Verdere uitrol IFIC in de federale privésectoren
Na de eerste IFIC-fase staat de 100% uitrol van het IFIC-barema in de federale gezondheidssectoren binnenkort voor de deur. In dit kader werd de ‘Cao van 31 maart 2021 betreffende de volledige invoering van een nieuw loonmodel voor de federale gezondheidsdiensten: IFIC’ afgesloten.
Toepassingsgebied nieuwe cao
De maatregel is van toepassing op de werkgevers en de werknemers van:
- de inrichtingen die aan de wet op de ziekenhuizen onderworpen zijn, met uitzondering van
- de autonome categorale ziekenhuizen (dit is elk ziekenhuis dat uitsluitend beschikt over een G-dienst (revalidatie van geriatrische patiënten) en/of een Sp-dienst (gespecialiseerde dienst voor behandeling en revalidatie) als vermeld in artikel 5, §1, I, eerste lid, 3° en 4°, van de bijzondere wet van 8 augustus 1980 tot hervorming der instellingen);
- de psychiatrische verzorgingstehuizen;
- de initiatieven van beschut wonen;
- de forensisch psychiatrische centra;
- de revalidatiecentra meer bepaald de instellingen waarmee het Verzekeringscomité van het Riziv op voorstel van het College van geneesheren directeurs, in uitvoering van artikel 22, 6° van de wet betreffende de verplichte verzekering voor geneeskundige verzorging en uitkeringen gecoördineerd op 14 juli 1994, een overeenkomst heeft gesloten en die niet vallen onder de toepassing van artikel 5, § 1, I, 5° van de bijzondere wet van 8 augustus 1980 tot hervorming van de instellingen;
- de diensten voor het bloed van het Rode Kruis van België;
- de thuisverpleging;
- de medisch-pediatrische centra;
- de wijkgezondheidscentra.
Let wel: het leidinggevend personeel cf. de wetgeving op de sociale verkiezingen en de artsen, met uitzondering van de artsen in de wijkgezondheidscentra, vallen buiten het toepassingsgebied.
Concrete invloed op verloning – te onderscheiden situaties
Om de concrete invloed van de tweede fase van de volledige invoering van het IFIC-loonmodel te bepalen, gaat men na in welke concrete situatie de werknemers zich bevinden.
A. Werknemer in dienst op 30 juni 2021
De werknemer kan opteren voor:
- ofwel het behoud van zijn bestaande loonvoorwaarden inbegrepen de hierbij bedongen toekomstige verhogingen;
- ofwel een overstap naar het IFIC-barema.
De werknemers die in de vorige fase al opteerden voor de overstap naar de IFIC-barema’s en de werknemers die na 30 april 2018 in dienst zijn getreden, hebben geen keuzemogelijkheid.
De keuze voor het IFIC-barema is onomkeerbaar.
Indien de werknemer opteert om het recht op het IFIC-barema niet te openen, blijven de bestaande loonvoorwaarden gelden.
Situatie 1: Werknemer wordt betaald volgens het IFIC-barema
Een werknemer die op 30 juni 2021 al betaald wordt volgens het IFIC-barema - omwille van zijn eerdere keuze of een indiensttreding na april 2018 - opent vanaf 1 juli 2021 automatisch het recht op het IFIC-barema voor de van toepassing zijnde functiecategorie.
Situatie 2: Werknemer wordt nog niet betaald volgens het IFIC-barema
Principe
De werknemer die al in dienst is op 30 juni 2021 maar nog niet betaald wordt volgens het IFIC-barema omwille van:
- het nog niet kiezen voor het IFIC-barema;
- een eerder gemaakte keuze voor het IFIC-barema (recht op IFIC-barema werd geopend) maar startbarema is momenteel nog steeds interessanter dan het IFIC-barema;
- het houder zijn van een premie Bijzondere Beroepsbekwaamheid (BBK) en/of bijzondere beroepstitel (BBT) en hierdoor uitgesloten van het keuzerecht
opteert voor het behoud van de bestaande loonvoorwaarden inbegrepen de hierbij bedongen toekomstige verhogingen, of de overstap naar het IFIC-barema.
Praktisch in acht te nemen modaliteiten
1. Informeren werknemer over keuzemogelijkheid
Uiterlijk op 1 juni 2021 informeert de werkgever de werknemer over de keuzemogelijkheid, met name het behoud van de bestaande loonvoorwaarden inbegrepen de hierbij bedongen toekomstige verhogingen of de overstap naar het IFIC-barema.
De IFIC-tool biedt een overzicht aan van het startbarema en het IFIC-barema dat ingaat vanaf 1 juli 2021. Een berekening van het cumulatief loon vanaf 1 juli 2021 over de resterende loopbaan dat de werknemer nog zou verdienen in elk van de beide barema’s wordt overgemaakt.
Hierbij vertrekt men van de baremieke anciënniteit op 1 juli 2021, de leeftijd van de werknemer, de wettelijke pensioenleeftijd, zijn arbeidstijd. Bij deze berekening veronderstelt men dat de werknemer in dezelfde functie blijft en effectieve prestaties levert tot het einde van zijn loopbaan.
Enkele praktische richtlijnen hierbij zijn:
- Indien aan de werknemer een hybride sectorale referentiefunctie wordt toegekend, kent men een maandloon toe dat samengesteld wordt pro rata de arbeidstijd die de werknemer besteedt aan elk van de sectorale referentiefuncties.
- Indien de hoogst geklasseerde sectorale referentiefunctie minstens 70% uitmaakt van de contractuele arbeidstijd van de werknemer, dan wordt de werknemer voor 100% van zijn contractuele arbeidstijd vergoed aan het IFIC-barema voor deze functie.
Let wel: indien vóór 1 juni 2021 beslist werd tot het beëindigen van een arbeidsovereenkomst van een werknemer en indien deze arbeidsovereenkomst eindigt voor 1 juli 2021 is deze informatieplicht niet van toepassing.
2. Werknemer maakt keuze schriftelijk bekend
De werknemer informeert de werkgever schriftelijk over zijn keuze om al dan niet in te stappen in de IFIC-barema’s binnen een maand (gerekend vanaf de datum van ontvangst door de werknemer van de voor het maken van zijn keuze noodzakelijke informatie die verstrekt werd door de werkgever).
Ingeval van laattijdige bekendmaking van zijn keuze, behoudt de werknemer zijn bestaande loonvoorwaarden. Hij opent het recht op het IFIC-barema niet.
Indien de werknemer kiest om over te stappen naar het IFIC-barema, wordt het IFIC-barema voor het eerst uitbetaald vanaf de betaling van het loon van de maand juli 2021.
Bijgevolg opent hij geen recht meer op:
- Een BBT/BBK;
- Een functietoeslag;
- Functiecompliment;
- Een haard- en/of standplaatsvergoeding.
Let wel: indien men vaststelt dat een werknemer die koos voor het IFIC-barema zich op het ogenblik van de keuze in een anciënniteitsjaar bevindt waar het startbarema hoger is dan het IFIC-barema, behoudt deze zijn bestaande loonvoorwaarden, inbegrepen de hierbij bedongen toekomstige loonsverhogingen, tot de maand waarop het IFIC-barema minimaal hoger ligt dan het startbarema, aan dezelfde tewerkstellingsbreuk. Vanaf die maand zal hij het IFIC-barema volgen.
Indien een verpleegkundige op 30 juni 2021 nog steeds houder is van BBT/BBK en deze op 1 juli 2021 beslist om over te stappen naar het IFIC-barema, ontvangt deze in september 2021 de BBT-BBK-premie pro rata het aantal maanden dat deze nog niet betaald werd volgens het IFIC-barema tijdens de lopende referteperiode (1 september 2020 tot 31 augustus 2021).
Dezelfde prorataregeling wordt toegepast indien de effectieve betaling van het IFIC-barema pas op een later ogenblik gebeurt omdat de werknemer zich op het ogenblik van keuze bevindt in een anciënniteitsjaar waar het startbarema hoger is dan het IFIC-barema.
Hij behoudt dan zijn bestaande loonvoorwaarden, met inbegrip van de hierbij bedongen toekomstige verhogingen, tot de maand waarop het IFIC-barema nominaal hoger ligt dan het startbarema, aan eenzelfde tewerkstellingsbreuk.
3. Informatie aan de werknemer die recht heeft op het IFIC-barema
De werkgever maakt aan de werknemer die recht heeft op het IFIC-barema, een aantal gegevens over zoals:
- De code(s) en de titel(s) van de aan de werknemer toegekende sectorale referentiefunctie(s) cf. bijlage 1 van de collectieve arbeidsovereenkomst van 28 september 2016 “tot het bepalen van sectorale referentiefuncties en een sectorale functieclassificatie”;
- De gecombineerde baremacode(s) van het startbarema en het barema;
- De baremacode(s) van het IFIC -barema. Let wel: deze baremacode(s) wordt(worden) vooraf gegaan door het woord “FIC barema” bij toekenning van het IFIC-barema aan de werknemer;
- De baremieke anciënniteit van de werknemer in jaren en maanden op 1 juli 2021;
- Indien de werknemer in dienst was op 30 juni 2021 en deze nog niet betaald werd volgens het IFIC-barema, vermeldt men de in het startbarema geïntegreerde looncomponenten;
- Indien van toepassing wordt het huisbarema vermeld dat van toepassing is op de betrokken werknemer.
De incorporatie in een schriftelijke overeenkomst tussen de werkgever en de betrokken werknemer wordt ook beschouwd als een schriftelijke kennisgeving.
B. Werknemer treedt in dienst vanaf 1 juli 2021
Principe
Werknemers die vanaf 1 juli 2021 in dienst treden, vallen onmiddellijk onder de IFIC-barema’s horend bij de op hen van toepassing zijnde functiecategorie.
Uitzondering
De verpleegkundige die bewijst dat hij bij zijn vroegere werkgever (zowel private als publieke werkgever) recht had op de premie voor een bijzondere beroepsbekwaamheid (BBK) en/of bijzondere beroepstitel (BBT), die een verpleegkundige functie uitoefende bij zijn uitdiensttreding, en bij zijn nieuwe werkgever ook een verpleegkundige functie uitvoert, heeft éénmalig bij zijn indiensttreding de keuze tussen een betaling van het op basis van de toegewezen functiecategorie overeenstemmende IFIC-barema of een betaling conform de voordelen bedoeld in de cao’s en de KB’s opgenomen in artikel 8, paragraaf 2, 4, 5, 6 en 7 die op hem van toepassing zijn.
Indien de verpleegkundige dit voordeel wenst te behouden indien hij opnieuw van werkgever verandert, moet deze bij uitdiensttreding een attest ontvangen met vermelding dat:
- de voorwaarden vervuld werden om recht te hebben op de premie voor een bijzondere beroepsbekwaamheid (BBK) en/of een bijzondere beroepstitel (BBT) op 31 augustus 2018;
- EN hij bij uitdiensttreding een verpleegkundige functie uitoefende en nog steeds van het BBT/BBK genoot.
Bron:
- Cao van 31 maart 2021 betreffende de volledige invoering van een nieuw loonmodel voor de federale gezondheidsdiensten: IFIC;
- Website IFIC.
Dit bericht delen: