Gesleutel aan invulling 'kind ten laste' – tijdelijke stijging maximum netto bestaansmiddelen
Om een kind ten laste te nemen in de belastingaangifte moeten bepaalde voorwaarden vervuld zijn. Zo mogen onder meer de netto bestaansmiddelen van het kind een bepaald bedrag niet overschrijden.
Voor aanslagjaar 2024 – inkomstenjaar 2023 bedroeg dit bedrag:
- 3.820 EUR;
- 5.520 EUR indien kind ten laste van een belastingplichtige die alleen wordt belast;
- 7.010 EUR indien gehandicapt kind van een belastingplichtige die alleen wordt belast.
Het contingent uren studentenarbeid werd echter voor de inkomstenjaren 2023 en 2024 verhoogd van 475 uren naar 600 uren op jaarbasis.
Door het tijdelijk verhogen van het maximumbedrag voor de aanslagjaren 2023 en 2024 van de netto bestaansmiddelen voor kinderen wil men zo veel mogelijk vermijden dat een kind dat meer uren studentenarbeid presteert, niet langer ten laste zal zijn.
Daarom wordt voor de aanslagjaren 2024 en 2025 de grens van netto bestaansmiddelen van een kind ten laste uniform bepaald op 7.010 EUR. Dit bedrag moet nog geïndexeerd worden.
Vanaf aanslagjaar 2026 zullen de normale maximale bedragen weer gelden.
De reeds bestaande vrijstellingen voor het bepalen van de netto bestaansmiddelen blijven behouden. Zo komen bij het vaststellen van de netto bestaansmiddelen de wettelijke kinderbijslagen, kraamgelden en adoptiepremies, evenals studiebeurzen en premies voor het voorhuwelijkssparen niet in aanmerking.
Bron:
- Wet van 22 december 2023 houdende diverse bepalingen, BS 29 december 2023.
Dit bericht delen: