Pensioenleeftijd naar 66 jaar in 2025: wat je moet weten als werkgever
De regering besliste enkele jaren geleden om de wettelijke pensioenleeftijd geleidelijk aan op te trekken.
De wettelijke pensioenleeftijd wordt in 2025 op 66 jaar gebracht. Aangezien het pensioen ingaat op de eerste dag van de maand volgend op de verjaardag, zal de verhoging van de wettelijke pensioenleeftijd pas gevolgen hebben voor pensioenen die ingaan vanaf 1 februari 2025.
Waar dien je rekening mee te houden binnen de onderneming? We sommen een aantal belangrijke veranderingen voor je op.
Wettelijke pensioenleeftijd
In 2025 verhoogt de wettelijke pensioenleeftijd naar 66 jaar. In 2030 stijgt de pensioenleeftijd opnieuw naar 67 jaar. De wettelijke pensioenleeftijd is afhankelijk van je geboortedatum.
Geboortedatum |
Wettelijke pensioenleeftijd |
Geboren vóór 01/01/1960 |
65 jaar |
Geboren tussen 01/01/1960 en 31/12/1963 |
66 jaar |
Geboren vanaf 01/01/1964 |
67 jaar |
Let op, er is een onderscheid tussen het wettelijk pensioen en het vervroegd pensioen. De voorwaarden om op vervroegd pensioen te gaan blijven tot op heden ongewijzigd.
Einde van de arbeidsovereenkomst
De arbeidsovereenkomst wordt niet automatisch beëindigd bij het bereiken van de pensioenleeftijd. De werknemer kan perfect verder blijven werken na het bereiken van zijn pensioenleeftijd binnen zijn huidige arbeidsovereenkomst.
Als één of beide partijen toch beslissen om de arbeidsovereenkomst te beëindigen, zal dit moeten gebeuren door middel van een wederzijds akkoord of een ontslag.
Verkorte opzegtermijn
Een werkgever die een werknemer met een arbeidsovereenkomst voor onbepaalde duur wenst te ontslaan met het oog op pensionering, moet de normale opzeggingstermijnen toepassen, met een maximum van 26 weken.
De beperking van de opzeggingstermijn tot 26 weken (= 6 maanden) is enkel mogelijk wanneer de einddatum van de opzeggingstermijn ten vroegste samenvalt met de laatste dag van de maand waarin de werknemer de pensioenleeftijd bereikt.
Belangrijke opmerkingen:
- Deze maximale opzeggingstermijn geldt zowel voor het ontslag door de werkgever van een arbeider als van een bediende.
- Van deze verkorte opzeggingstermijn kan zelfs gebruik worden gemaakt wanneer de werknemer al met pensioen is maar is blijven werken;
- Er is geen verkorte termijn in geval van ontslag door de werknemer. De gewone termijnen zijn dan van toepassing.
Bij een beëindiging met betaling van een opzeggingsvergoeding kan de werkgever gebruik maken van de verkorte opzeggingstermijn van 26 weken wanneer de verbreking ten vroegste betekend wordt op de eerste dag van de maand die volgt op de maand waarin de werknemer de wettelijke pensioenleeftijd bereikt.
Bijverdienen als gepensioneerde
Een gepensioneerde mag, ondanks dat hij een pensioen ontvangt, nog steeds een beroepsactiviteit uitoefenen.
De inkomsten die hieruit voortvloeien mogen bepaalde grenzen niet overschrijden, anders verliest hij het recht op zijn pensioen. Hoeveel je mag bijverdienen als gepensioneerde is afhankelijk van de leeftijd, de loopbaan, het soort pensioen of uitkering en de kinderlast.
Als je de wettelijke pensioenleeftijd hebt bereikt of 45 jaar loopbaan kan aantonen, kan je onbeperkt bijverdienen. In 2025 zal je bijgevolg rekening moeten houden met de pensioenleeftijd van 66 jaar om onbeperkt te kunnen bijverdienen.
Tewerkstelling als flexi-jobber
Als gepensioneerde kan je ook aan de slag gaan met een flexi-jobovereenkomst. Je dient een aantal voorwaarden na te leven om een flexi-job te kunnen uitoefenen. Eén van deze voorwaarden is dat de werknemer in de loop van het kwartaal T – 3 (= 3e kwartaal voorafgaand aan het kwartaal waarin de flexi-job aanvangt) minstens 4/5 gewerkt heeft voor één of meer andere werkgevers dan die waarbij de flexi-job zal worden uitgeoefend.
Maar voor gepensioneerden gelden specifieke regels.
- Een gepensioneerde die in 2025 de wettelijke pensioenleeftijd van 66 jaar bereikt, moet geen hoofdactiviteit rechtvaardigen in de kwartalen voorafgaand aan zijn tewerkstelling als flexi-jobwerknemer. Hij dient evenmin te wachten totdat hij voorkomt in het pensioenkadaster.
- Een gepensioneerde die nog niet de wettelijke pensioenleeftijd heeft bereikt, zal moeten voldoen aan deze tewerkstellingsvoorwaarde of in het pensioenkadaster zijn opgenomen in het kwartaal T-2.
Aanvullend pensioen
Het aanvullend pensioen kan pas worden opgenomen vanaf het moment dat je op pensioen gaat. Dit betekent dat de uitbetaling vanaf 2025 in principe pas mogelijk is vanaf de wettelijke pensioenleeftijd van 66 jaar.
Tijdskrediet eindeloopbaan
De aanpassing van de pensioenleeftijd heeft ook een impact op het tijdskrediet eindeloopbaan. Het tijdskrediet eindeloopbaan heeft geen maximumduur, maar kan maar worden opgenomen uiterlijk tot het ogenblik waarop het pensioen begint. Dit betekent dat het tijdskrediet eindeloopbaan mogelijk is tot uiterlijk 66 jaar in 2025.
De werknemers die een tijdskrediet eindeloopbaan voor een bepaalde duur hebben aangevraagd, kunnen best bekijken of zij een verlenging van hun tijdskrediet moeten aanvragen.
Conclusie
Het optrekken van de pensioenleeftijd brengt diverse veranderingen met zich mee voor zowel werknemers als werkgevers.
Hou er rekening mee dat de optrekking van de pensioenleeftijd ook een invloed kan hebben op nog een aantal andere aspecten in de onderneming. Zo leidt dit er ook toe dat werknemers langer onder het SWT-statuut vallen, maar kan het ook een effect hebben op de pensioenbonus, eventueel nog lopende doelgroepverminderingen, …
Het is daarom raadzaam om alle relevante zaken binnen jouw bedrijf nog eens goed te bekijken en waar nodig aan te passen. Zo ben je optimaal voorbereid op de toekomst en kan je jouw werknemers goed informeren en ondersteunen.
Dit bericht delen: