Tijdelijke uitbreiding voordelige regeling socioculturele sector
Eerder berichtten we al over de ontwerpwetgeving die voorzag om het aantal dagen dat vakantiemonitoren en -animatoren niet onderworpen zijn aan de sociale zekerheid op te trekken tot 50 dagen.
Een op 20 mei 2021 getekend koninklijk besluit voorziet in deze tijdelijke verhoging tot 50 dagen voor 2021.
Deze vrijstelling speelt bij de volgende tewerkstellingen bij:
- het Rijk, de Gemeenschappen, de Gewesten, de provinciale en plaatselijke besturen voor de personen tewerkgesteld in een betrekking die arbeidsprestaties meebrengt, verricht:
- als verantwoordelijk leider, beheerder, huismeester, monitor of adjunct-monitor in de cyclussen voor vakantiesport tijdens de schoolvakanties en de vrije dag(gedeelt)en in het onderwijs;
- als animator van socioculturele en sportactiviteiten tijdens de vrije dag(gedeelt)en in het onderwijs;
- bij wijze van inleiding, aanschouwelijke voordracht of lezing, die plaatshebben na 16u30 of tijdens de vrije dag(gedeelt)en in het onderwijs;
- het Rijk, de Gemeenschappen, de Gewesten, de provinciale en plaatselijke besturen en de werkgevers georganiseerd als vereniging zonder winstoogmerk of vennootschap met sociaal oogmerk waarvan de statuten bepalen dat de vennoten geen vermogensvoordeel nastreven, die vakantiekolonies, speelpleinen en sportkampen inrichten, voor de personen tewerkgesteld als beheerder, huismeester, monitor of bewaker, alleen tijdens de schoolvakanties;
- de door de bevoegde overheden erkende organisaties die tot taak hebben socioculturele vorming en/of sportinitiatie te verstrekken, en de personen die buiten hun werk- of schooluren of tijdens de schoolvakanties door deze organisaties worden tewerkgesteld als animator, leider of monitor;
- de inrichtende machten van scholen gesubsidieerd door een Gemeenschap en de personen tewerkgesteld als animator van socioculturele en sportactiviteiten tijdens de vrije dag(gedeelt)en in het onderwijs.
In de zin van deze uitsluitingen betekent schoolvakantie de kerst-, paas-, zomer-, herfst- en krokusvakantie.
Om van de RSZ-vrijstelling te genieten, moet er een voorafgaandelijke dagelijkse Dimona-aangifte gebeuren (A17).
Let wel: indien de tewerkstelling meer dan 50 dagen zou bedragen in 2021, zijn socialezekerheidsbijdragen verschuldigd op de volledige periode van tewerkstelling in de socioculturele sector.
De niet-onderwerping blijft beperkt tot 25 dagen voor de tewerkstellingen bij:
- de VRT, RTBF en de BRF voor de personen die in hun organiek kader zijn opgenomen, en daarenboven als artiest worden tewerkgesteld;
- sportmanifestaties.
De overschrijding van de 25 dagen is dus enkel mogelijk voor een tewerkstelling waarvoor het contingent verhoogd werd naar 50 dagen. Het moment van de Dimona-aangifte is bepalend.
De toepassingsmodaliteiten blijven dezelfde.
Bron:
- Tussentijdse RSZ-instructie van 26 mei 2021 ‘Uitbreiding aantal dagen socioculturele sector – coronamaatregel’.
Dit bericht delen: