Krijtlijnen m.b.t. responsabilisering werknemers en werkgevers bij 'Terug-naar-Werk-trajecten'
Het begrotingsakkoord van oktober 2021 focuste onder meer op de talrijke werknemers die in langdurig ziekteverlof zijn.
Met een hervormd ‘Terug-naar-Werk-traject’ en de responsabilisering van de verschillende actoren beoogt men het tij te keren.
Recent keurde de ministerraad een aantal belangrijke maatregelen van de minister van Sociale Zaken en Volksgezondheid Frank Vandenbroucke goed.
Ontdekt u graag de concrete draagwijdte van de vooropgestelde maatregelen? Lees dan even verder!
Terug Naar Werk Beleid
Responsabilisering werknemer
Het tijdig opstarten van een traject ‘werken aan werk’ blijkt essentieel. Tijdens dit traject worden mensen begeleid op een aangepast tempo.
Dit begeleidingstraject verloopt via een spontaan of een systematisch spoor.
Een arbeidsongeschikte persoon kan zelf het initiatief nemen om snel acties op te starten. Dit is het zogenaamde ‘spontane spoor’.
De andere mogelijkheid bestaat erin dat het begeleidingstraject verloopt via een systematisch spoor. Hierbij worden een aantal acties opgezet die vanaf de 10de week het thema ‘werk’ op de radar van de arbeidsongeschikte persoon zetten.
Personen die 10 weken arbeidsongeschikt zijn, ontvangen een vragenlijst waarin gepolst wordt naar de zienswijze van de betrokkene en een inschatting van de situatie. Deze moet binnen de 2 weken ingevuld teruggestuurd worden.
Op basis van de input van de vragenlijst maakt de medisch adviseur een eerste inschatting van de mogelijkheden.
Indien er mogelijkheden zijn, wordt een gesprek met de TNW-coördinator ingepland en een opvolgingsprocedure voorzien.
Vanaf 1 januari 2023 worden responsabiliseringsmaatregelen ingevoerd voor werknemers die weigeren in te gaan op uitnodigingen voor een contactmoment met de adviserend arts of de TNW-coördinator.
Invullen vragenlijst
Werknemers die 10 weken arbeidsongeschikt zijn, ontvangen een vragenlijst. Indien deze niet binnen de 2 weken wordt teruggestuurd, kan de adviserend arts aan de TNW-coördinator vragen om contact op te nemen en hulp aan te bieden. Let wel: de adviserend arts kan een uitzondering maken om medische redenen.
Indien na de contactopname en eventuele geboden hulp nog geen ingevulde vragenlijst werd teruggestuurd, kan de adviserend arts de persoon uitnodigen voor een medisch onderzoek, hiervan kan afgeweken worden om medische redenen. De persoon moet op die afspraak met de adviserende arts verschijnen.
Bij het niet verschijnen op deze afspraak krijgt de persoon een verwittiging via een aangetekend schrijven en een voorstel van nieuwe datum (binnen de maand).
Indien de persoon dan nog steeds niet reageert of niet opdaagt op de tweede afspraak, wordt 2,5% van zijn ziekte-uitkering ingehouden vanaf de dag waarop normaal de tweede afspraak zou plaatsvinden. Deze inhouding stopt op de dag dat de persoon contact opneemt om een nieuwe datum vast te leggen. De persoon wordt hiervan per aangetekende brief in kennis gesteld.
Indien de persoon vervolgens weer niet opdaagt, wordt een derde aangetekend schrijven verstuurd met de melding dat de 2,5% inhouding verder zal blijven lopen tot de dag voor het effectieve onderzoek door de adviserend arts.
Eerste contact met de TNW-coördinator
Indien de adviserend arts oordeelt dat een aangepaste tewerkstelling mogelijk is, kan aan de TNW-coördinator gevraagd worden om een uitnodiging voor een eerste gesprek te versturen. Hierin wordt nagegaan in welke mate een persoon zich klaar voelt om terug het werk te hervatten en welke ondersteuning hierbij noodzakelijk is.
Bij een afwezigheid op het eerste contactmoment wordt een aangetekende zending overgemaakt aan de betrokkene. Hierin wordt onder meer een nieuwe datum voor het eerste contactmoment voorgesteld binnen de maand. Daarnaast wordt de betrokkene verwittigd dat indien hij nogmaals afwezig is op de afspraak de uitkeringen met 2,5% worden verminderd.
Indien de betrokkene voor de tweede keer afwezig is op het eerste contactmoment vertrekt een aangetekend schrijven naar de betrokkene. Hierin wordt gemeld dat zijn uitkering verminderd wordt met 2,5% vanaf de datum vastgesteld voor het eerste contactmoment tot het ogenblik dat hij contact opneemt om een nieuwe datum vast te leggen.
Bij een derde afwezigheid op het eerste contactmoment wordt de uitkering verminderd met 2,5% tot en met de dag voordat dit eerste contactmoment effectief plaatsvindt.
Responsabilisering werkgever
De responsabilisering speelt ook op werkgeversniveau.
Bedrijven met gewoonlijk gemiddeld 50 werknemers met een bovenmatige instroom van langdurige arbeidsongeschikte (invaliditeit) werknemers zullen een specifieke werkgeversbijdrage van 0,625% op het totaal van de kwartaallonen betalen.
De bijdrage is verschuldigd vanaf het eerste kwartaal 2023, voor de intredes in 2022. De ondernemingen die dreigen deze bijdrage verschuldigd te zijn zullen steeds 2 kwartalen voorafgaand aan het kwartaal waarin de bijdrage wordt berekend, verwittigd worden.
Concreet zullen de eerste verwittigingen verstuurd worden uiterlijk in september/oktober 2022. De eerste bijdragen worden dan berekend in het tweede kwartaal van 2023.
Met de werkgeversbijdrage zullen preventieve maatregelen inzake gezondheid en veiligheid op het werk en/of maatregelen inzake duurzame herinschakeling van langdurig zieken genomen worden. De bevoegde paritaire comités zullen hieromtrent bovendien ook nog cao’s moeten afsluiten.
Het wetgevend kader dat gedeeltelijk voorzien was in de programmawet van 27 december 2021 zal nog een aantal aanpassingen ondergaan.
Let op: bovenvermelde is gebaseerd op ontwerpwetgeving en bijgevolg nog aan wijzigingen onderhevig.
Bron:
- Berichtgeving Federale ministerraad van 13 mei 2022 ‘Responsabilisering van de werknemers en de werkgevers in het kader van de ‘Terug-naar-werk-trajecten’;
- Persnota vice-eerste minister, Minister van Sociale Zaken en Volksgezondheid Frank Vandenbroucke ‘Terug naar Werk’.
Dit bericht delen: