Leggen we vanaf 2019 massaal ons sociaal passief aan?
Het sociaal passief werd ingevoerd als begeleidingsmaatregel bij het Eenheidsstatuut. Door het aanleggen van een sociaal passief kan geanticipeerd worden op de kostprijs van potentiële ontslagen door het deels ten laste te leggen van het fiscaal resultaat.
Het totaal van de vrijstelling die voor een bepaalde werknemer genoten wordt, moet terug aan de winsten of baten worden toegevoegd op het ogenblik dat de werknemer het bedrijf verlaat.
Het op dat ogenblik aldus verhoogde resultaat kan dan worden verminderd met de eventuele kosten die effectief met de beëindiging van de arbeidsovereenkomst van de werknemer gepaard zouden gaan.
Niettegenstaande deze maatregel in 2019 voor de eerste keer zal toegepast kunnen worden, zijn er op heden nog heel wat prangende onduidelijkheden wat betreft de praktische toepassing van deze maatregel.
Hieronder lichten we alvast de krijtlijnen van het sociaal passief toe. Alsook staan we stil bij een aantal blijvende onduidelijkheden.
Voorwaarden in hoofde van werkgever
- Belastbaar resultaat vereist;
- NIET voor werkgever die aan rechtspersonenbelasting onderworpen is;
- Bijhouden nominatieve lijst met aantal verplichte vermeldingen:
- volledige identiteit alsmede, in voorkomend geval, het nationaal nummer;
- datum van indiensttreding;
- anciënniteit verworven binnen het Eenheidsstatuut;
- de bruto belastbare bezoldigingen die aan de werknemer zijn betaald of toegekend met inbegrip van de sociale werknemersbijdragen, in voorkomend geval beperkt tot het wettelijk in aanmerking te nemen voorziene bedrag.
Voorwaarden in hoofde van werknemer
- Minstens 5 dienstjaren in het Eenheidsstatuut hebben.
Op heden is het nog onduidelijk wanneer aan de bovenvermelde anciënniteitsvoorwaarde moet voldaan zijn. Moet de werknemer 5 dienstjaren in het Eenheidsstatuut hebben bij de start of bij het afsluiten van het boekjaar?
Bedrag vrijstelling
Het vrijgestelde bedrag is gelijk aan 3 weken bezoldiging per begonnen dienstjaar vanaf het zesde dienstjaar na 1 januari 2014 en aan 1 week bezoldiging per bijkomend begonnen dienstjaar vanaf het 21ste dienstjaar na 1 januari 2014.
In het begrotingsakkoord van juli 2018 werd voorzien dat de vrijstelling voor het sociaal passief gespreid zou worden over 5 opeenvolgende jaren. De jaarlijkse vrijstelling zou hierdoor beperkt worden tot een maximum van 20 % van het totale sociale passief van dat jaar en de overige 80 % van dit bedrag zou toegekend worden in schijven van 20 %, die vrijgesteld zouden worden over de volgende 4 jaren.
Op heden voorziet de vigerende wetgeving nog niet in deze vooropgestelde spreiding.
Een belangrijke openstaande problematiek betreft de loonelementen die in aanmerking moeten genomen worden bij de opbouw van het sociaal passief.
Bij het bepalen van het vrijgesteld bedrag moet rekening worden gehouden met het hierna vermelde loonplafond:
- 100 % van de schijf van 0,01 EUR tot 1.500 EUR;
- 30 % van de schijf van 1.500,01 EUR tot 2.600 EUR.
Formaliteiten
Indien men gebruik wenst te maken van deze fiscale gunstmaatregel, zal er een nominatieve lijst ter beschikking gehouden moeten worden met een aantal verplichte vermeldingen:
- Volledige identiteit alsmede, in voorkomend geval, het nationaal nummer;
- De datum van indiensttreding;
- De anciënniteit verworven binnen het Eenheidsstatuut;
- De bruto belastbare bezoldigingen die aan de werknemer zijn betaald of toegekend met inbegrip van de sociale werknemersbijdragen, in voorkomend geval te beperken tot het wettelijk in aanmerking te nemen voorziene bedrag.
Bron:
- Wet 26 december 2013 betreffende de invoering van het eenheidsstatuut tussen arbeiders en bedienden inzake de opzeggingstermijnen en de carensdag en begeleidende maatregelen, BS 31 december 2013.
- KB 25 april 2014 tot wijziging van het KB/WIB 92 met betrekking tot het vaststellen van het maximumbedrag van de vrijstelling inzake het sociaal passief ingevolge het eenheidsstatuut, BS 14 mei 2014.
- KB 25 april 2014 tot wijziging van het KB/WIB 92 met betrekking tot de toepassingsmodaliteiten inzake het sociaal passief ingevolge het eenheidsstatuut, BS 14 mei 2014.
Dit bericht delen: