Geniet u het tijdelijk belastingkrediet voor de facultatieve verhoging van de fietskilometervergoeding?
Om werkgevers aan te moedigen om de toegekende fietsvergoeding te herbekijken, wordt een belastingkrediet voor de facultatieve verhoging van de fietskilometervergoeding voorzien.
Ontdek hieronder het wat, hoe en waarom van deze maatregel.
Toepassingsgebied
Principe
Belastingplichtigen die onderworpen zijn aan de personenbelasting, de vennootschapsbelasting, de rechtspersonenbelasting of de belasting van niet-inwoners komen onder bepaalde voorwaarden in aanmerking voor het belastingkrediet.
De maatregel staat onder meer open voor werkgevers die onderworpen zijn aan de zogenaamde cao-wet van 5 december 1968.
Uitsluitingen
Het belastingkrediet voor de facultatieve verhoging van de fietskilometervergoeding wordt niet verleend voor de (verhoging) van de fietskilometervergoeding die ten laste is van een buitenlandse inrichting van de belastingplichtige.
Indien het belastingkrediet wordt toegekend aan een belastingplichtige die onderworpen is aan de belasting van niet-inwoners, kan het belastingkrediet enkel genoten worden voor de (verhoging van) de fietskilometervergoedingen die drukken op de inkomsten die in België aan de inkomstenbelastingen onderworpen zijn.
Voorwaarden
Het belastingkrediet is van toepassing voor de facultatieve verhoging van de kilometervergoeding voor de verplaatsingen met de fiets tussen de woonplaats en de plaats van tewerkstelling in de periode van 1 januari 2024 tot en met 31 december 2026 die ten laatste op 31 december 2027 wordt toegekend.
Wanneer een werkgever een vergoeding toekent voor dienstverplaatsingen met de fiets en die vergoeding verhoogt, wordt er geen belastingkrediet verleend.
Onder een ‘fiets’ begrijpt men een rijwiel, een gemotoriseerd rijwiel of een speed pedelec cf. algemeen reglement op de politie van het wegverkeer. Gemotoriseerde rijwielen en speed pedelecs moeten elektronisch aangedreven worden.
Om het belastingkrediet te genieten moet de verhoging van de fietskilometervergoeding effectief gedragen worden door degene die de fietskilometervergoeding toekent. Wanneer de werkgever de last van de verhoging aan een derde doorrekent of terugbetaald krijgt van een derde, kan de werkgever niet genieten van het belastingkrediet.
Daarnaast wordt de fiscale gunstmaatregel enkel toegekend indien de verhoging van de fietskilometervergoeding is vastgelegd in een cao, arbeidsreglement of een individuele arbeidsovereenkomst. Deze verhoging moet bovendien onbeperkt in de tijd gelden.
Omvang
Het bedrag van het belastingkrediet voor de facultatieve verhoging van de fietskilometervergoeding is gelijk aan de facultatieve verhoging van de fietskilometervergoeding vermenigvuldigd met het aantal kilometers waarvoor de fietskilometervergoeding is toegekend.
De verhoging is gelijk aan het positief verschil tussen:
- de fietskilometervergoeding die de werkgever toekent op een bepaald tijdstip
EN - de referentiefietskilometervergoeding, dit is de vergoeding toegekend voor de verplaatsingen op 1 juni 2023, met een minimum van 0,18 EUR.
Fiscale aftrekbaarheid
Het belastingkrediet staat naast het tijdelijk belastingkrediet ter ondersteuning van de veralgemening van de fietsvergoeding op basis van cao n. 164.
Indien men reeds een compensatie krijgt onder de vorm van een belastingkrediet voor de veralgemening van de fietskilometervergoeding (gelinkt aan cao nr. 164) wordt enkel het excedent van de verhoogde fietskilometervergoeding gecompenseerd door het belastingkrediet voor de facultatieve verhoging van de fietskilometervergoeding.
De facultatieve verhoging van de fietskilometervergoeding waarvoor een belastingkrediet wordt verleend, is niet aftrekbaar als beroepskost.
Formaliteiten
Het belastingkrediet moet worden aangevraagd in de aangifte in de personenbelasting, vennootschapsbelasting, rechtspersonenbelasting of belasting van niet-inwoners.
Bron:
- Wet van 22 december 2023 houdende diverse bepalingen, BS 29 december 2023.
Dit bericht delen: