Ministerraad keurt mobiliteitsbudget goed!
In de “Arbeidsdeal” werd de uitwerking van een mobiliteitsbudget opgenomen (cf. Nieuwsflash 30 juli 2018). Dit mobiliteitsbudget is een nieuwe regeling in het kader van duurzaam vervoer en komt naast de bestaande regeling van de mobiliteitsvergoeding (Cash4Car – voor meer info zie: Nieuwsflash 11 mei 2018) te staan.
De ministerraad keurde op 26 juli 2018 daaromtrent een wetsontwerp goed.
Hoe wordt het mobiliteitsbudget bekomen?
Werknemers die hun bedrijfswagen inruilen, krijgen een mobiliteitsbudget in de plaats.
Het mobiliteitsbudget is ook toegankelijk voor werknemers die geen bedrijfswagen hebben, maar er wel voor in aanmerking komen. Dat zorgt er bijvoorbeeld voor dat nieuwe werknemers onmiddellijk kunnen kiezen voor het mobiliteitsbudget.
Hoe groot dat mobiliteitsbudget is, wordt bepaald op basis van de reële kost van de vroegere (voorziene) bedrijfswagen.
Op welke wijze kan het budget worden besteed?
Een werknemer kan zijn mobiliteitsbudget besteden in drie pijlers:
- Pijler 1: een milieuvriendelijkere wagen;
- Pijler 2: duurzame vervoermiddelen en-diensten;
- Zachte mobiliteit: aankoop, onderhoud en verplichte uitrusting van alle soorten (elektrische) fietsen, bromfietsen, steps, monowheels, elektrische motorfietsen, … .
- Openbaar vervoer: zowel abonnementen als afzonderlijke tickets. Abonnementen moeten betrekking hebben op het woon-werkverkeer. Ook waterbussen komen in aanmerking. Individuele tickets kunnen ook voor anderen worden aangekocht, zoals voor gezinsleden.
- Georganiseerd gemeenschappelijk vervoer: bijvoorbeeld kantoorbussen.
- Pijler 3: restsaldo in loon.
Wordt het mobiliteitsbudget belast?
De eerste pijler wordt fiscaal op dezelfde manier behandeld als een bedrijfswagen vandaag.
De tweede pijler is volledig vrijgesteld van sociale en fiscale lasten, en dat zowel voor de werknemer als de werkgever.
Als het budget op het einde van het jaar (het mobiliteitsbudget wordt berekend op jaarbasis) niet volledig is opgebruikt, ontvangt de werknemer het restsaldo in loon. Dat saldo is vrijgesteld van personenbelasting, maar er moeten wel sociale zekerheidsbijdragen op betaald worden.
Ook interessant voor werknemers die dicht bij het werk wonen
Ook wie dicht bij het werk woont en zich vooral te voet verplaatst, haalt voordeel uit het mobiliteitsbudget. Dichtbij wonen is namelijk ook een duurzame mobiliteitsoplossing.
Wie binnen een straal van 5 kilometer van het werk woont, kan het mobiliteitsbudget gebruiken voor het betalen van de huur van een woning of appartement. Wordt de woning of het appartement in kwestie niet gehuurd maar aangekocht, dan kan het mobiliteitsbudget gebruikt worden voor de interesten op de hypothecaire lening. De kapitaalsaflossingen komen niet in aanmerking.
Vanaf wanneer?
Het mobiliteitsbudget wordt ingevoerd vanaf 1 oktober 2018.
Het initiatief voor het invoeren van het mobiliteitsbudget ligt bij de werkgever.
Bron:
- Persbericht – www.krispeeters.be
Dit bericht delen: