Neutralisatie van studentencontingent en fiscale gevolgen
Om voldoende arbeidskrachten te waarborgen tijdens de coronapandemie, worden de uren die een jobstudent tijdens het vierde kwartaal van 2020 en het eerste kwartaal van 2021 in het onderwijs en de zorg presteert, niet in rekening gebracht op het jaarlijks contingent van 475 uren.
De RSZ verduidelijkt dat onder een tewerkstelling in de zorg de volgende tewerkstellingen begrepen worden:
- PC 318 (gezins- en bejaardenhulp - werkgeverscategorie 211 en 611);
- PC 319 (opvoedings- en huisvestingsinrichtingen en -diensten - werkgeverscategorie 062, 162, 462 en 962);
- PC 330 (gezondheidsinrichtingen en -diensten - werkgeverscategorie 025, 125, 311, 330, 422, 430, 511, 512, 522, 711, 722, 735, 812, 822, 830 en 911);
- PC 331 (Vlaamse welzijns- en gezondheidssector - werkgeverscategorie 122 en 322);
- PC 332 (Franstalige en Duitstalige welzijns- en gezondheidssector - werkgeverscategorie 022 en 222).
Daarnaast speelt de neutralisering in de openbare zorginstellingen met de volgende NACE-codes:
- 86101 - algemene ziekenhuizen, m.u.v. geriatrische en gespecialiseerde ziekenhuizen;
- 86102 - geriatrische ziekenhuizen;
- 86103 - gespecialiseerde ziekenhuizen;
- 86104 - psychiatrische ziekenhuizen;
- 86109 - overige hospitalisatiediensten;
- 86210 – huisartspraktijken;
- 86901 - activiteiten medische laboratoria;
- 86903 – ziekenvervoer;
- 86904 - activiteiten op het vlak van geestelijke gezondheidszorg, m.u.v. psychiatrische ziekenhuizen en verzorgingstehuizen;
- 86905 - ambulante revalidatieactiviteiten;
- 86906 - verpleegkundige activiteiten;
- 86909 - overige menselijke gezondheidszorg n.e.g.;
- 87101 - rust- en verzorgingstehuizen;
- 87109 - overige verpleeginstellingen met huisvesting;
- 87901 - integrale jeugdhulp met huisvesting;
- 87301 - rusthuizen voor ouderen.
Een Dimona STU voor de aanvang van de tewerkstelling (met aanduiding van de uren) blijft verplicht, alsook een aangifte DmfA van de gepresteerde uren. Omwille van de tijdelijke neutralisatie van het studentencontingent bij prestaties in het onderwijs en de zorg is het tijdelijk niet noodzakelijk om de uren op voorhand te reserveren.
Om te vermijden dat studenten door die extra prestaties te veel netto bestaansmiddelen zouden hebben om nog fiscaal ten laste te zijn van hun ouders, zullen de bezoldigingen voor de uren studentenarbeid in de zorgsector en het onderwijs in het vierde kwartaal van 2020 en in het eerste kwartaal van 2021 niet in rekening worden gebracht bij het bepalen van de bestaansmiddelen. Deze maatregel moet nog gepubliceerd worden in het Belgisch Staatsblad.
Bron:
- Wet van 4 november 2020 inzake verschillende sociale maatregelen ingevolge de COVID-19-pandemie, BS 13 november 2020;
- Wetsontwerp van 1 december 2020 houdende tijdelijke ondersteuningsmaatregelen ten gevolge van de COVID-19-pandemie;
- Tussentijdse RSZ-instructies van 25 november 2020 ‘Uitbreiding studentenarbeid 4-2020 en 1-2021 in sommige sectoren – update 25 november 2020 – coronamaatregel’.
Dit bericht delen: