Hoe zal het vernieuwde artikel 39ter van de arbeidsovereenkomstenwet vorm krijgen?
Bij de invoering van het eenheidsstatuut kregen sectoren vijf jaar de tijd om in bepaalde situaties in een alternatieve invulling te voorzien van de opzeggingstermijn of -vergoeding ten belope van 1/3de ervan.
Omwille van het uitblijven van de noodzakelijke sectorale cao’s hieromtrent, besloot de RSZ de bijzondere bijdrage die verschuldigd was indien het ene deel van het ontslagpakket (opzeggingstermijn / opzeggingsvergoeding) in zijn geheel bestaat uit een opzeg of vergoeding en geen andere inzetbaarheidsverhogende maatregelen bevat, niet te innen.
De Beleidsnota Werk van 29 oktober 2021 stelt een nieuwe invulling van artikel 39ter arbeidsovereenkomstenwet voorop. Hiermee beoogt men alsnog te voorzien in een concrete implementatie van de maatregel.
Huidige invulling artikel 39ter arbeidsovereenkomstenwet
Een deel van de opzeggingstermijn of –vergoeding moet door de sectoren ingevuld worden door maatregelen die de ontslagen werknemer helpen om terug op de arbeidsmarkt te komen. Denk hierbij aan het volgen van outplacement, gerichte opleidingen en de bijstand van de dienst voor arbeidsbemiddeling.
De toepassing van de inzetbaarheidsverhogende maatregelen mocht er in geen geval toe leiden dat de opzeggingstermijn of de opzeggingsvergoeding lager werd dan 26 weken, met andere woorden:
- 2/3 van de opzeggingstermijn / opzeggingsvergoeding moet worden gepresteerd / uitbetaald, met een minimum van 26 weken;
- 1/3 van de opzeggingstermijn / opzeggingsvergoeding kan vervangen worden door maatregelen uitgewerkt in de sector.
De wet stelt dat de outplacementbegeleiding, wanneer van toepassing, een onderdeel vormde van de 1/3 inzetbaarheidsverhogende maatregelen.
Omwille van het uitblijven van sectorale cao’s heeft de RSZ afgezien van de inning van de bijzondere bijdrage indien het ene deel van het ontslagpakket (opzeggingstermijn / opzeggingsvergoeding) in zijn geheel bestaat uit een opzeg of vergoeding en dus geen andere inzetbaarheidsverhogende maatregelen bevat.
De bijdrage, zijnde 1 % voor de werknemer en 3 % voor de werkgever, ging berekend worden op het loon voor het deel van de opzeggingstermijn dat minimum boven de 26 weken is gelegen en voor zover deze 1/3 van het ontslagpakket vertegenwoordigt.
Hervormd artikel 39ter arbeidsovereenkomstenwet
De Beleidsnota Werk van 29 oktober 2021 stelt een hervorming en aanpassing van het bestaande artikel 39ter arbeidsovereenkomstenwet voorop. Hiermee wil men een concrete implementatie van het desbetreffende wetsartikel mogelijk maken.
Werknemers waarvan de arbeidsovereenkomst door de werkgever wordt beëindigd, die minstens 30 weken recht hebben op een opzeggingstermijn of een opzeggingsvergoeding, zouden onder het toepassingsgebied van de maatregel vallen.
Bij deze werknemers zou de opzeggingstermijn in twee delen worden gesplitst:
- een deel A dat overeenkomt met 2/3 van de totale opzeggingstermijn met een minimum van 26 weken;
- en een deel B dat overeenkomt met het resterende gedeelte.
Voor deel A zouden de huidige regels ongewijzigd blijven.
Deel B zou nog steeds worden betaald in de vorm van een opzeggingsvergoeding. De werkgeversbijdragen voor dit deel B zouden worden betaald aan een dienstverlener cf. de wet van 5 september 2001 tot de verbetering van de werkgelegenheidsgraad van de werknemers.
Bovendien zou de werknemer zich beschikbaar moeten stellen en inzetbaarheidsmaatregelen volgen die door de dienstverlener worden aangeboden gedurende een periode die overeenkomt met deel B.
De aangeboden maatregelen zouden moeten voldoen aan bepaalde kwaliteitscriteria.
Let wel: bovenvermelde is gebaseerd op ontwerpwetgeving en bijgevolg nog aan wijzigingen onderhevig.
Bron:
- Beleidsnota werk van 29 oktober 2021.
Dit bericht delen: