Gelegenheidsarbeid in de land- en tuinbouw anno 2022
In de land- en tuinbouwsector geldt een specifiek systeem van gelegenheidsarbeid, waarbij de RSZ-bijdragen voor een maximum aantal dagen berekend worden op een forfait i.p.v. op het reële loon. De bijdrage jaarlijkse vakantie en loonmatigingsbijdrage zijn niet verschuldigd.
Dit systeem staat open voor alle arbeiders, tewerkgesteld bij een werkgever die ressorteert onder:
- PC 145 – tuinbouwbedrijf m.u.v. de sector inplanting en onderhoud van parken en tuinen;
- PC 144 – landbouw, voor zover de werknemer uitsluitend wordt tewerkgesteld op de eigen gronden van de werkgever;
- PC 322 – uitzendarbeid, voor zover de uitzendarbeider wordt tewerkgesteld bij een gebruiker in één van de bovengenoemde sectoren.
Om in aanmerking te komen voor de voordelige RSZ-behandeling moeten bepaalde contingenten gerespecteerd worden.
In 2022 wordt voorzien in een uitbreiding van het contingent:
Sector |
Max. aantal dagen seizoenarbeid in 2022 |
PC 144 – landbouw |
60 dagen (initiële regeling: 30 dagen) |
PC 145 – tuinbouw (m.u.v. sector inplanting en onderhoud van parken en tuinen) |
100 dagen (initiële regeling: 65 dagen) |
PC 145 – tuinbouw (witloof- en champignonteelt) mits inachtneming van aantal specifieke modaliteiten |
100 dagen |
PC 145.05 – fruitteelt – geldt niet voor de uitzendkrachten in de fruitsector mits inachtneming van aantal specifieke modaliteiten |
100 dagen (initiële regeling: 65 dagen) |
Een uitgebreide bespreking met duidelijke vermelding van de in acht te nemen formaliteiten vindt u hier terug.
Versoepeling 180-dagen regel
Om als gelegenheidsarbeider tewerkgesteld te kunnen zijn, mag de gelegenheidsarbeider niet in de loop van de 180 voorafgaande dagen in dezelfde onderneming gewerkt hebben in een andere hoedanigheid dan die van gelegenheidsarbeider.
Met 'dezelfde onderneming' wordt het geheel van juridische entiteiten die worden bestuurd door dezelfde bestuurders en /of beheerders of die behoren tot dezelfde technische bedrijfseenheid bedoeld.
De 180-dagenregel wordt in 2022 toegepast op ondernemingsniveau en niet op sectoraal niveau.
Bij de bepaling van de 180-dagenregel houdt men geen rekening met een tewerkstelling uitgevoerd in het kader van een contract voor bepaalde duur of voor een duidelijk omschreven werk van maximaal 6 opeenvolgende kalenderweken.
De 180-dagenregel is niet van toepassing op de werknemer die als gelegenheidswerknemer in dezelfde onderneming wenst te werken nadat zijn arbeidsovereenkomst op de wettelijke pensioenleeftijd werd beëindigd.
Bron:
- Wet van 17 juni 2022 tot wijziging van artikel 2/1 van de wet van 27 juni 1969 tot herziening van de besluitwet van 28 december 1944 betreffende de maatschappelijke zekerheid der arbeiders, BS 24 juni 2022;
- Koninklijk besluit van 17 juni 2022 tot wijziging van artikel 8bis van het koninklijk besluit van 28 november 1969 tot uitvoering van de wet van 27 juni 1969 tot herziening van de besluitwet van 28 december 1944 betreffende de maatschappelijke zekerheid der arbeiders, BS 24 juni 2022.
Dit bericht delen: