Tussenkomst in de gestegen vervoerskosten van werknemers voorzien
Het belastingvrije maximum van de kilometervergoeding voor dienstverplaatsingen wordt voortaan vier keer per jaar aangepast.
Door de invoering van een progressief belastingkrediet voor de werkgever, beoogt men werkgevers aan te moedigen om een forfaitaire kilometervergoeding toe te kennen die zo goed mogelijk aansluit bij deze die de federale ambtenaren genieten.
Toepassingsgebied
Een tijdelijk belastingkrediet wordt verleend aan werkgevers die onderworpen zijn aan de personenbelasting, de vennootschapsbelasting, de rechtspersonenbelasting of de belasting van niet-inwoners.
Werkgevers uit zowel de publieke als de privésector komen hiervoor in aanmerking.
Het belastingkrediet wordt niet verleend voor de verhoging van de forfaitaire kilometervergoeding voor dienstverplaatsingen ten laste van een buitenlandse inrichting van de belastingplichtige.
Voorwaarden
Professionele verplaatsingen
Het belastingkrediet wordt toegekend voor de verhoging van bepaalde forfaitaire kilometervergoedingen voor dienstverplaatsingen met eigen voertuig. Denk hierbij aan een bromfiets, auto of moto.
Het voordeel geldt niet voor vergoedingen in het kader van het woon-werkverkeer.
De kilometervergoeding die toegekend wordt aan vrijwilligers is uitgesloten uit het toepassingsgebied.
Tijdelijk belastingvoordeel
Het belastingkrediet geldt enkel voor het verhoogd gedeelte van de forfaitaire kilometervergoeding die uiterlijk op 31 december 2022 toegekend wordt voor dienstverplaatsingen die de werknemers met de eigen wagen deden in de periode van 1 maart 2022 tot en met 31 december 2022.
Voorwaarden verhoging
Bovendien moet de verhoging van de forfaitaire kilometervergoeding voor dienstverplaatsingen aan de hieronder vermelde voorwaarden voldoen om in aanmerking te komen voor het tijdelijk belastingkrediet:
- Ze moet het gevolg zijn van een aanpassing van een cao, arbeidsreglement of individuele arbeidsovereenkomst na 31 oktober 2021 en ten laatste op 31 december 2022. Een loutere indexatie volstaat niet.
- Ze moet gelden voor onbepaalde tijd.
- Ze mag niet door derden worden vergoed. Indien de werkgever de verhoging aan een derde doorrekent, zal de werkgever niet kunnen genieten van het belastingkrediet.
Omvang belastingkrediet
Het bedrag van het belastingkrediet voor de verhoging van de forfaitaire kilometervergoeding voor dienstverplaatsingen wordt bepaald door het bedrag van de verhoging van de forfaitaire kilometervergoeding voor dienstverplaatsingen dat wordt betaald of toegekend te vermenigvuldigen met een tarief dat als volgt wordt bepaald:
- voor het gedeelte van de verhoging van de forfaitaire kilometervergoeding voor dienstverplaatsingen van 0,3708 EUR per kilometer tot en met het bedrag van de forfaitaire kilometervergoeding voor dienstverplaatsingen die de federale overheid aan zijn personeel toekent: 100 pct.;
- voor het gedeelte van de verhoging van de forfaitaire kilometervergoeding voor dienstverplaatsingen tot en met 0,3707 EUR per kilometer: een tarief dat wordt verkregen door het gemiddelde van de referentievergoeding en de forfaitaire kilometervergoeding voor dienstverplaatsingen te delen door 0,3707 EUR per kilometer en vervolgens af te ronden op de hogere of lagere tweede decimaal naargelang het cijfer van de derde decimaal al dan niet 5 bereikt.
Het belastingkrediet voor de verhoging van de forfaitaire kilometervergoeding voor dienstverplaatsingen wordt volledig verrekend met de personenbelasting, vennootschapsbelasting, rechtspersonenbelasting of met de belasting van niet-inwoners.
Indien het bedrag meer dan 2,50 EUR bedraagt, wordt het overschot terugbetaald.
De bedragen van de verhoging van de forfaitaire kilometervergoeding voor dienstverplaatsingen waarvoor een belastingkrediet wordt verleend, is niet aftrekbaar als beroepskosten.
Concrete werking belastingkrediet
Het belastingkrediet is een percentage dat in mindering komt van het belastbaar inkomen. Hiermee compenseert men de extra kosten die gepaard gaan met de verhoging van de kilometervergoeding.
Voorbeeld
Werknemer Y legt tussen 1 maart 2022 en 31 maart 2022, 3.000 kilometer af met zijn eigen voertuig voor dienstverplaatsingen.
Op 1 november 2021 kreeg werknemer Y van werkgever, natuurlijke persoon, X een forfaitaire kilometervergoeding van 0,30 EUR per kilometer, zoals vastgelegd in een collectieve arbeidsovereenkomst.
Gelet op de stijgende brandstofprijzen besluit werkgever X op 1 maart 2022 zijn forfaitaire kilometervergoeding te verhogen tot 0,40 EUR per kilometer.
Voor de periode van 1 maart 2022 tot en met 31 december 2022 betekent dit voor werkgever X 300 EUR extra kosten door de toegekende verhoging van de forfaitaire kilometervergoeding voor dienstverplaatsingen.
Het gedeelte tussen 0,3707 EUR per kilometer en 0,40 EUR per kilometer geeft recht op een belastingkrediet ten belope van 100 pct. Voor dit gedeelte zal werkgever X dus een belastingkrediet voor de verhoging van de forfaitaire kilometervergoeding voor dienstverplaatsingen kunnen aanvragen van 87,90 EUR (3.000 * (0,40 - 0,3707) * 100 pct.).
Voor het gedeelte tussen 0,30 EUR en 0,3707 EUR zal werkgever X recht hebben op een belastingkrediet aan een tarief van 90,46 pct. (((0,30 + 0,3707) / 2) / 0,3707).
Voor dit gedeelte zal werkgever X aldus recht hebben op een belastingkrediet van 191,87 EUR (3.000 * (0,3707 - 0,30) * 90,46 pct.).
Aldus kan werkgever X in totaal een belastingkrediet voor de verhoging van de forfaitaire kilometervergoeding voor dienstverplaatsingen genieten van 279,77 EUR.
Werkgever X zal als gevolg van de toepassing van het belastingkrediet voor de verhoging van de forfaitaire kilometervergoeding voor dienstverplaatsingen het bedrag van 300 EUR niet als beroepskost kunnen aftrekken.
De netto-kost van de door werkgever X aan werknemer Y toegekende verhoging van de forfaitaire kilometervergoeding voor dienstverplaatsingen van 300 EUR, bedraagt in hoofde van werkgever X aldus 21,23 EUR.
Bron:
- Wet van 20 november 2022 houdende diverse fiscale en financiële bepalingen, BS 30 november 2022.
Dit bericht delen: