Herwaardering aanvullende vergoeding SWT voor 2021
Een werknemer die met SWT gaat, heeft recht op een werkloosheidsuitkering en een bedrijfstoeslag ten laste van de werkgever of een fonds.
Eenmaal het bedrag van de bedrijfstoeslag berekend wordt, blijft dit berekend bedrag voor de duur van het stelsel van werkloosheid met bedrijfstoeslag verder van toepassing. Het berekend bedrag van de bedrijfstoeslag kan wel nog gewijzigd worden door het toepassen van de door de NAR vastgestelde herzieningscoëfficiënt.
Voor 2021 heeft de NAR de herwaarderingscoëfficiënt vastgesteld op 1,0032. Hierdoor moeten de aanvullende vergoedingen die berekend zijn op basis van een referteloon van:
- vóór januari 2020 met 1,0032 vermenigvuldigd worden;
- de maanden januari, februari of maart 2020, met 1,0024 vermenigvuldigd worden;
- de maanden april, mei of juni 2020, met 1,0016 vermenigvuldigd worden;
- de maanden juli, augustus of september 2020, met 1,0008 vermenigvuldigd worden.
Indien de aanvullende vergoeding bepaald werd op basis van het referteloon van oktober, november of december 2020, moet de aanvullende vergoeding niet geherwaardeerd worden.
Indien u een aanvullende vergoeding moet berekenen voor een werknemer die in SWT gaat, moet u vanaf 1 januari 2021 rekening houden met een begrensd brutoloon van 4.179,43 EUR.
Bron:
- Collectieve arbeidsovereenkomst nr. 17/40 van 15 december 2020 tot wijziging en uitvoering van de collectieve arbeidsovereenkomst nr. 17 van 19 december 1974 tot invoering van een regeling van aanvullende vergoeding ten gunste van sommige bejaarde werknemers, indien zij worden ontslagen.
Dit bericht delen: