Mobiliteit: op welke bijdrage hebben mijn werknemers recht vanaf februari 2025?
Op 1 februari 2025 stijgt de prijs van een NMBS-treinkaart met 3,03%. Op hetzelfde ogenblik wordt de werkgeversbijdrage voor het eerst geïndexeerd als gevolg van een wijziging die door de sociale partners is ingevoerd. Die indexering is echter beperkt tot 2,015%.
Wat is de impact daarvan op je verplichting tot betaling van een bijdrage in de vervoerskosten?
Collectieve arbeidsovereenkomst nr. 19/9: een minimumverplichting
De financiële bijdrage van de werkgever in de prijs van het vervoer van de werknemers wordt bepaald door de collectieve arbeidsovereenkomst (cao) nr. 19/9, die in 2009 werd gesloten. Die cao verplicht werkgevers een bijdrage te betalen wanneer hun werknemers gebruik maken van de trein en/of andere openbare vervoersmiddelen voor hun woon-werkverplaatsingen. Ze is aanvullend, d.w.z. dat ze een na te leven minimumverplichting vastlegt.
De cao nr. 19/9 bevat een rooster met forfaitaire bedragen dat de werkgeversbijdrage bepaalt. Dat rooster is van toepassing naargelang van de afgelegde afstand.
Die bedragen stemden in 2019 overeen met 70% van de prijs van de treinkaart. In februari 2024, na de laatste indexering van de treinkaart, bedroeg die bijdrage nog maar 56% van de prijs van de treinkaart. Daarom hebben de sociale partners de cao nr. 19/11 goedgekeurd.
Cao nr. 19/11 - indexering van de bedragen
De cao nr. 19/11, die dateert van 8 april 2024, heeft op 1 juni 2024 een stijging doorgevoerd van het bedrag van de werkgeversbijdrage. Op 1 juni bedroeg die bijdrage 71,8% van de kosten van de treinkaart (februari 2024).
Om ervoor te zorgen dat de toekomstige indexeringen van de treinkaart de kloof tussen de werkgeversbijdrage en de kosten voor de werknemers niet doen toenemen, zal er tot 2029 een indexeringsmechanisme van kracht zijn.
Voortaan worden bij elke aanpassing van de treinkaart in februari ook de bedragen die in de cao nr. 19 zijn opgenomen, aangepast. Het indexeringspercentage is echter beperkt.
Het eerste procentpunt van de indexering van de treinkaart wordt volledig doorgerekend in de werkgeversbijdrage; daarna wordt de helft van de indexering doorgerekend en mag het indexeringspercentage van de werkgeversbijdrage niet meer bedragen dan 2,5%.
Dat verklaart waarom de werkgeversbijdrage waarvan sprake in de cao 19/11, op 1 februari 2025 stijgt met 2,015% terwijl de abonnementen voor woon-werkverkeer stijgen met 3,03%.
Voorbeelden
Hoeveel zal een treinabonnement kosten voor een werknemer die van Ottignies naar Brussel (26 km) reist?
In januari 2025 (vóór de indexatie) betaalt hij 124 EUR voor een maandabonnement en 1.240 EUR voor een jaarabonnement. In februari 2025 betaalt hij 128 EUR voor hetzelfde maandabonnement en 1.277 EUR voor een jaarabonnement.
Wat is de werkgeversbijdrage in dat abonnement?
Alles hangt af van de sector waarin de werknemer werkt.
Voor een sector waar de cao nr. 19 van toepassing is, moet de werkgever de werknemer 91 EUR terugbetalen als die een maandabonnement gebruikt en 908 EUR voor een jaarabonnement. Dat is bijvoorbeeld het geval in het aanvullend paritair comité voor arbeiders (PC 100), in de horeca (PC 302) en in de bankensector (PC 310).
Tal van sectoren voorzien in een bijdrage die evenredig is met de prijs van de abonnementen. In die sectoren zal de werkgeversbijdrage stijgen in verhouding tot de door de NMBS geplande stijging (3,03%). Dat is bijvoorbeeld het geval in het aanvullend paritair comité voor de bedienden (PC 200), in de sector van de verzekeringen (PC 307) en in de schoonmaaksector (PC 121).
Andere vervoermiddelen
De cao nr. 19/11 regelt alleen de werkgeversbijdrage in de kosten van abonnementen voor het openbaar vervoer. In sommige gevallen kan dat echter gevolgen hebben voor de bijdrage in de kosten van privévervoer (wagen).
Er zal per sector moeten worden bekeken wat de bepalingen zijn. Veel sectoren koppelen de bijdrage in de kosten van privévervoer aan het bedrag van de NMBS-abonnementen. Ook in dat geval stijgt die bijdrage in februari 2025.
Een ander aandachtspunt: op 1 januari 2025 is het bedrag van de fietsvergoeding waarin de cao nr. 164 voorziet, gestegen van 0,28 EUR per km naar 0,29 EUR per km en is het vrijgesteld maximumbedrag gestegen van 0,35 EUR per km naar 0,36 EUR per km, met een jaargrens van 3.610 EUR in 2025 (3.500 EUR in 2024).
Bron:
- Cao nr. 19/11 van 8 april 2024 tot wijziging van cao nr. 19/9 van 23 april 2019 betreffende de financiële bijdrage van de werkgever in de prijs voor het vervoer van werknemers.
Dit bericht delen: