menu
PC 111.01-02 & 209 (Arbeiders en bedienden metaal): Sectoraal akkoord 2021-2022
Datum: 26/11/2021 Afdeling: Flash
Dit bericht delen:
Op 27 oktober 2021 werd het ontwerpakkoord van de sociale partners uit het PC 111.01-02 in het kader van de sectorale onderhandelingen 2021-2022 definitief bekrachtigd. De goedkeuring van het akkoord in PC 209 stond op 17 november 2021 op de agenda.
Volgende beslissingen werden genomen voor zowel de arbeiders als de bedienden:
Koopkracht
Ondernemingsenveloppe
- Invulling van de beschikbare loonmarge via een overdraagbare ondernemingsenveloppe van 0,4% van de loonmassa vanaf 1 januari 2022. De berekeningswijze uit het akkoord 2019-2020 is hier van toepassing.
- Ondernemingen met een vakbondsafvaardiging moeten een akkoord afsluiten over het principe én over de wijze van de enveloppe-invulling.
- Ondernemingen zonder vakbondsafvaardiging moeten hun alternatieve enveloppe-invulling laten goedkeuren door het paritair comité of maken een cao op die ze ter informatie aan het paritair comité overmaken.
- Uiterlijk tegen 15 januari 2022 dient een akkoord te zijn bereikt, zo niet komt er een automatische verhoging van de effectieve en baremieke bruto-uurlonen (voor de arbeiders) en de effectieve bruto maandwedden (voor de bedienden) met 0,4% op 1 januari 2022.
Retroactiviteitspremie
- Toekenning van een forfaitaire bruto retroactiviteitspremie van 200 EUR in december 2021.
Hiervoor moet de werknemer aan de volgende voorwaarden voldoen:
-
- In dienst zijn op 30 november 2021;
- Minimaal 60 effectieve arbeidsdagen hebben in 2021 (pro rata toepassing voor nieuwe indiensttredingen in de loop van 2021 zowel wat betreft de premie als het aantal vereiste arbeidsdagen);
- De premie én de vereiste arbeidsdagen worden geproratiseerd voor deeltijdsen op basis van hun arbeidsregime op 30 november 2021.
- De retroactiviteitspremie kan ook vervangen worden door een evenwaardig voordeel. De onderneming dient hiervoor dezelfde procedure toe te passen als voor de ondernemingsenveloppe.
Coronapremie
- Toekenning van een coronapremie in de vorm van consumptiecheques in december 2021. Deze toekenning geldt voor alle ondernemingen, met uitzondering van:
-
- Ondernemingen met bedrijfsverlies (code 9901) in de boekjaren 2019 en 2020 en met een daling van de bruto marge met minstens 10% in 2020 ten opzichte van de gemiddelde bruto marge over de boekjaren 2018 én 2019, die een automatische uitzondering krijgen;
- Ondernemingen met een negatief bedrijfsresultaat in het laatste boekjaar of die zich in moeilijkheden bevinden of in een herstructurering én die een afwijkingsprocedure volgen met goedkeuring van de syndicale delegatie en indiening bij de gewestelijke paritaire sectie van het paritair comité voor 15 december 2021.
- De coronapremie bestaat uit een basispremie van 300 EUR en een variabel bedrag van:
-
- 200 EUR wanneer de bruto marge van het boekjaar 2020 gelijk of groter is dan de gemiddelde bruto marge over de boekjaren 2018 en 2019;
- 100 EUR wanneer de bruto marge van het boekjaar 2020 maximaal 10% lager is dan de gemiddelde bruto marge over de boekjaren 2018 en 2019.
- Om recht te hebben op de coronapremie moet de werknemer aan de volgende voorwaarden voldoen:
-
- In dienst zijn op 30 november 2021;
- Minimaal 60 effectieve arbeidsdagen hebben in 2021 (pro rata toepassing voor nieuwe indiensttredingen in de loop van 2021 zowel wat betreft de premie als het aantal vereiste arbeidsdagen);
- De premie én de vereiste arbeidsdagen worden geproratiseerd voor deeltijdsen op basis van hun arbeidsregime op 30 november 2021.
- Een reeds toegekende coronapremie na 8 juni 2021 wordt aangerekend op het sectoraal voorziene bedrag.
- Er kan een bedrijfseigen voordeel worden toegekend wanneer een cao wordt afgesloten op ondernemingsvlak.
Andere bepalingen
- Voor de bedienden zijn bovenstaande bepalingen in verband met de ondernemingsenveloppe, de coronapremie en de retroactiviteitspremie beperkt tot gebaremiseerde en baremiseerbare bedienden. Een uitbreiding van het toepassingsgebied is mogelijk na onderhandelingen met de vakbondsafvaardiging.
- Voor de arbeiders: verhoging van de nationale sectorale minimumlonen (en de regionale uurlonen indien zij lager zouden zijn) tot 13,00 EUR op 1 januari 2022 en vervolgens telkens een verhoging met 0,2606 EUR op 1 september 2022, op 1 januari 2024 en op 1 januari 2026.
- Voor de bedienden: verhoging van de sectorale gewaarborgde minimum maandwedde telkens met 80 EUR op 1 januari 2022, 1 januari 2023 en 1 januari 2024. De sectorale minimumlonen die hoger zijn dan de sectorale gewaarborgde minimum maandwedde worden verhoogd met 0,4% op 1 januari 2022.
- Er is een akkoord om de jongerenlonen niet toe te passen in de sector.
- Wat betreft de ecocheques zal er kunnen gekozen worden voor een alternatief en er komen nieuwe gelijkstellingen voor alle dagen profylactisch verlof, pleegouderverlof en adoptieverlof.
Mobiliteit
Vanaf 1 januari 2022 is er een verbetering van de sectorale regeling voor tussenkomsten in het woon-werkverkeer, tenzij er gunstigere regelingen op ondernemingsvlak bestaan:
- Openbaar vervoer: er is een aanbeveling tot volgen van de derdebetalersregeling, dat betekent 80% werkgeversbijdrage in de kosten;
- Eigen vervoer: 0,075 EUR per afgelegde km woon/werk (voorheen 0,06 EUR), verhoging plafond tot 8,16 EUR (voorheen 6,50 EUR);
- Fietsvergoeding: 0,18 EUR per afgelegde km woon/werk (voorheen 0,15 EUR), verhoging plafond tot 7,20 EUR (voorheen 6 EUR);
- Voor de arbeiders: verhoging van het bedrag van de mobiliteitsvergoeding tot 0,1579 EUR.
Fonds voor bestaanszekerheid
- Voor de arbeiders: verlenging van alle bepalingen van bepaalde duur.
- Voor de arbeiders: indexering van de bestaande uitkeringen:
-
- Bij volledige werkloosheid met 2% op 1 oktober 2021 (en opnieuw na overschrijding spilindex);
- Bij tijdelijke werkloosheid met 2,21% op 1 januari 2022;
- Bij kinderopvang met 2,21% op 1 januari 2022 en verlenging met 2 jaar; ook uitbreiding tot alle vormen van geattesteerde kinderopvang;
- Bij ziekte met 2,21% op 1 januari 2022 en toekenning van volledige vergoeding in het systeem van progressieve werkhervatting na ziekte.
- Voor arbeiders en bedienden: nieuwe vergoeding voor landingsbanen: 70 EUR per maand voor halftijds regime en 35 EUR voor 1/5-regime.
- Voor arbeiders en bedienden: verbetering tussenkomst bij loopbaanwijziging of zachte landingsbanen.
Tijdskrediet / SWT
- De afspraken rond tijdskrediet, landingsbanen en SWT worden verlengd op basis van de cao’s die hierover werden afgesloten in de NAR.
Andere
- Het overdraagbaar individueel recht op vorming wordt uitgebreid van 16 naar 24 uur.
- Met betrekking tot klein verlet 2 wijzigingen:
-
- Gelijke rechten voor wie niet onder hetzelfde dak woont bij klein verlet wegens begrafenis en huwelijk. De notie “familie” zal verder gedefinieerd worden als verwantschap tot en met de derde graad.
- Klein verlet voor het huwelijk van het eigen kind kan worden opgenomen op de activiteitsdag die het huwelijk voorafgaat, als dat huwelijk valt op een dag van inactiviteit.
- Verlenging van de cao risicogroepen.
- Installatie van een 2e dag loopbaanverlof vanaf de leeftijd van 58 jaar vanaf 2022 (bovenop de bestaande op 50 jaar).
- Voor de bedienden: invoering van een aanvullende vergoeding bij tijdelijke werkloosheid overmacht zoals bij de arbeiders en verhoging van de aanvullende vergoeding tijdelijke werkloosheid met 2,21%.
- Verderzetten werkzaamheden in het kader van de harmonisatie arbeiders-bedienden.
Bron:
- Sectoraal akkoord 2021-2022 PC 209, 17 november 2021;
- Sectoraal akkoord 2021-2022 PC 111.01.02, 27 oktober 2021.
Dit bericht delen: