Is de structurele vermindering binnenkort weer aan wijzigingen onderhevig?
Door toepassing te maken van de structurele vermindering kan u genieten van een vermindering van de patronale basisbijdragen voor de sociale zekerheid.
De laatste jaren werd hevig gesleuteld aan de formule van de structurele vermindering. Het recent advies van de NAR maakt duidelijk dat hier binnenkort verder aan getornd zal worden.
Ontdek hieronder wat de wetgevende initiatieven hieromtrent zijn en de ingenomen houding van de Nationale Arbeidsraad.
Principe berekening structurele vermindering
De tewerkstelling van bepaalde werknemers kan een RSZ-vermindering voor de werkgever opleveren. Om te bepalen of een werknemer het recht opent op deze structurele vermindering moet nagegaan worden of de werknemer behoort tot categorie 1, 2 of 3 van de structurele vermindering.
- Onder categorie 1 van de structurele vermindering vallen de werknemers die niet tot categorie 2 of 3 van de structurele vermindering behoren en vanaf het 2de kwartaal 2016 de werknemers van de Koninklijke Muntschouwburg en het Paleis voor Schone Kunsten tewerkgesteld onder een arbeidsovereenkomst;
- Onder categorie 2 van de structurele vermindering vallen de werknemers die tewerkgesteld zijn door werkgevers die onder het toepassingsgebied van de sociale maribel vallen met uitzondering van de werknemers tewerkgesteld bij een werkgever onder het paritair comité voor de diensten voor gezins- en bejaardenhulp en zij die worden tewerkgesteld in een erkende beschutte werkplaats;
- Onder categorie 3 van de structurele vermindering vallen de werknemers die worden tewerkgesteld in een erkende beschutte werkplaats. Hierbij wordt een onderscheid gemaakt op basis van het al dan niet verschuldigd zijn van de loonmatiging voor de werknemers.
Vooropgestelde wijzigingen aan berekening structurele vermindering
Categorie 1 van de structurele vermindering
De ontwerpwetgeving beoogt geen wijzigingen aan te brengen aan de berekening van de structurele vermindering voor de werknemers die behoren tot categorie 1.
De formule zou dus blijven 0,1400 x (9.215,70 – S).
Categorie 2 van de structurele vermindering
Op heden wordt de structurele vermindering voor de werknemers die behoren tot de tweede categorie van de structurele vermindering als volgt berekend: 49,00 + 0,2557 x (7.741,80 – S) + 0,0600 x (W – 13.514,80).
Het ontwerp van koninklijk besluit voorziet in een verhoging van het forfait van de structurele bijdragevermindering vanaf 1 januari 2021. De Nationale Arbeidsraad toont zich voorstander van deze aanpassing, maar betreurt dat het budget pas vanaf 1 januari 2021 besteed kan worden.
Categorie 3 van de structurele vermindering
Werknemers met loonmatiging
De omvang van de structurele vermindering wordt momenteel bepaald als volgt: 0,1400 x (9.832,80 – S).
De ontwerpwetgeving voorziet in een verhoging van de lageloongrens tot 9.985,80 EUR. De NAR stemt hiermee in.
Werknemers zonder loonmatiging
De structurele vermindering voor de categorie 3 van de structurele vermindering zonder loonmatiging wordt als volgt bepaald: 375,00 + 0,1785 x (9.215,70 – S).
De ontwerpwetgeving voorziet in een optrekking van de lageloongrens tot 9.480,90 EUR. Daarnaast zou het forfait van 375 EUR naar 630 EUR opgetrokken worden.
De Nationale Arbeidsraad stelt een lageloongrens van 9.480,90 EUR voorop en een forfait van 495 EUR.
Let wel: bovenvermelde wijzigingen zijn nog niet definitief en zijn bijgevolg nog aan wijzigingen onderhevig.
Bron:
- Advies nr. 2.196 van 26 januari 2021 - Ontwerp van koninklijk besluit tot wijziging van het koninklijk besluit van 16 mei 2003 tot uitvoering van het Hoofdstuk 7 van Titel IV van de programmawet van 24 december 2002 (I), betreffende de harmonisering en vereenvoudiging van de regelingen inzake verminderingen van de sociale zekerheidsbijdragen.
Dit bericht delen: