Opnieuw gesleutel aan gelegenheidsarbeid in de land- en tuinbouw
Tijdens de pandemie konden bepaalde buitenlandse gelegenheidsarbeiders niet tewerkgesteld worden in de Belgische land- en tuinbouw. Doordat men een nijpend tekort aan arbeidskrachten vreesde, werd de regelgeving tijdelijk versoepeld.
Omwille van de heftigheid van de tweede golf van de coronapandemie, wordt beslist om ook in 2021 te sleutelen aan de regels rond gelegenheidsarbeid in de land- en tuinbouw.
Optrekken quota gelegenheidsarbeid in 2021 en specifieke regeling fruitteelt
Door beroep te doen op gelegenheidsarbeid in de land- en tuinbouw worden de RSZ-bijdragen berekend op een forfaitair dagloon in plaats van het reële brutoloon.
Gelegenheidsarbeid is mogelijk in het:
- PC voor het tuinbouwbedrijf, met uitzondering van de sector inplanting en onderhoud van parken en tuinen;
- PC voor de landbouw, voor zover de werknemer uitsluitend wordt tewerkgesteld op de eigen gronden van de werkgever;
- PC voor de uitzendarbeid, voor zover de uitzendarbeider wordt tewerkgesteld bij een gebruiker in één van de bovengenoemde sectoren.
Er kan maar gedurende een beperkt aantal dagen beroep gedaan worden op het voordelig systeem van gelegenheidsarbeid. In 2021 wordt een verdubbeling van het quotum vooropgesteld.
Hierdoor zou het quotum:
- maximaal 60 dagen in de landbouw bedragen;
- maximaal 130 dagen in de tuinbouw bedragen;
- 70 extra dagen in de champignon- en witloofteelt bedragen. Hierdoor kunnen zij maximaal 200 dagen beroep doen op gelegenheidsarbeid.
Bovendien voorziet het wetsontwerp in een specifieke regeling voor de handarbeiders die tewerkgesteld zijn in de fruitteelt. De fruittelers kunnen een bijkomend contingent van 35 dagen aanvragen bij de voorzitter van het paritair comité voor het tuinbouwbedrijf en bij het Waarborg- en Sociaal Fonds voor het tuinbouwbedrijf. Een uitzendarbeider komt hiervoor niet in aanmerking.
Let wel: slechts 33% van het aantal gelegenheidswerknemers die u in 2020 heeft aangegeven kan beroep doen op dit verhoogd contingent indien u de hieronder vermelde voorwaarden naleeft:
- U toont voor 2020 een tewerkstellingsvolume aan uitgedrukt in voltijdse equivalent dat minstens gelijk is aan het gemiddelde van de vier multifunctionele-aangiften bij de Rijksdienst voor Sociale Zekerheid voor het kalenderjaar 2019;
- U richt vóór 15 april 2021 een schriftelijke aanvraag aan de voorzitter van het Paritair Comité voor het tuinbouwbedrijf en aan het Waarborg- en Sociaal fonds voor het tuinbouwbedrijf. Deze aanvraag bevat een verklaring die samen met de aanvraag moet worden ingediend opdat deze ontvankelijk zou zijn, en waarin u zich verbindt om:
- de sociale wetgeving en de collectieve arbeidsovereenkomsten correct toe te passen;
- geen gebruik te maken van detacheringsconstructies;
- geen beroep te doen op schijnzelfstandigen;
- niet aan sociale dumping te doen;
- niet te werken met constructies van aannemings- of dienstverleningscontracten met Belgische of buitenlandse ondernemingen om de Belgische wetgeving betreffende de verboden terbeschikkingstelling te omzeilen.
De werkgroep Fruitteelt zal uw aanvraag onderzoeken. Hierbij berekenen ze ook hoeveel gelegenheidswerknemers in 2021 beroep kunnen doen op het uitgebreide stelsel.
Wijziging aan 180-dagenregel
Om tewerkgesteld te kunnen worden als gelegenheidsarbeider mag de arbeider in de loop van de 180 voorafgaande dagen niet in de land- of tuinbouwsector gewerkt hebben in een andere hoedanigheid dan die van gelegenheidsarbeider.
De 180-dagenregel zou in 2021 nageleefd moeten worden op ondernemingsniveau. Onder ondernemingsniveau begrijpt men het geheel van juridische entiteiten die worden bestuurd door dezelfde bestuurders en/of beheerders of die behoren tot dezelfde technische bedrijfseenheid zoals bedoeld in de wet van 20 september 1948 houdende organisatie van het bedrijfsleven.
Bij de controle op de 180-dagenregel wordt er abstractie gemaakt van de contracten van bepaalde duur of voor een duidelijk omschreven werk van maximaal 6 opeenvolgende kalenderweken.
De 180-dagenregel speelt niet indien het een werknemer is die de wettelijke pensioenleeftijd bereikt heeft en nadien bij dezelfde onderneming als gelegenheidsarbeider wil werken.
Bron:
- Wetsontwerp van 1 december 2020 houdende tijdelijke ondersteuningsmaatregelen ten gevolge van de COVID-19-pandemie.
Dit bericht delen: