Betere werkomstandigheden voor pakketbezorgers
Op 28 december 2023 werd de Wet houdende diverse bepalingen met het oog op het verbeteren van de werkomstandigheden van de postpakketbezorgers, ook wel ‘pakjeswet’ genoemd, gepubliceerd in het Belgisch Staatsblad.
De ‘pakjeswet’ streeft naar betere arbeidsvoorwaarden voor koeriers (pakketbezorgers) en duurzame concurrentie tussen de aanbieders van postdiensten die actief zijn in de sector voor pakjesdistributie.
Ontdek hieronder de krijtlijnen.
Toepassingsgebied
De wet is van toepassing op de distributie van postpakketten met of zonder handelswaarde, anders dan brievenpost, met een maximaal gewicht van 31,5 kg.
Met ‘distributie’ verwijst men naar het proces gaande van het sorteren in distributiecentra tot het afleveren van postzendingen aan de geadresseerden (de zogenoemde “last mile”):
- vanuit België naar een Belgisch adres;
- vanuit België naar een buitenlands adres, of;
- vanuit het buitenland naar een Belgisch adres.
De pakketbezorgers die instaan voor de distributie kunnen zowel een werknemer als een zelfstandig natuurlijk persoon zijn die postpakketten bezorgt in opdracht van een postpakketbedrijf (opdrachtgever).
De wet sluit zelfdistributie, nl. het leveren of laten leveren van eigen pakketten (bv. afhaalgerechten), evenwel uit het toepassingsgebied.
Vermoeden van aansprakelijkheid vanaf 7 januari 2024
Vanaf 7 januari 2024 is de opdrachtgever aansprakelijk voor de (niet-) naleving van bepaalde essentiële eisen door zijn onderaannemer of een persoon die voor de rekening van deze laatste handelt.
Een weerlegbaar vermoeden van aansprakelijkheid van de opdrachtgever wordt voorzien wanneer zijn betrokken onderaannemer in het kader van zijn activiteiten inzake het aanbieden van postdiensten voor zijn rekening:
- een in kracht van gewijsde gegane ernstige strafrechtelijke veroordeling heeft opgelopen wegens:
-
- mensenhandel in de zin van het Strafwetboek;
- een inbreuk op de regelgeving betreffende de arbeidsvoorwaarden, het niet aangeven van arbeid, de sociale documenten, de collectieve arbeidsbetrekkingen en de sociale zekerheid bestraft door het Sociaal Strafwetboek;
- illegale arbeid in de zin van het Sociaal Strafwetboek;
- de verplichting inzake “minimumvergoeding” voorzien in de pakjeswet niet heeft nageleefd (zie hieronder);
- de verplichting tot voorafgaande kennisgeving bedoeld in de pakjeswet niet heeft nageleefd (zie hieronder).
De opdrachtgever kan het vermoeden slechts weerleggen door aan te tonen dat hij niet nalatig is geweest omdat hij toezicht heeft uitgeoefend op de naleving van de essentiële eisen door zijn rechtstreekse onderaannemer.
Het bedoelde vermoeden kan echter niet worden weerlegd, indien de onderaannemer zich in de relevante periode niet heeft geregistreerd bij het Belgisch Instituut voor Postdiensten en Telecommunicatie (BIPT) of samenwerkt met een onderaannemer die geschorst was.
Registratie- en informatieplicht
Vanaf 1 mei 2024
Vanaf 1 mei 2024 moeten zowel opdrachtgevers als onderaannemers zich registreren bij het BIPT vooraleer zij postpakketten mogen leveren.
Hierbij moeten volgende gegevens worden ingegeven bij de onlinedienst BELparcel:
- De naam en het KBO-nummer van het bedrijf;
- Een contactpersoon en contactgegevens;
- De datum waarop de activiteiten vermoedelijk van start gaan;
- Een geldige nationale of communautaire vergunning voor goederenvervoer over de weg (als men er houder van is).
Vanaf 1 augustus 2024
Daarnaast moet men vanaf 1 augustus 2024 elk semester, ten laatste op 31 januari en 31 juli, volgende gegevens overmaken aan het BIPT:
- De rechtstreekse onderaannemers waarop een beroep werd gedaan voor de pakketdistributie;
- De opdrachtgevers voor wie zelf in onderaanneming werd gewerkt;
- De gegevens van de coördinator en vervoersmanager;
- Het aantal pakketten dat elke rechtstreekse onderaannemer in het voorbije semester heeft afgeleverd alsook de vergoedingen die daarvoor werden betaald;
- De lokalisatie van de distributiecentra;
- Een korte beschrijving van de aangeboden diensten.
Vanaf 1 april 2025
Vanaf 1 april 2025 moeten opdrachtgevers de RSZ inlichten over de onderaannemers waarop zij een beroep doen. Indien tijdens de uitvoering van de pakketdistributiediensten andere onderaannemers optreden, moet de opdrachtgever voorafgaand de RSZ hiervan verwittigen.
Daartoe moet iedere onderaannemer die op zijn beurt een beroep doet op een andere onderaannemer, voorafgaand de opdrachtgever daarvan schriftelijk in kennis stellen.
Aanstellen coördinator vanaf 1 mei 2024
Zowel de opdrachtgevers als de onderaannemers dienen vanaf 1 mei 2024 een coördinator aan te stellen die:
- de pakketbezorgers informeert over hun rechten en plichten;
- een waakzaamheidsplan opstelt om mogelijke risico's op inbreuken op de pakjeswet en op het arbeids- en socialezekerheidsrecht te identificeren en, in voorkomend geval, hieraan te remediëren.
Een Koninklijk Besluit zal de nadere regels omtrent de inhoud van het waakzaamheidsplan, het takenpakket en de functievereisten van de coördinator nog verder uitwerken.
Minimumvergoeding vanaf 1 oktober 2024
Vanaf 1 oktober 2024 moet de opdrachtgever een minimumvergoeding toekennen aan de onderaannemers waarmee hij samenwerkt.
Deze minimumvergoeding omvat het minimumuurloon (zoals van toepassing op de werknemersklasse R1 van het rijdend personeel in het paritair subcomité 140.03) vermeerderd met de werkgeverslasten, de vervoerskosten die afhankelijk zijn van het gebruikte vervoersmiddel, de administratieve en fiscale kosten en kosten van verzekering.
Een Koninklijk Besluit moet de concrete berekeningsmethode van de minimumvergoeding nog vaststellen.
Let wel: bovenvermeld minimumuurloon doet geen afbreuk aan het recht van de werknemers op de toekenning van het toepasselijke minimumloon dat specifiek op de werknemer van toepassing is afhankelijk van de sector waarin de werkgever opereert.
Registratie pakketdistributietijd vanaf 1 augustus 2024
Opdrachtgevers en onderaannemers moeten vanaf 1 augustus 2024 een tijdsregistratiesysteem invoeren om de pakketdistributietijd te registreren van elke pakketbezorger (zelfstandige, werknemer, student, uitzendkracht, leerling…). Een uitzondering op deze verplichting wordt gemaakt indien de bezorger rijdt met een voertuig onderworpen aan het verplicht gebruik van een tachograaf en naleving van de rij- en rusttijden.
De pakketdistributietijd begint op het moment waarop de postpakketbezorger het vervoer start op de plaats waar de pakketdistributiediensten aanvangen en loopt tot het moment waarop het vervoer stopt op de plaats waar de pakketdistributiediensten eindigen.
De pakketdistributietijd omvat niet de werkzaamheden van laden en lossen van pakketten, onderhoud van het vervoermiddel, rustpauzes en dergelijke.
Registratie van 1 augustus 2024 t.e.m. 31 maart 2025
Vanaf 1 augustus 2024 t.e.m. 31 maart 2025 kan de tijdsregistratie op drie manieren gebeuren:
- Via een platform dat door de RSZ ter beschikking wordt gesteld;
- Via een eigen elektronisch tijdsregistratiesysteem indien dit systeem aan een aantal specifieke voorwaarden voldoet;
- Via een papieren document wanneer een Koninklijk Besluit dit toelaat op vraag van het PC.
Registratie vanaf 1 april 2025
Vanaf 1 april 2025 kunnen de gegevens enkel nog geregistreerd worden via het platform dat door de RSZ ter beschikking wordt gesteld zodat de gegevens rechtstreeks naar de databank van de RSZ gestuurd worden. De RSZ zal hiervoor een online tijdsregistratiesysteem ontwikkelen en aanbieden.
Een alternatief tijdsregistratiesysteem is mogelijk voor zover er een rechtstreekse koppeling is van de gegevens in de databank van de RSZ. Dit zal nog verder uitgewerkt worden door middel van een Koninklijk Besluit.
Begrenzing distributietijd vanaf 1 juli 2026
Vanaf 1 juli 2026 wordt de pakketdistributietijd voor de postpakketbezorgers als volgt beperkt:
- Dagelijkse pakketdistributietijd: 9 uur (Uitzondering: verlenging tot 10 uur, maximaal 2 keer per week);
- Wekelijkse pakketdistributietijd: 56 uur;
- Totale pakketdistributietijd gedurende twee opeenvolgende weken: 90 uur.
Ter herinnering, de pakketdistributietijd omvat niet de werkzaamheden van laden en lossen van pakketten, onderhoud van het vervoermiddel, rustpauzes en dergelijke. De pakketdistributietijd is aldus minder ruim dan de arbeidstijd die eveneens in acht genomen moet worden.
Bron:
- Wet van 17 december 2023 houdende diverse bepalingen met het oog op het verbeteren van de werkomstandigheden van de postpakketbezorgers, BS 4 januari 2024.
- Wet van 26 januari 2018 betreffende de postdiensten, BS 9 februari 2018.
Dit bericht delen: