menu
Komt er een alternatief voor het verenigingswerk?
Datum: 18/09/2020 Afdeling: Flash
Dit bericht delen:
Enige tijd terug dropte het Grondwettelijk Hof een bommetje onder de regeling van onbelast bijverdienen. Niettegenstaande men de regeling inzake onbelast bijverdienen vernietigde, besliste men dat onbelast bijverdienen nog mogelijk was tot 31 december 2020.
Een recent wetsvoorstel beoogt alsnog een aangepast wettelijk kader voor verenigingswerk te voorzien. Benieuwd naar de meest opvallende krijtlijnen van dit voorstel?
- Beroep doen op verenigingswerk is mogelijk voor een aantal specifiek toegestane activiteiten. Denk hierbij onder meer aan de activiteiten van sporttrainers, animatoren en begeleiders van schooluitstappen. Deze activiteiten worden uitgeoefend voor een persoon, anders dan diegene die de activiteit verricht van een groep of organisatie of van de samenleving als geheel.
- De verenigingswerker oefent gewoonlijk en hoofdzakelijk een beroepsactiviteit uit. Dit vertaalt zich onder meer in de concrete vereiste dat de werknemer een totale tewerkstelling van minstens 4/5de van een voltijdse tewerkstelling van een referentiepersoon van de sector waarin de 4/5de tewerkstelling wordt gepresteerd, moet hebben gedurende het referentiekwartaal T-3 dat aan het begin van de tewerkstelling als verenigingswerker voorafgaat.
- Er worden een aantal onverenigbaarheden voorzien met het statuut als verenigingswerker, zoals de verenigingswerknemer kan niet simultaan verbonden zijn met een arbeidsovereenkomst met dezelfde organisatie als diegene waarvoor hij prestaties levert in het kader van verenigingswerk.
- Een schriftelijke overeenkomst inzake verenigingswerk met een aantal verplichte vermeldingen moet afgesloten worden uiterlijk op de effectieve aanvang van het verenigingswerk. Deze overeenkomst is steeds van bepaalde duur en kan een maximale duur van één jaar hebben. Bovendien wordt voorzien in een aantal specifieke bepalingen m.b.t. het afsluiten van opeenvolgende verenigingswerkovereenkomsten.
- Indien u beroep doet op een verenigingswerknemer, doet u een voorafgaande elektronische aangifte aan de RSZ.
- Het nieuw wetgevend kader voorziet in specifieke modaliteiten inzake beëindiging van de overeenkomst. Zo wordt onder meer voorzien in specifieke na te leven opzeggingstermijnen en gaat de opzegging steeds in de dag volgend op de dag van de kennisgeving.
- Een verenigingswerknemer kan maximaal maandelijks gemiddeld 50 uren verenigingswerk leveren.
- De vergoeding die gepaard gaat met het verenigingswerk wordt in onderling akkoord bepaald. Er geldt een jaarlijks maximumplafond van 6.340 EUR/jaar en 528,33 EUR/maand.
- Bepaalde bepalingen inzake arbeidsduur moeten gerespecteerd worden.
Bron:
- Wetsvoorstel van 8 juli 2020 betreffende het verenigingswerk.
Dit bericht delen: