Verduidelijking afgeschreven bedrijfsfietsen: antwoord Minister van Financiën
We hebben je geïnformeerd over een nieuwe circulaire die je verplicht om de waarde van bedrijfsfietsen die ter beschikking worden gesteld aan je werknemers of bedrijfsleiders te vermelden op de fiscale fiche.
Een recent antwoord van de minister van Financiën verduidelijkt de situatie met betrekking tot "afgeschreven" fietsen.
Ter herinnering
De terbeschikkingstelling van een bedrijfsfiets is een voordeel van alle aard dat vrijgesteld is van socialezekerheidsbijdragen en van de berekening van bedrijfsvoorheffing, op voorwaarde dat je werknemer de fiets gebruikt om van en naar het werk te pendelen. Aangezien dat voordeel was vrijgesteld, moest het, tot nu toe, dus niet worden vermeld op de fiscale fiche van je werknemers en je bedrijfsleiders.
Op het vlak van de personenbelasting moet echter een onderscheid worden gemaakt tussen je werknemers of bedrijfsleiders die opteren voor de aftrek van de forfaitaire beroepskosten en zij die hun werkelijke beroepskosten bewijzen. Alleen werknemers of bedrijfsleiders die opteren voor de forfaitaire aftrek van beroepskosten genieten immers die vrijstelling.
Vanaf het aanslagjaar 2025 (inkomsten van het jaar 2024) moet het bedrag van het voordeel, hoewel de terbeschikkingstelling van een bedrijfsfiets vrijgesteld blijft van bedrijfsvoorheffing, worden vermeld op de fiscale fiches 281.10 (werknemers) en 281.20 (bedrijfsleiders). Die vermelding op de fiscale fiche geldt voor al je werknemers/bedrijfsleiders, ongeacht of ze al dan niet geopteerd hebben voor de forfaitaire aftrek. Het bedrag van het voordeel zal ook vermeld worden op de individuele rekening.
Antwoord Minister van Financiën
Tijdens een vraag-en-antwoordsessie in de Kamer beantwoordde de voormalige minister van Financiën een vraag over de vermelding van de waarde van afgeschreven bedrijfsfietsen (d.w.z. fietsen die langer dan 5 jaar ter beschikking worden gesteld) op de fiscale fiche.
Volgens de minister moet de waarde van deze bedrijfsfietsen op de fiscale fiche van de werknemer worden vermeld, ook al zijn ze volledig afgeschreven. De werknemer haalt immers nog steeds een voordeel uit de terbeschikkingstelling van die bedrijfsfiets.
De waarde van de fiets moet daarom worden vermeld op de fiscale fiche van de werknemer, ongeacht of de fiets al dan niet is afgeschreven. De voormalige minister geeft niet aan hoe de werkelijke waarde van de afgeschreven fiets berekend moet worden, het is dus aan jou om de werkelijke waarde ervan te bepalen rekening houdend met de feitelijke omstandigheden op dat ogenblik, zodat de waarde overeenkomt met de door de werknemers gerealiseerde besparingen.
Dit antwoord heeft geen invloed als de werknemer heeft geopteerd voor de forfaitaire aftrek van beroepskosten, aangezien het voordeel voor deze werknemers is vrijgesteld.
Bron:
- Circulaire 2024/C/22 over de vrijstelling van de fietsvergoeding en het voordeel dat voortvloeit uit de terbeschikkingstelling van een bedrijfsfiets, alsook over de beroepskosten verbonden aan het gebruik van de fiets voor woon-werkverkeer;
- Schriftelijke vragen en antwoorden, QRVA 007, 2 februari 2025, vraag nr. 122 van Wouter Vermeersch, p. 106.
Dit bericht delen: