliteiten
Afsluiten van een arbeidsovereenkomst
Om beroep te doen op een verenigingswerker moet een arbeidsovereenkomst afgesloten worden tussen werkgever en werknemer.
Verrichten van voorafgaandelijke Dimona-aangifte
VRT, RTBF, BRF en de personen die, in hun organiek personeelskader opgenomen, daarenboven in de hoedanigheid van artiest tewerkgesteld worden
De elektronische Dimona-aangifte moet voorafgaand aan elke dag van tewerkstelling gebeuren.
Verenigingswerk (m.u.v. VRT, RTBF, BRF en de personen die, in hun organiek personeelskader opgenomen, daarenboven in de hoedanigheid van artiest tewerkgesteld worden)
Een Dimona-aangifte in uren moet voorafgaandelijk aan de tewerkstelling door de werkgever gebeuren. Ieder begonnen uur moet aangegeven worden als een volledig uur.
Momenteel is de RSZ de aangiftetoepassing aan het aanpassen. Hierdoor zullen voor de prestaties die voordien (vanaf 1 januari 2022) geleverd werden met terugwerkende kracht Dimona-aangiften moeten gebeuren.
Voor de werkgevers die geen ander personeel tewerkstellen, en die dus tot nu toe nog geen Dimona aangiften hebben gedaan, zal de RSZ nog meedelen hoe deze werkgevers zich moeten identificeren om deze aangiften te kunnen doen.
Bovendien zal de RSZ een elektronische toepassing naar analogie van student@work terbeschikking stellen. Hier zou men onder meer het aantal gewerkte en resterend aantal uren kunnen raadplegen.
Geen DmfA-aangifte vereist
Aangezien de prestaties in het kader van verenigingswerk vrijgesteld zijn van sociale bijdragen, is geen DmfA-aangifte vereist.
Naleven bepaalde arbeidsrechtelijke bepalingen
Principe
De bepalingen van de wet van 3 juli 1978 betreffende de arbeidsovereenkomsten zijn globaal van toepassing op de verenigingswerkers (m.u.v. VRT, RTBF, BRF en de personen die, in hun organiek personeelskader opgenomen, daarenboven in de hoedanigheid van artiest tewerkgesteld worden) tenzij deze uitdrukkelijk uitgesloten worden uit het toepassingsgebied.
Uitzondering
Ontwerpwetgeving voorziet in de hieronder vermelde uitzonderingen op de wet van 3 juli 1978 betreffende de arbeidsovereenkomsten:
- Na te leven opzeggingstermijn bij ontslag door werkgever en werknemer
De in acht te nemen minimale opzeggingstermijn bij ontslag door de werkgever of werknemer bedraagt:
Anciënniteit werknemer |
Arbeidsovereenkomst voor onbepaalde tijd |
Arbeidsovereenkomst voor bepaalde tijd |
Minder dan 6 maanden |
14 dagen |
14 dagen |
Minstens 6 maanden |
1 maand |
1 maand |
De in acht te nemen opzeggingstermijn moet in de overeenkomst bepaald worden.
Een door de Koning algemeen verbindend verklaarde collectieve arbeidsovereenkomst kan voorzien in afwijkende opzeggingstermijnen.
- Geen recht op gewaarborgd loon bij arbeidsongeschiktheid wegens ziekte, andere dan een beroepsziekte, of wegens een ongeval, dat geen arbeidsongeval is of een ongeval op de weg naar of van het werk
Een verenigingswerknemer heeft geen recht op gewaarborgd loon in geval van arbeidsongeschiktheid wegens ziekte andere dan een beroepsziekte of wegens ongeval andere dan een arbeidsongeval of een ongeval op de weg naar of van het werk.
Een door de Koning algemeen verbindend verklaarde collectieve arbeidsovereenkomst kan voorzien in loon in deze situaties.
- Uitgesloten uit toepassingsgebied van collectieve arbeidsovereenkomsten die recht inzake opleiding regelen of loontoeslagen voorzien voor avond- nacht- en zondagsarbeid
- Uitgesloten uit toepassingsgebied bepalingen ‘investeren in opleiding – in kader van werkbaar en wendbaar werk’
Personen die tewerkgesteld worden in het kader van verenigingswerk openen geen recht op opleiding zoals voorzien in de Wet Werkbaar en Wendbaar Werk.
- Uitgesloten uit toepassingsgebied KB nr. 5 van 23 oktober 1978 betreffende het bijhouden van sociale documenten
Om de administratieve lasten tot een minimum te beperken valt deze tewerkstelling niet onder het toepassingsgebied van het KB nr. 5 van 23 oktober 1978 betreffende het bijhouden van sociale documenten.
Hierdoor moet er onder andere geen individuele rekening opgesteld worden.
Behandeling van inkomsten in kader van verenigingswerk
Sociale behandeling
De inkomsten die betaald worden in het kader van verenigingswerk zijn vrijgesteld van sociale zekerheidsbijdragen (zowel werkgevers- als werknemersbijdragen) indien de hieronder vermelde contingenten gerespecteerd worden:
Toepassingsgebied |
VRT, RTBF, BRF en de personen die, in hun organiek personeelskader opgenomen, daarenboven in de hoedanigheid van artiest tewerkgesteld worden |
Activiteiten verband houdend met sportinitiatie of sportactiviteiten die onder het toepassingsgebied van artikel 17 RSZ-besluit vallen (= sportsector) |
Restcategorie artikel 17 RSZ-besluit (= socioculturele sector) |
Grens/kalenderjaar bij één of meerdere WGs |
25 arbeidsdagen bij één of meerdere werkgevers Arbeidsdag = 8 uur |
450 uren |
300 uren |
Plafond 1ste, 2de en 4de kwartaal bij één of meerdere WGs |
150 uren |
100 uren |
|
Plafond 3de kwartaal bij één of meerdere WGs |
285 uren |
190 uren |
De activiteiten die verband houden met sportinitiatie of sportactiviteiten die onder het toepassingsgebied van artikel 17 RSZ-besluit vallen kunnen gecumuleerd worden met deze die vallen onder de restcategorie van artikel 17 RSZ-besluit. Er geldt dan voor alle activiteiten samen een plafond van 450 uren per kalenderjaar.
Fiscale behandeling
De ministerraad van 23 december 2021 keurde het voorontwerp van wet goed tot regeling van het fiscaal stelsel van de beloningen voor verenigingsactiviteiten.
Hierdoor zouden de beloningen voor verenigingsactiviteiten die vrijgesteld zijn van socialezekerheidsbijdragen in beginsel in de personenbelasting als divers inkomen aangemerkt worden en met 20% belast worden na een forfaitaire kostenaftrek van 50%.
Bij overschrijding van bepaalde uurgrenzen (cf. sociale regeling) of van een inkomensplafond zouden de inkomsten als beroepsinkomsten aangemerkt worden.
Op heden is het koffiedik kijken of de vooropgestelde fiscale regeling in werking zal treden. De Raad van State wees al op een mogelijke discriminatie met zelfstandigen die niet van een dergelijke fiscaal voordelige behandeling kunnen genieten.
Bron:
- Wetsontwerp van 7 februari 2022 tot wijziging van een aantal bepalingen betreffende artikel 17 van het koninklijk besluit van 28 november 1969 tot uitvoering van de wet van 27 juni 1969 tot herziening van de besluitwet van 28 december 1944 betreffende de maatschappelijke zekerheid der arbeiders;
- Koninklijk besluit van 23 december 2021 tot wijziging van een aantal bepalingen betreffende artikel 17 van het koninklijk besluit van 28 november 1969 tot uitvoering van de wet van 27 juni 1969 tot herziening van de besluitwet van 28 december 1944 betreffende de maatschappelijke zekerheid der arbeiders, BS 30 december 2021;
- Tussentijdse RSZ-instructies van 21 december 2021 ‘socioculturele sector en sport – aanpassingen artikel 17’;
- Berichtgeving ministerraad van 23 december 2021 ‘Verenigingswerk: fiscaal stelsel van de beloningen voor activiteiten’;
- Diverse media.
Dit bericht delen: