Hoe krijgt het GGMMI vorm vanaf 1 april 2022?
In het IPA-akkoord 2021-2022 werd een stapsgewijze verhoging van het GGMMI vanaf 1 april 2022 vooropgesteld. Een verdere optrekking wordt voorzien op 1 april 2024 en 1 april 2026.
GGMI vanaf 1 april 2022 – werknemers van 18 jaar en ouder
Toepassingsgebied
Elke werkgever van de privésector moet aan zijn werknemers van minstens 18 jaar een loon betalen dat minstens gelijk is aan het minimummaandinkomen vastgesteld door de Nationale Arbeidsraad (cao nr. 43). Dit geldt niet indien er loonbarema’s vastgesteld werden door het paritair comité waaronder de werkgever ressorteert.
Om na te gaan of het GGMMI nageleefd werd op het einde van het jaar of bij uitdiensttreding, moeten alle vaste en veranderlijke lonen worden samengeteld, inclusief eindejaarspremie en andere premies, maar met uitsluiting van het enkel en dubbel vakantiegeld, kostenvergoedingen en eventueel overloon.
Let wel: paritaire comités kunnen bij cao eigen modaliteiten bepalen betreffende de inhoud en de berekening van het GGMMI en de koppeling ervan aan de index.
Bedrag
Vanaf 1 april 2022 vervalt het onderscheid op basis van leeftijd en anciënniteit. Hierdoor zal het GGMMI vanaf de leeftijd van 18 jaar steeds 1.806,16 EUR zijn.
Sectoren met een eigen GGMMI moeten dit GGMMI per 1 april 2022 toetsen aan het verhoogde basisbedrag van het nationale GGMMI. Indien het sectorale GGMMI op dat moment lager ligt, dan wordt dit opgetrokken tot op het niveau van het nationale GGMMI.
GGMMI bepaalde werknemers jonger dan 18 jaar en bepaalde studenten onder de 21 jaar
Toepassingsgebied
Voor bepaalde werknemers jonger dan 18 jaar en bepaalde studenten onder de 21 jaar is CAO nr. 50 van toepassing. Let wel: CAO nr. 50 geldt enkel:
- in de sectoren die niet onder een paritair comité vallen;
- in de sectoren die vallen onder een paritair comité dat niet is samengesteld;
- in de sectoren waarvoor het paritaire comité geen minima of lonen voor de jonge werknemers (< 21 jaar) heeft vastgesteld.
Aldus rijst de vraag of de sector/het PC al dan niet in minimumlonen voor de werknemers onder de 21 jaar voorziet.
Het is daarbij niet voldoende om na te gaan of de sectorale cao percentages bevat voor studenten en/of jongeren. Immers, wanneer een sectorale cao barema’s vastlegt zonder uitdrukkelijk de jongeren uit te sluiten, dan moet worden vermoed dat deze barema’s ook op hen van toepassing zijn en dat cao NAR nr. 50 bijgevolg niet van toepassing is.
Bedrag
Vanaf 1 april 2022 worden de degressieve percentages die toegepast worden op het GGMMI bij werknemers jonger dan 18 jaar en bepaalde studenten onder de 21 jaar verlaagd.
Concreet betekent dit het volgende:
Leeftijd |
% GGMMI |
Bedrag GGMMI |
20 jaar |
90% |
1.625,54 EUR |
19 jaar |
85% |
1.535,24 EUR |
18 jaar |
79% |
1.426,87 EUR |
17 jaar |
73% |
1.318,50 EUR |
16 jaar en jonger |
67% |
1.210,13 EUR |
Bron:
- CAO nr. 43/16 van 9 maart 2022 ‘Collectieve arbeidsovereenkomst tot wijziging van de collectieve arbeidsovereenkomst nr. 43 van 2 mei 1988 betreffende de waarborg van een gemiddeld maandinkomen’.
- CAO nr. 50/4 van 15 juli 2021 ‘Collectieve arbeidsovereenkomst tot wijziging van de collectieve arbeidsovereenkomst nr. 50 van 29 oktober 1991 betreffende de waarborg van een gemiddeld minimummaandinkomen voor werknemers onder de 21 jaar, gewijzigd door de collectieve arbeidsovereenkomsten nr. 50 bis van 28 maart 2013, en nr. 50 ter van 26 mei 2015’.
Dit bericht delen: