Diverse maatregelen inzake sociale zekerheid en vrijwilligerswerk ingevolge de coronaviruspandemie
Met de publicatie van een Koninklijk Besluit van 28 december in het Staatsblad van 31 december 2020 werden enkele maatregelen om de nadelige sociaaleconomische gevolgen van de coronaviruspandemie te verlichten definitief vastgelegd. Dit gaat van gelegenheidsarbeid in de land- en tuinbouwsector, over de vrijwillige overuren in de kritieke sectoren en de consumptiecheque tot het kostenplafond voor bepaalde vrijwilligers. De meeste van deze maatregelen kwamen reeds aan bod in onze vorige nieuwsflashes. We overlopen deze voor alle duidelijkheid nog eens voor u.
Gelegenheidsarbeid in de land- en tuinbouwsector
Optrekken van de quota
Door beroep te doen op gelegenheidsarbeid in de land- en tuinbouw worden de RSZ-bijdragen berekend op een forfaitair dagloon in plaats van het reële brutoloon.
Gelegenheidsarbeid is mogelijk in het:
- PC voor het tuinbouwbedrijf, met uitzondering van de sector inplanting en onderhoud van parken en tuinen;
- PC voor de landbouw, voor zover de werknemer uitsluitend wordt tewerkgesteld op de eigen gronden van de werkgever;
- PC voor de uitzendarbeid, voor zover de uitzendarbeider wordt tewerkgesteld bij een gebruiker in één van de bovengenoemde sectoren.
Er kan maar gedurende een beperkt aantal dagen beroep gedaan worden op het voordelig systeem van gelegenheidsarbeid.
In 2021 worden de quota opgetrokken tot:
- maximaal 60 dagen in de landbouw;
- maximaal 130 dagen in de tuinbouw;
- 70 extra dagen in de champignon- en witloofteelt. Hierdoor kunnen zij maximaal 200 dagen beroep doen op gelegenheidsarbeid.
Het Koninklijk Besluit voorziet daarnaast in een specifieke regeling voor de handarbeiders die tewerkgesteld worden in de fruitteelt. De fruittelers kunnen een bijkomend contingent van 35 dagen aanvragen bij de voorzitter van het paritair comité voor het tuinbouwbedrijf en bij het Waarborg- en Sociaal Fonds voor het tuinbouwbedrijf. Een uitzendarbeider komt hiervoor niet in aanmerking.
Let wel: slechts 33% van het aantal gelegenheidswerknemers die u in 2020 heeft aangegeven kan beroep doen op dit verhoogd contingent indien u de hieronder vermelde voorwaarden naleeft:
- U toont voor 2020 een tewerkstellingsvolume aan uitgedrukt in voltijdse equivalent dat minstens gelijk is aan het gemiddelde van de vier DmfA-aangiften bij de Rijksdienst voor Sociale Zekerheid voor het kalenderjaar 2019;
- U richt vóór 15 april 2021 een schriftelijke aanvraag aan de voorzitter van het Paritair Comité voor het tuinbouwbedrijf en aan het Waarborg- en Sociaal fonds voor het tuinbouwbedrijf. Deze aanvraag bevat een verklaring die samen met de aanvraag moet worden ingediend opdat deze ontvankelijk zou zijn en waarin u zich verbindt om:
- de sociale wetgeving en de collectieve arbeidsovereenkomsten correct toe te passen;
- geen gebruik te maken van detacheringsconstructies;
- geen beroep te doen op schijnzelfstandigen;
- niet aan sociale dumping te doen;
- niet te werken met constructies van aannemings- of dienstverleningscontracten met Belgische of buitenlandse ondernemingen om de Belgische wetgeving betreffende de verboden terbeschikkingstelling te omzeilen.
De werkgroep Fruitteelt zal uw aanvraag onderzoeken. Hierbij berekenen ze ook hoeveel gelegenheidswerknemers in 2021 beroep kunnen doen op het uitgebreide stelsel.
Wijziging aan de 180-dagenregel
Om tewerkgesteld te kunnen worden als gelegenheidsarbeider mag de arbeider in de loop van de 180 voorafgaande dagen niet in de land- of tuinbouwsector gewerkt hebben in een andere hoedanigheid dan die van gelegenheidsarbeider.
De 180-dagenregel moet in 2021 nageleefd worden op ‘ondernemingsniveau’. Hieronder begrijpt men het geheel van juridische entiteiten die worden bestuurd door dezelfde bestuurders en/of beheerders of die behoren tot dezelfde technische bedrijfseenheid zoals bedoeld in de wet van 20 september 1948 houdende organisatie van het bedrijfsleven.
Bij de controle op de 180-dagenregel wordt er abstractie gemaakt van de contracten van bepaalde duur of voor een duidelijk omschreven werk van maximaal 6 opeenvolgende kalenderweken.
Daarnaast speelt de 180-dagenregel niet indien het een werknemer is die de wettelijke pensioenleeftijd bereikt heeft en nadien bij dezelfde onderneming als gelegenheidsarbeider wil werken.
Nettovergoeding voor de 120 vrijwillige overuren in de kritieke sectoren
Voormeld Koninklijk Besluit bevestigt dat de 120 extra vrijwillige overuren die kunnen worden gepresteerd in de kritieke sectoren worden uitgesloten van het loonbegrip. Voor de periode van 1 oktober 2020 tot en met 31 maart 2021 kunnen die vergoedingen dus vrij van socialezekerheidsbijdragen worden vergoed.
Geldigheidsduur consumptiecheque
De geldigheidsduur van de consumptiecheque werd verlengd van 7 juni 2021 naar 31 december 2021. Ook de consumptiecheques die reeds werden toegekend en waarop de geldigheidsdatum van 7 juni 2021 wordt vermeld genieten van deze verlenging.
De consumptiecheque mag – in sectoren die beslist hebben over de toekenning van een consumptiecheque na een financieringsbeslissing van de subsidiërende overheid of gefedereerde entiteit in de periode van 1 november 2020 tot en met 31 december 2020 – worden uitgereikt tot 30 juni 2021.
Verlenging verhoogd kostenplafond voor Covid-vrijwilligers
Tijdens de coronacrisis deden uiteenlopende organisaties beroep op vrijwilligers. Hierdoor dreigden verschillende vrijwilligers het bestaand jaarlijks kostenplafond te overschrijden. Om hieraan tegemoet te komen, werd het plafond van de onkostenvergoeding tijdelijk opgetrokken tot 2.549,90 EUR per jaar.
Dit verhoogde plafond voor de vrijwilligers die effectief ingezet werden in de ondernemingen, verenigingen en diensten van de zogenaamde cruciale sectoren en de essentiële diensten voor activiteiten in het kader van het beheer van de COVID-19 crisis – dat reeds gold voor de periode van 18 maart 2020 tot en met 17 mei 2020 – blijft ook gelden voor het laatste kwartaal van 2020 en het eerste kwartaal van 2021.
Bron:
- Koninklijk Besluit van 28 december 2020 tot aanpassing van diverse bepalingen inzake sociale zekerheid en vrijwilligerswerk in het kader van de bestrijding van de sociaal-economische gevolgen van de coronaviruspandemie, BS 31 december 2020.
Dit bericht delen: