NAR buigt zich over opeenvolgende dagcontracten voor uitzendarbeid
Nadat in 2012 een principeakkoord gesloten werd omtrent de modernisering van het reglementaire en conventionele kader inzake uitzendarbeid, werd in 2013 CAO nr. 108 betreffende de tijdelijke arbeid en uitzendarbeid gesloten.
De ondertekenende organisaties verbonden zich om het gebruik van opeenvolgende dagcontracten voor uitzendarbeid tweejaarlijks te evalueren.
Niettegenstaande de NAR vaststelt dat inspanningen geleverd worden om het gebruik van opeenvolgende dagcontracten voor uitzendarbeid te reduceren, wenst men de strijd aan te binden met het oneigenlijk gebruik van opeenvolgende dagcontracten voor uitzendarbeid.
Basisprincipe
De Raad benadrukt dat het gebruik van opeenvolgende dagcontracten voor uitzendarbeid een flexibel, belangrijk instrument vormt dat bijdraagt tot de competitiviteit van de ondernemingen.
Daarnaast kan ook zo ingespeeld worden op de onvoorspelbaarheid van de economische realiteit en wordt zwartwerk of schijnzelfstandigheid deels voorkomen.
Voorsteloplossing Raad
De Raad wenst komaf te maken met het oneigenlijk gebruik van opeenvolgende dagcontracten voor uitzendarbeid door het instellen van een sanctiemechanisme. Indien bepaalde drempels van opeenvolgende dagcontracten van uitzendarbeid overschreden worden, zou een bijzondere socialezekerheidsbijdrage verschuldigd zijn.
Toepassingsgebied maatregel
Bij het bepalen van de drempel houdt men rekening met de uitzendkrachten die verbonden zijn met een uitzendkantoor op basis van opeenvolgende dagcontracten. Gepensioneerden, flexi-jobbers en gelegenheidswerkers tewerkgesteld in PC 144 (landbouw) en PC 145 (tuinbouwbedrijf) en PC 302 (hotelbedrijf) worden niet in aanmerking genomen.
Bijzondere socialezekerheidsbijdrage verschuldigd
Principe
Een bijzondere socialezekerheidsbijdrage is verschuldigd door de gebruiker die een bepaald aantal opeenvolgende dagcontracten (ODC) tijdens een semester heeft .
Concreet betekent dit:
Aantal opeenvolgende dagcontracten/semester/uitzendkracht/voor dezelfde gebruiker |
Bijzondere socialezekerheidsbijdrage, in EUR, per semester en per uitzendkracht |
0-39 |
0 |
40-59 |
10 x aantal ODC’s: minimaal 400 EUR, maximaal 590 EUR |
60-79 |
15 x aantal ODC’s: minimaal 900 EUR, maximaal 1.185 EUR |
80-99 |
30 x aantal ODC’s: minimaal 2.400 EUR, maximaal 2.970 EUR |
100 en meer |
40 x aantal ODC’s: minimaal 4.000 EUR |
Uitzondering
Gebruikers die een uitzonderlijke omstandigheid hebben, kunnen een aanvraag tot onderzoek van terugbetaling indienen bij de Commissie van Goede Diensten, na informatie en raadpleging van de ondernemingsraad, en bij ontstentenis van een ondernemingsraad, na informatie en raadpleging van de vakbondsafvaardiging, in de ondernemingen waarbinnen deze organen bestaan.
In deze aanvraag moet een bewijs geleverd worden dat informatie en raadpleging hebben plaatsgevonden. Daarnaast moeten de uitzonderlijke omstandigheden en de redenen waarom de responsabiliseringsbijdrage niet verschuldigd is, vermeld worden.
Het responsabiliseringsmechanisme zou vanaf 1 januari 2023 in werking treden.
Bron:
- Advies nr. 2.310 van 19 juli 2022 ‘Cao nr. 108 – Artikel 40 – Evaluatie van het gebruik van opeenvolgende dagcontracten voor uitzendarbeid’.
Dit bericht delen: