Bevrijdende bedrijfsvoorheffing voor niet-inwonende seizoenarbeiders is officieel
In de Nieuwsflash van 24 december 2021 werd reeds melding gemaakt van de op komst zijnde bevrijdende bedrijfsvoorheffing voor de bezoldigingen van niet-inwoners die als seizoenarbeider in de land- en tuinbouw werken.
Met de publicatie van de wet houdende diverse fiscale bepalingen is bovenstaande een feit.
Ter herinnering: verhoging van de BV van 11,11% naar 18,725%
Sinds 25 maart 2021 geldt een verhoogde bedrijfsvoorheffing op bepaalde inkomsten van de niet-inwonende seizoenarbeider in de land- en tuinbouw. Op die manier wordt de bedrijfsvoorheffing beter afgestemd op de eindbelasting.
Bevrijdende bedrijfsvoorheffing
Vanaf inkomstenjaar 2021 (aanslagjaar 2022) is de bedrijfsvoorheffing die men inhoudt op bepaalde bezoldigingen van niet-inwonende seizoenarbeiders in de land- en tuinbouw meteen ook de eindbelasting.
De betrokken werknemers moeten bijgevolg geen aangifte meer doen van hun inkomsten, op voorwaarde dat zij geen andere in artikel 232 vermelde inkomsten hebben behaald of verkregen.
Woonplaatsverklaring
Vanaf inkomstenjaar 2022 (aanslagjaar 2023) moet de seizoenarbeider aan de werkgever een woonplaatsverklaring bezorgen. Hij moet dit uiterlijk op de dag van de eerste betaling door die werkgever indienen. De seizoenarbeider bekomt deze verklaring via de fiscale administratie van zijn woonplaats.
De werkgever moet op zijn beurt een afschrift van die woonplaatsverklaring bezorgen aan de fiscale administratie. Dit gebeurt via elektronische weg en moet vóór 1 maart van het jaar volgend op het inkomstenjaar plaatsvinden.
De in acht te nemen regels voor het bezorgen van de woonplaatsverklaring moeten nog bepaald worden.
Bron:
- Wet 21 januari 2022 houdende diverse fiscale bepalingen, BS 28 januari 2022, 7606.
Dit bericht delen: