Aangifte verenigingswerk vanaf nu mogelijk!
Het arrest van het Grondwettelijk Hof van 23 april 2020 ondergroef grotendeels het stelsel van onbelast bijverdienen dat gesteund was op drie pijlers.
Eind 2020 werd op de valreep een nieuwe tijdelijke regeling inzake het verenigingswerk uitgewerkt voor de sportsector.
Vraagt u zich af wie actief kan zijn als verenigingswerker? Welke modaliteiten u moet naleven? Wat de inkomstengrenzen zijn? Lees dan onze eerdere flash omtrent verenigingswerk na of ontdek de belangrijkste voorwaarden hier.
De aangifte van de prestaties moet gebeuren voor de aanvang van het verenigingswerk via de onlinedienst die op www.verenigingswerk.be beschikbaar is. Deze onlinedienst is nu beschikbaar. Indien er al prestaties geleverd werden voor de onlinedienst beschikbaar was, moet u deze aangifte nog retroactief doen.
Er is een solidariteitsbijdrage van 10% van de overeengekomen vergoeding verschuldigd aan de RSZ. Daarnaast is er een belastingheffing van 10% verschuldigd. De inkomsten uit verenigingswerk mogen niet meer bedragen dan 532,50 EUR per maand en 6.390 EUR par jaar (inclusief verplaatsingskosten en onkosten).
Bij het bepalen of bovenvermelde jaargrens overschreden werd, moeten de inkomsten via een erkend deeleconomieplatform mee in rekening genomen worden.
Bron:
- Berichtgeving van 11 februari 2021 ‘ Sportclubs kunnen verenigingswerk vanaf nu online aangeven’;
- Tussentijdse RSZ-instructie van 11 februari 2021 ‘verenigingswerkers’;
- Wet van 24 december 2020 betreffende het verenigingswerk, BS 31 december 2021.
Dit bericht delen: