Heeft uw SWT'er een minimum werkloosheidsuitkering gekregen? Dan heeft dit nu gevolgen voor de ex-werkgever
Een van de welvaartsaanpassingen heeft betrekking op de SWT’ers die momenteel een minimum werkloosheidsuitkering ontvangen. Vanaf 1 juli 2019 gaan deze minima omhoog en dit heeft gevolgen voor u als ex-werkgever. Lees hieronder verder!
Nieuwe minimum dagbedragen
SWT’ers die het minimumbedrag aan werkloosheidsuitkering ontvangen, zullen vanaf 1 juli 2019 iets méér ontvangen:
|
Dagbedrag vóór 1 juli 2019 |
Maandbedrag vóór 1 juli 2019 |
Dagbedrag vanaf 1 juli 2019 |
Maandbedrag vanaf 1 juli 2019 |
Gezinshoofden |
48,89 EUR |
1.271,14 EUR |
50,60 EUR |
1.315,60 EUR |
Alleenwonenden |
40,48 EUR |
1.052,48 EUR |
41,46 EUR |
1.077,96 EUR |
Samenwonenden |
30,05 EUR |
781,30 EUR |
30,65 EUR |
796,90 EUR |
Geen aanpassing van de bedrijfstoeslag
SWT’ers ontvangen naast hun werkloosheidsuitkering (betaald door hun vakbond of de hulpkas) ook een bedrijfstoeslag (betaald door hun ex-werkgever of een fonds).
De bedrijfstoeslag wijzigt niet!
Nieuwe berekening RSZ-werknemersinhouding
De werkgever moet op de som van beide bedragen een RSZ-werknemersinhouding berekenen en doorstorten. Een stijging van het minimumbedrag van de werkloosheidsuitkering heeft dus gevolgen voor de berekening van de werknemersinhouding!
De werkgever zal dus moeten nakijken of er SWT’ers zijn die het minimumbedrag van de werkloosheidsuitkering ontvangen en hen desnoods moeten contacteren om het nieuwe bedrag sinds 1 juli 2019 te weten te komen.
De werknemer zal hiervoor best een attest opvragen bij zijn uitbetalingsinstelling (vakbond/hulpkas). Pas dan is de werkgever zeker van dit nieuwe bedrag en kan de RSZ-werknemersinhouding definitief worden berekend.
Geen nieuwe grensbedragen bij werknemersinhouding
De RSZ-werknemersinhouding (standaard 6,5% op werkloosheidsvergoeding + bedrijfstoeslag) op SWT mag niet tot gevolg hebben dat het bedrag van de totale vergoeding onder een welbepaald minimum zakt.
Ter herinnering: vanaf 1 september 2018 zijn de geldende minima:
- 1.746,22 EUR voor een voltijdse werkloze met bedrijfstoeslag met gezinslast;
- 1.449,73 EUR voor een voltijds werkloze met bedrijfstoeslag zonder gezinslast.
Bron:
- KB 2 juni 2019 tot wijziging van het koninklijk besluit van 25 november 1991 houdende de werkloosheids-reglementering, tot wijziging van het koninklijk besluit van 28 december 2011 tot opheffing van het koninklijk besluit van 30 juli 1994 betreffende het halftijds brugpensioen en tot wijziging van het koninklijk besluit van 26 maart 2003 tot uitvoering van artikel 7, § 1, derde lid, q, van de besluitwet van 28 december 1944 betreffende de maatschappelijke zekerheid der arbeiders, betreffende de onthaalouders, houdende de aanpassing van sommige bedragen in het kader van het gebruik van de welvaartsenveloppe 2019-2020, BS 19 juni 2019, 62077.
Dit bericht delen: