Binnenkort responsabiliseringsbijdrage voor werkgevers met veel langdurig zieken?
Het begrotingsakkoord bevatte verschillende maatregelen m.b.t. de responsabilisering van langdurige arbeidsongeschiktheid. De responsabilisering speelt zich af op diverse niveaus.
De ontwerpprogrammawet verduidelijkt de concrete gevolgen op werkgeversniveau.
Ontdek hieronder het hoe, wat en waarom van de maatregel.
Situering
Werkgevers die onder de wet van 5 december 1968 betreffende de collectieve arbeidsovereenkomsten vallen (privé sector) met een bovenmaatse instroom van werknemers in invaliditeit (langdurige arbeidsongeschiktheid) zijn een responsabiliseringsbijdrage verschuldigd onder bepaalde voorwaarden.
Werkgevers met gemiddeld minder dan 50 werknemers worden vrijgesteld van deze bijdrage.
Een koninklijk besluit moet nog preciseren wanneer er sprake is van een bovenmaatse instroom in invaliditeit.
Concreet
De ratio wordt voor ieder kwartaal berekend als voortschrijdend gemiddelde van de intredes in invaliditeit in kwartaal Q (kwartaal waarin de invaliditeit een aanvang neemt) en de drie voorafgaande kwartalen ten opzichte van het aantal voltijdse equivalenten in de overeenstemmende kwartalen een jaar voordien.
Deze berekening gebeurt op basis van de gegevens van de werknemers van 18 tot en met 54 jaar op de datum van aanvang van de primaire arbeidsongeschiktheid met minstens 3 jaar anciënniteit binnen de onderneming.
De berekening en de inning van de bijdrage zal gebeuren door de RSZ. Het zal aan de hand van een debetbericht samen met de bijdragen voor het tweede kwartaal volgend op kwartaal Q (Q+2) geïnd worden. Proactief zal de werkgever op de hoogte worden gebracht indien de ratio ongunstig evolueert. De concrete modaliteiten moeten nog via koninklijk besluit bepaald worden.
De RSZ zal de bijdrage doorstorten naar het fonds voor bestaanszekerheid van de sector. Deze bijdrage kan dan aangewend worden om maatregelen te nemen om deze problematiek het hoofd te bieden.
Omvang
Een specifieke werkgeversbijdrage op kwartaalbasis van 0,625% op de bijdrageplichtige lonen in de onderneming in kwartaal Q-1(kwartaal voorafgaand aan kwartaal waarin de invaliditeit een aanvang nam) is verschuldigd door de ondernemingen met gemiddeld 50 werknemers die een bovenmaatse instroom in de invaliditeit kennen.
Let wel: bovenvermelde is gebaseerd op ontwerpwetgeving en bijgevolg nog aan wijzigingen onderhevig.
Bron:
- Wetsontwerp van 1 december 2021 ‘Ontwerp van programmawet’.
Dit bericht delen: