Maatwerkbedrijven vallen vanaf 2022 onder categorie 3 structurele vermindering
Maatwerkbedrijven zijn in hoofdzaak de 'voormalige' sociale en beschutte werkplaatsen in het Vlaams Gewest die behoren tot het paritair subcomité voor de Vlaamse sector van de beschutte werkplaatsen, de sociale werkplaatsen en de maatwerkbedrijven (PC 327.01).
Zij worden vanaf 1 januari 2022 onder categorie 3 van de structurele vermindering ingedeeld.
Hierdoor wordt een einde gemaakt aan de verschillende behandeling van de maatwerkbedrijven en voormalige sociale en beschutte werkplaatsen voor onder andere de structurele vermindering.
Situering
De tewerkstelling van bepaalde werknemers kan een RSZ-vermindering voor de werkgever opleveren.
Om te bepalen of een werknemer het recht opent op deze structurele vermindering moet nagegaan worden of de werknemer behoort tot categorie 1, 2 of 3 van de structurele vermindering.
Momenteel geldt de volgende onderverdeling:
- categorie 1 van de structurele vermindering: werknemers die niet tot categorie 2 of 3 van de structurele vermindering behoren en vanaf het 2de kwartaal 2016 de werknemers van de Koninklijke Muntschouwburg en het Paleis voor Schone Kunsten tewerkgesteld onder een arbeidsovereenkomst;
- categorie 2 van de structurele vermindering: werknemers die tewerkgesteld zijn door werkgevers die onder het toepassingsgebied van de sociale maribel vallen met uitzondering van de werknemers tewerkgesteld bij een werkgever onder het paritair comité voor de diensten voor gezins- en bejaardenhulp en zij die worden tewerkgesteld in een erkende beschutte werkplaats;
- categorie 3 van de structurele vermindering: werknemers die worden tewerkgesteld in een erkende beschutte werkplaats. Hierbij wordt een onderscheid gemaakt op basis van het al dan niet verschuldigd zijn van de loonmatiging voor de werknemers.
De 'voormalige sociale werkplaatsen/maatwerkbedrijven' behoren momenteel tot categorie 1 voor de structurele lastenvermindering. Beschutte werkplaatsen daarentegen behoren tot categorie 3 voor de structurele lastenvermindering
Vanaf 1 januari 2022 ressorteren alle maatwerkbedrijven onder categorie 3 voor de berekening van de structurele vermindering.
Maatwerkbedrijven en sociale werkplaatsen streven immers gelijkaardige doelstellingen als beschutte werkplaatsen na, onder andere de tewerkstelling van personen die moeilijkheden ervaren om in het zogenaamde reguliere arbeidscircuit aan de slag te gaan.
De overgang van categorie 1 naar categorie 3 van de structurele vermindering brengt onder meer met zich mee dat vanaf 1 januari 2022 de gedeeltelijke vrijstelling doorstorting bedrijfsvoorheffing nacht- en ploeg niet meer kan toegepast worden.
De doelgroepvermindering voor oudere werknemers valt ook weg vanaf 1 januari 2022.
Tot slot zou ook de loonmatigingsbijdrage niet meer verschuldigd zijn voor mindervalide werknemers van alle maatwerkbedrijven.
Let wel: bovenvermelde is gebaseerd op ontwerpwetgeving en bijgevolg nog aan wijzigingen onderhevig.
Bron:
- Wetsontwerp van 1 december 2021 ‘Ontwerp van programmawet’.
Dit bericht delen: