Leg uw opleidingsplannen 2023-2024 nog elektronisch neer!
Met de Arbeidsdeal kwam de verplichting tot het opstellen van een jaarlijks opleidingsplan voor bepaalde werkgevers.
Dit plan moest onder meer elektronisch neergelegd worden bij de door de koning aan te wijzen ambtenaar. Omwille van het ontbreken van wetgeving bleef dit lange tijd dode letter.
Recent gepubliceerde wetgeving brengt hierin verandering.
Lees verder en ontdek de krijtlijnen.
Toepassingsgebied
Werkgevers die onder het toepassingsgebied van de wet van 5 december 1968 betreffende de collectieve arbeidsovereenkomsten en de paritaire comités vallen die minstens 20 werknemers tewerkstellen, moeten jaarlijks een opleidingsplan opstellen.
Inhoud opleidingsplan
Het opleidingsplan kan in papieren of elektronische vorm voor een minimumduur van 1 jaar gesloten worden.
Het bevat zowel formele als informele opleidingen.
Daarnaast verduidelijkt het opleidingsplan op welke wijze de opleidingen bijdragen tot de algemene opleidingsinspanning die op sectoraal niveau is vastgesteld.
Ten slotte schenkt men bij het opstellen van het opleidingsplan bijzondere aandacht aan bepaalde risicogroepen en de genderdimensie. Denk onder andere aan werknemers van minstens 50 jaar oud en knelpuntberoepen.
Het paritair (sub)comité kan een algemeen verbindend verklaarde cao afsluiten die bijkomend minimale voorwaarden bepaalt waaraan een opleidingsplan moet voldoen.
Vorm opleidingsplan
De werkgever bepaalt vrij de vorm van het opleidingsplan. Er is geen verplicht model.
De sociale partners kunnen evenwel bij een algemeen verbindend verklaarde collectieve arbeidsovereenkomst de minimumvoorwaarden vaststellen waaraan een opleidingsplan moet voldoen voor de werkgevers die onder het toepassingsgebied van die overeenkomst vallen.
Procedure opstellen opleidingsplan
Het opleidingsplan wordt opgesteld na het raadplegen van de ondernemingsraad of, bij ontstentenis ervan, de vakbondsafvaardiging.
Het ontwerp van het opleidingsplan moet uiterlijk begin maart van het betrokken jaar worden meegedeeld.
De ondernemingsraad, of bij ontstentenis ervan de vakbondsafvaardiging, geeft advies over het ontwerp tegen uiterlijk 15 maart. Indien er binnen de onderneming geen ondernemingsraad of vakbondsafvaardiging aanwezig is, moet de werkgever het opleidingsplan voorleggen aan de werknemers tegen uiterlijk 15 maart.
Nadat het overleg heeft plaatsgevonden en de adviezen zijn meegedeeld, moet het opleidingsplan uiterlijk op 31 maart opgesteld worden.
Het plan moet in de onderneming bewaard worden en elektronisch neergelegd worden binnen de maand na de inwerkingtreding ervan bij de door de koning aangewezen ambtenaar, met name de directeur-generaal van de algemene directie toezicht van de sociale wetten van de FOD WASO.
Let wel: de opleidingsplannen voor 2023 en 2024 moeten uiterlijk op 1 maart 2025 overgemaakt worden.
Indien het opleidingsplan persoonlijke gegevens van de werknemer bevat, moet het opleidingsplan geanonimiseerd worden alvorens de kopie van het opleidingsplan over te maken.
De elektronische neerlegging gebeurt via de toepassing transfer.werk.belgie.be.
Bron:
- Koninklijk besluit van 14 juli 2024 tot uitvoering van artikel 38 en de artikelen 46 tot en met 48 van de wet van 3 oktober 2022 houdende diverse arbeidsbepalingen, BS 2 september 2024.
Dit bericht delen: