Opnieuw verplicht telewerk en registratieverplichting in de ondernemingen
Verplicht telethuiswerk
Het telethuiswerk is vanaf 20 november 2021 opnieuw verplicht bij alle ondernemingen, verenigingen en diensten voor alle personen bij hen werkzaam, ongeacht de aard van hun relatie, tenzij dit onmogelijk is omwille van de aard van de functie of de continuïteit van de bedrijfsvoering, de activiteiten of de dienstverlening.
Attest voor de niet telethuiswerkers noodzakelijk
De werkgevers bezorgen de personen werkzaam in hun vestigingseenheden, ongeacht de aard van hun arbeidsrelatie, die niet kunnen telethuiswerken een attest of elk ander bewijsstuk dat de noodzaak van hun aanwezigheid op de arbeidsplaats bevestigt.
Maandelijkse registratieverplichting
Alle werkgevers moeten maandelijks een beperkt aantal gegevens aan de RSZ meedelen:
- het aantal personen werkzaam bij de onderneming (wanneer de onderneming over meerdere vestigingseenheden beschikt, dient dit per vestigingseenheid vermeld);
- het aantal personen werkzaam bij de onderneming die een functie uitoefenen die niet telewerkbaar is (wanneer de onderneming over meerdere vestigingseenheden beschikt, dient dit per vestigingseenheid vermeld).
De aangifte heeft betrekking op de situatie van de 1ste werkdag van de maand en moet ingediend zijn uiterlijk op de 6de kalenderdag van de maand. Voor de periode tot en met 31 december gaat het echter over de situatie op woensdag 24 november 2021 en de aangifte moet uiterlijk op dinsdag 30 november 2021 gedaan zijn.
Wanneer er geen wijzigingen zijn voor de daaropvolgende maand moet er geen nieuwe aangifte worden ingediend.
De aangifte gebeurt via de applicatie 'Corona Telewerkaangifte' op de portaalsite van de RSZ. De procedure en de aangifteregels zijn grotendeels gelijk aan de verplichte aangifte telewerk in het voorjaar 2021.
De registratieplicht geldt niet voor:
- KMO’s waar minder dan 5 personen werkzaam zijn, ongeacht de aard van hun arbeidsrelatie;
- inrichtingen die vallen onder het samenwerkingsakkoord van 16 februari 2016 tussen de Federale Staat en de Gewesten in verband met inrichtingen en activiteiten met gevaarlijke stoffen;
- werkgevers uit de gezondheidszorg zoals bedoeld in artikel 40 van de wet van 20 december 2020;
- de politiediensten zoals bedoeld in artikel 2, 2, van de wet van 7 december 1998 tot organisatie van een geïntegreerde politiedienst, gestructureerd op 2 niveaus;
- onderwijsinstellingen zowel voor hun personeel betaald door de inrichtende machten als het personeel betaald door de Gemeenschappen. Opgelet! Deze uitzondering geldt niet voor de universiteiten, privéscholen en andere opleidingsinstellingen die zelf hun personeel betalen.
Meer gedetailleerde informatie over de aangifte zelf is terug te vinden op de website van de RSZ.
Terugkeermomenten mogelijk onder bepaalde voorwaarden
In afwijking van bovenstaande telethuiswerkverplichting mag men terugkeermomenten inplannen.
Tot en met 12 december 2021 mogen deze terugkeermomenten maximum één dag per week per persoon bedragen. Er mag per dag maximum 20% van de personen tegelijk in de vestigingseenheid aanwezig zijn. Vanaf 13 december 2021 is dit beperkt tot maximum twee dagen per week per persoon en mag per dag maximum 40% van de personen tegelijk in de vestigingseenheid aanwezig zijn.
Deze terugkeermomenten zijn mogelijk mits het nemen van de passende preventiemaatregelen om de naleving van de regels van social distancing te garanderen en een maximaal niveau van bescherming te bieden.
Bovendien moeten onderstaande voorwaarden worden nageleefd:
- er moet een onderling akkoord zijn tussen deze ondernemingen, verenigingen en diensten en de personen die bij hen werkzaam zijn. Dit betekent dat deze personen niet verplicht kunnen worden om deel te nemen aan de terugkeermomenten;
- het doel moet het bevorderen van het psychosociaal welzijn en de teamgeest van deze personen zijn;
- deze personen moeten vooraf de nodige instructies krijgen over alle maatregelen die noodzakelijk zijn om de terugkeer in alle veiligheid te laten verlopen;
- deze personen moeten geïnformeerd worden dat ze in geen geval mogen terugkeren naar de arbeidsplaats als ze zich ziek voelen of ziektesymptomen vertonen of zich in een quarantainesituatie bevinden;
- de werkgever mag hieraan, voor zijn werknemers, geen enkel gevolg verbinden;
- de verplaatsing van en naar de arbeidsplaatsen tijdens de piekuren van het openbaar vervoer of via carpooling moet zo veel mogelijk vermeden worden;
- de beslissing om terugkeermomenten te organiseren moet gebeuren met inachtneming van de regels van het sociaal overleg in de onderneming, waarbij alle voorwaarden worden afgetoetst.
Voor de KMO's waar minder dan tien personen werkzaam zijn, mogen maximum vijf personen van diegenen voor wie het telethuiswerk verplicht is, tegelijk in de vestigingseenheid aanwezig zijn.
Bron:
- KB 19 november 2021 houdende wijziging van het koninklijk besluit van 28 oktober 2021 houdende de nodige maatregelen van bestuurlijke politie teneinde de gevolgen voor de volksgezondheid van de afgekondigde epidemische noodsituatie betreffende de coronavirus COVID-19-pandemie te voorkomen of te beperken, BS 19 november 2021, 113644;
- Tussentijdse instructies RSZ.
Dit bericht delen: