Hoe wordt de verhoging van het minimumloon vanaf 1 april 2022 opgevangen?
Het IPA 2021-2022 stelde een stapsgewijze verhoging van het GGMI voor. Vanaf 1 april 2022 vervalt het huidig onderscheid op het vlak van leeftijd en anciënniteitsvoorwaarden bij het GGMI (cao nr. 43). Het minimumloon dat geldt voor een 18-jarige wordt verhoogd met 76,28 EUR bruto/maand.
Vanaf 1 april 2024 en 1 april 2026 zal het minimumloon verder opgetrokken worden. Een eventuele verhoging van het GGMI vanaf 1 april 2028 is mogelijk onder strikte voorwaarden.
De sociale partners hadden de regering gevraagd om de meerkost van de verhoging van het minimumloon op 1 april 2022 zoveel mogelijk te compenseren door de invoering van een zeerlagelonencomponent. Deze zeerlagelonencomponent zal ook een gedeelte van de loonkost compenseren die gepaard gaat met het optrekken van het GGMI vanaf 1 april 2024 en 1 april 2026.
Deze zeerlagelonencomponent werkt volgens hetzelfde mechanisme als de lagelooncomponent van de structurele vermindering en maakt integraal deel uit van de structurele vermindering. Dezelfde regels zijn van toepassing.
De zeerlagelonencomponent is enkel van toepassing op de lonen die zich iets boven het minimumloon bevinden en komt bovenop het forfaitair bedrag F en de lagelonencomponent.
Een KB moet deze maatregel nog verder uitwerken.
Let wel: bovenvermelde bespreking is gebaseerd op ontwerpwetgeving en is bijgevolg nog aan wijzigingen onderhevig.
Bron:
- Wetsontwerp van 28 oktober 2021 tot uitvoering van de interprofessionele onderhandelingen voor de periode 2021-2022 (DOC 55 2304/001).
Dit bericht delen: