NAR buigt zich over verplichte vaccinatie van zorgpersoneel
Tijdens de pandemie werd op geregelde tijdstippen het debat geopend over de wenselijkheid van een verplichte vaccinatie voor het zorgpersoneel.
Het Overlegcomité van 20 augustus 2021 riep op om te onderzoeken onder welke modaliteiten de verplichting tot volledige vaccinatie ingevoerd kan worden voor alle zorgverleners, met inbegrip van de zelfstandigen, zowel in de ambulante sector als in de zorginstellingen.
De NAR sprak zich recent uit over de verplichte vaccinatie van het zorgpersoneel. Zij gaven daarmee gevolg aan een adviesaanvraag van de minister van Sociale Zaken en de minister van Werk daterend van eind juli 2021.
Gezamenlijke brief van 13 september 2021
De sociale partners van de NAR en de Hoge Raad voor Preventie en Bescherming op het Werk hebben in een gezamenlijke brief van 13 september 2021 gemeld dat een mogelijke vaccinatieverplichting in de zorgsector gekoppeld moet worden aan bepaalde doelstellingen, te vervullen voorwaarden en modaliteiten.
Bovendien onderstreepten ze de complexiteit en de gevoeligheden die gepaard gaan met de invoering van een verplichte vaccinatie voor het zorgpersoneel.
De sociale partners stelden zich de vraag of de vooropgestelde verplichte vaccinatie van het zorgpersoneel in afdoende mate aan het doel tegemoetkomt. Met de verplichte vaccinatie beoogt men de gezondheid van de kwetsbare (ziek en oudere) personen te beschermen en bij te dragen aan de vermindering van de virusoverdracht in zorginstellingen. Men wenst ook de gezondheid van de individuele werknemer/persoon te bewerkstelligen.
Het bereiken van deze doelstellingen is onlosmakelijk verbonden met heel wat andere factoren, zoals de besmettelijkheidstromen, de impact van de virusvarianten, de effectiviteit van de vaccins en de vaccinatiegraad op ondernemingsniveau.
De sociale partners benadrukten dat de na te leven preventiemaatregelen in de eerste plaats de virusoverdracht en bescherming van de gezondheid meebepalen.
De Raad wenst via dit advies nog verdere verduidelijkingen te geven m.b.t. de invoering van de vaccinatieverplichting, een aantal aandachtspunten op te werpen en de modaliteiten te bepalen.
Advies NAR van 15 oktober 2021
Geen eenparig standpunt m.b.t. vaccinatieverplichting
De sociale partners hebben geen eenparig standpunt ingenomen m.b.t. de mogelijke invoering van een vaccinatieverplichting.
De werkgeversorganisaties scharen zich achter de beslissing van het Overlegcomité om een verplichte vaccinatie in de zorgsectoren in de ruime zin in te voeren.
De werknemersorganisaties reageren daarentegen verdeeld op de mogelijke vaccinatieverplichting. Zo worden er vragen gesteld m.b.t. de beslissing om de vaccinatieverplichting te beperken tot het zorgpersoneel.
Daarnaast benadrukken diverse werknemersorganisaties dat ongeacht de beslissing over het al dan niet verplichtend karakter van de vaccinatie, de prioriteit moet liggen bij het sensibiliseren en het bereiken van vrijwillige vaccinaties.
Eén van de werknemersorganisaties verzet zich ook tegen de invoering van een vaccinatieplicht in de zorgsector. Zo wordt onder meer geopperd of de verplichting wel proportioneel is ten opzichte van het beoogde legitieme doel. De maatregel moet ook pertinent zijn en niet verder gaan dan wat noodzakelijk is voor het beoogde doel. Indien meerdere maatregelen mogelijk zijn, moet gekozen worden voor de minst ingrijpende maatregel. Een verplichte vaccinatie in de zorgsector zou volgens deze werknemersorganisatie niet aan bovenvermelde voorwaarden voldoen.
Er rijzen vragen m.b.t. het onderscheid dat zou ontstaan door de invoering van de vaccinatieverplichting in de zorgsector. Hierdoor zou het zorgpersoneel anders behandeld worden dan een bezoeker, bewoner of patiënt.
Eveneens duiken er praktische bezwaren m.b.t. de controleerbaarheid van de vaccinatieverplichting bij zelfstandigen.
Er wordt gevreesd dat het invoeren van een vaccinatieverplichting voor een welbepaalde groep van werknemers, terwijl andere werknemers en burgers hiertoe niet worden verplicht, als onrechtvaardig zou aangevoeld worden en eventueel stigmatiserend kan werken. Dit leidt tot mogelijk negatieve gevolgen voor hun arbeidsvoorwaarden.
Omwille van bovenvermelde redenen is één werknemersorganisatie de mening toegedaan dat in plaats van in te zetten op het afdwingen van vaccinatie via een wettelijke verplichting in de zorgsector alleen, grote inspanningen gedaan moeten worden om werknemers en burgers te overtuigen van het belang van vaccinatie.
Ten slotte betreuren bepaalde werknemersorganisaties de beslissing m.b.t. de verplichte vaccinatie door het Overlegcomité zonder dat de discussies in de Raad werden afgerond en een advies kon worden uitgebracht.
Belang van blijvend sensibiliseren voor vaccinatie en aanvoeren van duidelijke motivering voor verplichte vaccinatie voor zorgberoepen
De sociale partners hebben steeds iedereen aangemoedigd om zich te laten vaccineren. Een hoge vaccinatiegraad draagt immers bij tot het maximaal vermijden van besmetting met ernstige ziektesymptomen.
Sensibilisering in zorginstellingen, in samenwerking met de arbeidsarts, is belangrijk om de vaccinatiegraad verder op te krikken.
In ondernemingen waar de vaccinatiegraad eerder gering is in vergelijking met de vaccinatiegraad van de sector, moeten werkgevers, in samenwerking met het Comité voor Preventie en Bescherming op het Werk en met de hulp van de arbeidsartsen van de preventiediensten, de werknemers overtuigen om alsnog over te gaan tot vaccinatie.
Belang van sensibiliseren tot respecteren van (andere) preventiemaatregelen
In het advies benadrukken de sociale partners de blijvende noodzaak van het nemen van preventiemaatregelen om de patiënten of kwetsbare bewoners en de zorgversterkers voldoende te beschermen.
Het in acht nemen van deze preventiemaatregelen blijft essentieel ongeacht het feit of zorgverleners al dan niet gevaccineerd zijn.
Personeel toepassingsgebied van regelgeving rond verplichte vaccinatie
De sociale partners benadrukken dat de vaccinatieverplichting op dezelfde manier moet worden toegepast voor de werknemers, zelfstandigen als andere groepen die onderhevig zijn aan deze verplichting. Dit geldt onverminderd hun uiteenlopende principiële standpunten wat betreft het principe van de invoering van een vaccinatieverplichting voor het zorgpersoneel.
De publieke en private sector zouden ook op gelijke voet behandeld moeten worden.
In het advies van de NAR kon geen eenparig standpunt ingenomen worden m.b.t. het doelpubliek.
Zo opperen bepaalde werknemersorganisaties of de vaccinatieverplichting niet moet beperkt worden tot het personeel dat rechtstreeks betrokken is bij de zorg. De vraag stelt zich of het voor het personeel dat niet rechtsreeks bij de zorg betrokken is, op grond van de intensiviteit van de contacten moet nagegaan worden of deze al dan niet tot vaccinatie verplicht moeten worden.
Daarnaast wordt er opgeworpen dat er redenen zijn om de sector van de kinderopvang en de onthaalouders uit te sluiten van de vaccinatieverplichting.
Bepaalde werknemersorganisaties verzetten zich tegen de invoering van de vaccinatieplicht in de zorgsector, omdat deze verplichting alleen wordt opgelegd aan het zorgpersoneel en niet proportioneel zou zijn ten opzichte van het beoogde doel.
De werkgeversorganisaties benadrukken dat het doelpubliek van de verplichte vaccinatie niet beperkt mag worden tot de werknemers. Zo moet onder meer de zelfstandige zorgverstrekkers, vrijwilligers en mantelzorgers in ziekenhuizen en andere zorginstellingen en stagiairs mee in bad getrokken worden.
Bovendien pleiten zij voor een brede lezing van het begrip zorg. De vaccinatieverplichting zou derhalve onder meer ook uitwerking moeten hebben voor de ziekenhuizen, rust- en verzorgingstehuizen en de gehandicaptenzorg.
Volgens de werkgeversorganisatie mag de vaccinatieverplichting geenszins beperkt worden tot personen die effectief zorg verlenen in de zorg- en welzijnsinstellingen en die in contact treden met patiënten en zorgbehoevenden.
Mogelijke gevolgen van een weigering of onmogelijkheid tot vaccinatie
De sociale partners zijn de mening toegedaan dat als de wetgever een vaccinatieverplichting zou invoeren en aan de weigering tot vaccinatie gevolgen zou verbinden, er voldoende tijd moet gelaten worden en voldoende energie moet gestoken worden in de sensibilisering van de vaccinatie van het zorgpersoneel.
Dit standpunt geldt ongeacht hun uiteenlopende standpunten wat betreft de invoering van de vaccinatieverplichting.
Bepaalde werknemersorganisaties vermelden dat een ontslag of beëindiging van de arbeidsovereenkomst wegens overmacht omwille van vaccinatieweigering of een werkverwijdering zonder loon niet kan worden verantwoord.
Andere werknemersorganisaties verzetten zich tegen het verbinden van gevolgen aan een weigering of onmogelijkheid tot vaccinatie.
De werkgeversorganisaties zijn geneigd om gevolgen te koppelen aan het niet naleven van de mogelijke verplichting. Hierbij wordt een verschillende behandeling voor de nieuwe samenwerkingsakkoorden/arbeidsovereenkomsten en de bestaande contracten vooropgesteld.
Zo wordt onder meer de piste opgeworpen dat de samenwerking zonder bezoldiging/loon opgeschort zou worden.
Inwerkingtreding
De werknemersorganisaties benadrukken dat de invoering van een vaccinatieverplichting gepaard moet gaan met het voorzien van voldoende tijd om het zorgpersoneel te sensibiliseren zich op vrijwillige basis te laten vaccineren.
Een vroegste datum van inwerkingtreding van 1 juli 2022 wordt voorop geschoven.
Bovendien vragen de werknemersorganisaties dat voor elke individuele werknemer, na ontvangst van de effectieve oproeping tot inenting, een periode van minstens 3 maanden begint te lopen, gedurende dewelke de werknemer de mogelijkheid wordt geboden om in gesprek te gaan met zijn arbeidsarts of een preventieadviseur psychosociale aspecten zodat hem de tijd wordt gegeven om eventueel vrijwillig een vaccinatiebeslissing te nemen en de procedure te doorlopen.
De werkgeversorganisaties stellen een zo snel mogelijke inwerkingtreding voorop.
Bron:
- Advies NAR nr. 2.246 van 15 oktober 2021 ‘Verplichte vaccinatie van het zorgpersoneel’.
Dit bericht delen: