Specifieke steunmaatregelen voorzien in het kader van de Brexit!
Eind 2020 eindigde de overgangsperiode naar aanleiding van de terugtrekking van het Verenigd Koninkrijk uit de Europese Unie. De kans is reëel dat u hiervan verregaande economische gevolgen ondervindt. De Belgische regeling voorzag dan ook specifieke steunmaatregelen.
Benieuwd welke? Hieronder leest u er alles over!
Wie komt in aanmerking voor de vooropgestelde maatregelen?
Om beroep te doen op de maatregelen, moet u onder meer vallen onder het toepassingsgebied van de wet van 5 december 1968 betreffende de collectieve arbeidsovereenkomsten en de paritaire comités.
Bovendien moet u door de minister van Werk erkend zijn als een werkgever die een daling van minstens 5% van de omzet, van de productie of van het aantal bestellingen als gevolg van de terugtrekking van het Verenigd Koninkrijk uit de Europese Unie heeft.
Wat zijn de na te leven formaliteiten om beroep te kunnen doen op deze maatregelen?
Om de steunmaatregelen te kunnen toepassen, moet u bepaalde formaliteiten naleven. De precieze na te leven formaliteiten werden vastgelegd aan de hand van het volgend cascadesysteem.
- Het afsluiten van een sectorale cao die neergelegd wordt op de griffie van de Algemene Directie Collectieve Arbeidsbetrekkingen binnen de week die volgt op 22 maart 2021.
- Indien er geen sectorale cao afgesloten werd die voldoet aan de hierboven getelde vereisten, is de te volgen procedure verschillend naargelang u al dan niet een syndicale delegatie in uw onderneming heeft.
- U heeft een syndicale delegatie in uw onderneming:
- U sluit een ondernemingscao af die neergelegd wordt op de griffie van de Algemene Directie Collectieve Arbeidsbetrekkingen binnen de vijf werkdagen na de ondertekening van de cao.
- Indien binnen de twee weken na het opstarten van onderhandelingen, via de formele uitnodiging van de werkgever aan de syndicale delegatie om te komen tot het sluiten van een ondernemingscao, geen resultaat wordt bereikt, kan u de voorziene maatregelen toepassen indien u een aanvraag gedaan hebt tot erkenning als werkgever in moeilijkheden ten gevolge van de Brexit en deze werd goedgekeurd
- Indien uw onderneming geen syndicale delegatie heeft, doet u:
- ofwel een aanvraag tot erkenning als werkgever in moeilijkheden en moet deze goedgekeurd zijn;
- ofwel sluit u een collectieve ondernemingscao af die neergelegd is ter griffie van de Algemene Directie Collectieve Arbeidsbetrekkingen binnen de vijf werkdagen na de datum waarop de overeenkomst werd gesloten.
- U heeft een syndicale delegatie in uw onderneming:
De collectieve arbeidsovereenkomst moet bepaalde specifieke informatie bevatten. Zo moet onder meer uitdrukkelijk vermeld worden dat de cao gesloten werd in toepassing van titel 2 ‘Tijdelijke crisismaatregelen ter ondersteuning van werkgevers in economische moeilijkheden als gevolg van de terugtrekking van het Verenigd Koninkrijk uit de Europese Unie’.
Hoe vraagt u een erkenning als werkgever in moeilijkheden ten gevolge van de Brexit aan?
U maakt het voorziene modelformulier per post of via elektronische weg over aan de bevoegde dienst van de FOD WASO.
U toont aan dat er een daling van ten minste 5% van de omzet, van de productie of van het aantal bestellingen als gevolg van de terugtrekking van het Verenigd Koninkrijk uit de Europese Unie is. Hiervoor maakt u de vergelijking tussen de gegevens van één van de twee maanden die de aanvraag tot erkenning voorafgaat en de overeenstemmende maand van één van de twee kalenderjaren die aan de aanvraag voorafgaat.
Indien u erkend wordt als een werkgever die in economische moeilijkheden verkeert ten gevolge van de Brexit, wordt u op de hoogte gebracht van de toepasbare maatregelen gedurende de periode van erkenning, de duur van de erkenning en het eventueel door u of het fonds te betalen supplement.
U maakt een kopie van deze beslissing over aan de ondernemingsraad of bij gebreke ervan, aan de vakbondsafvaardiging. U licht de economische redenen toe die het gebruik van bepaalde maatregelen rechtvaardigt.
Wat zijn de mogelijke steunmaatregelen?
Tijdelijke werkloosheid Brexit
Er wordt een specifieke vorm van economische werkloosheid in het leven geroepen. Hierdoor kan u de volledige schorsing van de arbeidsovereenkomst voor uw arbeiders voor maximaal 8 weken toepassen. De gedeeltelijke schorsing van de arbeidsovereenkomst kan voor maximaal 6 maanden toegepast worden. Dit past u toe tijdens de periode van erkenning als zijnde werkgever in moeilijkheden ten gevolge van de Brexit.
Voor uw bedienden kan u bovenop de normale kredieten voor economische werkloosheid een volledige schorsing toepassen voor maximaal 8 weken per kalenderjaar. De gedeeltelijke schorsing van de arbeidsovereenkomst kan voor maximaal 13 kalenderweken per kalenderjaar toegepast worden.
Tijdens deze periode bent u aan uw arbeiders een minimale dagelijkse aanvullende vergoeding verschuldigd bovenop de werkloosheidsuitkering van 5,63 EUR.
Indien u bedienden tewerkstelt kan het Fonds voor bestaanszekerheid voorzien in de tussenkomst. Het supplement moet minstens gelijkwaardig zijn aan het supplement dat toegekend wordt aan de werklieden van dezelfde werkgever die genieten van werkloosheidsuitkeringen in geval van schorsing van de uitvoering van de arbeidsovereenkomst in toepassing van artikel 51 van de wet van 3 juli 1978 betreffende de arbeidsovereenkomsten of, bij ontstentenis van dergelijke werklieden, aan het supplement voorzien door de sectorale cao waaronder de werkgever zou ressorteren indien hij werklieden zou tewerkstellen of, bij ontstentenis van dergelijke cao, aan het minimumbedrag van 5,63 EUR per dag.
Opname van tijdskrediet Brexit
U kan aan uw voltijds tewerkgestelde werknemer voorstellen om zijn arbeidsprestaties te verminderen met 1/5de of tot een halftijdse betrekking. Indien uw werknemer minstens 3/4de van een voltijdse tewerkstelling heeft, kan deze zijn prestaties verminderen tot een halftijdse job.
Een akkoord tussen de werkgever en werknemer is hiervoor noodzakelijk. Het tijdskrediet moet opgenomen worden voor een periode van minstens één maand en maximaal zes maanden. Deze periode moet volledig liggen in de periode waarin u erkend bent als werkgever die in economische moeilijkheden verkeert als gevolg van de Brexit.
De arbeidsovereenkomst moet verplicht aangepast worden.
De verbrekingsvergoeding bij opname van tijdskrediet Brexit moet bepaald worden op basis van het loon waarop de werknemer recht had vooraleer hij dit tijdskrediet opnam.
Tijdens de opname van zijn Brexit tijdskrediet ontvangt uw werknemer een uitkering die gelijk is als bij het gewone tijdskrediet. De opname van het Brexit tijdskrediet wordt niet aangerekend op het totale recht van 51 maanden tijdskrediet met motief.
Tijdelijke collectieve arbeidsduurvermindering Brexit
Eén van de voorziene maatregelen bestaat uit een tijdelijke collectieve aanpassing van de arbeidsduur voor al uw personeel of voor een bepaalde categorie ervan. De arbeidsduurvermindering moet minstens een vierde of een vijfde bedragen.
Een invoering van een 4-dagenweek is ook mogelijk.
U sluit hiervoor een ondernemingscao af. Indien er geen vakbondsafvaardiging is, voorziet u de arbeidsduurvermindering door een wijziging van het arbeidsreglement. Hierin vermeldt u de wettelijke basis. De begin- en einddatum van de tijdelijke aanpassing van de arbeidsduur en, in voorkomend geval, van de tijdelijke invoering van de vierdagenweek, en de voorziene looncompensatie worden ook vermeld. Deze looncompensatie moet minstens drie vierde bedragen van het bedrag van de forfaitaire vermindering.
De voorziene looncompensatie mag niet tot gevolg hebben dat het brutoloon van de werknemer hoger is dan het brutoloon waarop hij recht had vóór de invoering van de tijdelijke aanpassing van de arbeidsduur. Hierbij wordt geen rekening gehouden met de aanpassing van de lonen aan de index en aan de baremieke loonsverhogingen. Op deze looncompensatie zijn de RSZ-bijdragen verschuldigd.
De voorziene periode moet vallen tijdens de periode van erkenning als werkgever die in economische moeilijkheden verkeert als gevolg van de Brexit. Indien een arbeidsovereenkomst zou verbroken worden tijdens deze periode zal betrokkene recht hebben op een verbrekingsvergoeding op basis van het loon waarop hij aanspraak had kunnen maken indien zijn arbeidsduur niet was aangepast.
Er wordt voorzien in een specifieke RSZ-vermindering.
Bron:
- Wet 6 maart 2020 tot behoud van tewerkstelling na de terugtrekking van het Verenigd Koninkrijk uit de Europese Unie, BS 25 maart 2020.
Dit bericht delen: