Tijdelijke compensatie invoering verplichte fietskilometervergoeding
Om het woon-werkverkeer per fiets te bevorderen werd vanaf 1 mei 2023 een verplichte tussenkomst voor het woon-werkverkeer per fiets ingevoerd.
De suppletieve cao nr. 164 geldt voor werknemers bij een werkgever die onder de cao-wet van 5 december 1968 vallen die geen specifieke tussenkomst in het woon-werkverkeer per fiets ontvingen op basis van een sectorale of ondernemingscao.
Om de hiermee gepaarde financiële gevolgen gedeeltelijk te temperen, wordt een tijdelijk verrekenbaar en terugbetaalbaar belastingkrediet voorzien.
Voorwaarden tijdelijk belastingkrediet
Het tijdelijk belastingkrediet wordt toegekend voor verplaatsingen tussen de woonplaats en de plaats van tewerkstelling per fiets in de periode vanaf 1 mei 2023 tot en met 31 december 2024.
Deze vergoedingen moeten toegekend worden in een belastbaar tijdperk dat verbonden is met de aanslagjaren 2023, 2024, 2025 of 2026.
Bijgevolg zal aan een werkgever die een vergoeding toekent voor dienstverplaatsingen met de fiets en die vergoeding verhoogt, geen belastingkrediet verleend worden voor de verhoging van die vergoedingen.
Bovendien moet de verhoging van de fietskilometervergoeding effectief gedragen worden door diegene die de fietskilometervergoeding toekent.
Ten slotte wordt het belastingkrediet niet toegekend voor de verhoging van de fietskilometervergoeding die ten laste is van een buitenlandse inrichting van de belastingplichtige.
Omvang tijdelijk belastingkrediet
Het belastingkrediet wordt verleend voor de verhoogde fietskilometervergoeding.
Hieronder begrijpt men de door de werkgever toegekende fietskilometervergoeding voor de verplaatsingen op een bepaald ogenblik in de periode vanaf 1 mei 2023 tot en met 31 december 2024 verminderd met de toegekende fietskilometervergoeding op 1 juli 2022.
Het belastingkrediet wordt berekend als volgt:
verhoogde fietskilometervergoeding x het aantal kilometers waarvoor de fietskilometervergoeding werd toegekend (geplafonneerd op maximum 20 kilometers per enkel traject).
Voorbeeld:
Een werkgever kent vanaf 1 mei 2023 voor het eerst een fietsvergoeding toe van 27 cent per kilometer. Voor de verplaatsingen in de periode van mei tot en met december 2023 kent hij een fietsvergoeding toe voor 4.000 kilometer.
In 2024 kent hij een fietsvergoeding toe van 35 cent voor in totaal 5.500 kilometer. Hij kent geen fietsvergoeding toe voor het gedeelte van de afstand boven 20 kilometer per enkel traject.
Het belastingkrediet voor de verhoging van de fietskilometervergoeding voor de in 2023 gedane verplaatsingen bedraagt 1.080 EUR (0,27 EUR x 4.000). Voor 2024 bedraagt het 1.925 EUR (0,35 EUR x 5.500).
Praktische modaliteiten
Het belastingkrediet moet worden aangevraagd in de aangifte in de personenbelasting, vennootschapsbelasting, rechtspersonenbelasting of belasting van niet-inwoners.
De verhoging van de fietskilometervergoeding waarvoor een belastingkrediet wordt verleend, is niet aftrekbaar als beroepskost.
Let wel: bovenvermelde is gebaseerd op ontwerpwetgeving en bijgevolg nog aan wijzigingen onderhevig.
Bron:
- Wetsontwerp van 19 oktober 2023 houdende diverse fiscale bepalingen (DOC 55 3607/001).
Dit bericht delen: