Een halftijds bruggepensioneerde krijgt voortaan wat meer
Ofschoon het statuut van de halftijds bruggepensioneerde werd afgeschaft op 1 januari 2012 en er sindsdien geen nieuwe dossiers voor halftijds bruggepensioneerden meer konden worden opgemaakt, kunnen de toen bestaande halftijds bruggepensioneerden nog steeds deel uitmaken van uw personeelsgegevensbestand. Voor deze ex-werknemer stijgt het dagbedrag van de werkloosheidsuitkering vanaf 1 juli 2019.
Nieuwe dag- en maandbedragen werkloosheidsuitkering
Vanaf 1 juli 2019 ontvangen de halftijds bruggepensioneerden de volgende bedragen:
|
Dagbedrag vóór 1 juli 2019 |
Maandbedrag vóór 1 juli 2019 |
Dagbedrag vanaf 1 juli 2019 |
Maandbedrag vanaf 1 juli 2019 |
Gezinshoofden |
17,04 EUR |
443,04 EUR |
17,45 EUR |
453,70 EUR |
Geen aanpassing van de bedrijfstoeslag
In tegenstelling tot de werkloosheidsuitkering, wijzigt er niets aan de aanvullende vergoeding die de werkgever dient te betalen aan de halftijds bruggepensioneerde.
Nieuwe berekening RSZ-werknemersinhouding
Aangezien de werkgever op de som van beide bedragen een RSZ-werknemersinhouding moet berekenen en doorstorten en de werkloosheidsuitkering stijgt, heeft dit dus gevolgen voor de berekening van de werknemersinhouding!
De werkgever zal dus moeten nakijken of er nog halftijds bruggepensioneerden in het personeelsbestand zitten en zal het informatief bedrag van de werkloosheidsuitkering moeten aanpassen. Op die manier kan de werkgever de nieuwe RSZ-werknemersinhouding berekenen.
Geen nieuwe grensbedragen bij werknemersinhouding
De RSZ-werknemersinhouding (standaard 4,5% op werkloosheidsvergoeding + bedrijfstoeslag) mag niet tot gevolg hebben dat het bedrag van de totale vergoeding onder een welbepaald minimum zakt.
Ter herinnering: vanaf 1 september 2018 zijn de geldende minima:
- 873,11 EUR voor een halftijds bruggepensioneerde met gezinslast;
- 724,86 EUR voor een halftijds bruggepensioneerde zonder gezinslast.
Bron:
- KB 2 juni 2019 tot wijziging van het koninklijk besluit van 25 november 1991 houdende de werkloosheids-reglementering, tot wijziging van het koninklijk besluit van 28 december 2011 tot opheffing van het koninklijk besluit van 30 juli 1994 betreffende het halftijds brugpensioen en tot wijziging van het koninklijk besluit van 26 maart 2003 tot uitvoering van artikel 7, § 1, derde lid, q, van de besluitwet van 28 december 1944 betreffende de maatschappelijke zekerheid der arbeiders, betreffende de onthaalouders, houdende de aanpassing van sommige bedragen in het kader van het gebruik van de welvaartsenveloppe 2019-2020, BS 19 juni 2019, 62077.
Dit bericht delen: