Permanente gedeeltelijke vrijstelling doorstorting bedrijfsvoorheffing gelegenheidsarbeid in de land- en tuinbouw
Vanaf 1 juli 2023 ontvangt een gelegenheidsarbeider in de land- en tuinbouw het loon dat geldt voor de eerste categorie van reguliere arbeid voor alle productiesectoren van de land- en tuinbouw.
Om deze meerkost te compenseren, werd een tijdelijke fiscale maatregel in het leven geroepen.
Ontwerpwetgeving voorziet in een permanent karakter van deze maatregel.
Toepassingsgebied
Werkgevers binnen het paritair comité voor het tuinbouwbedrijf die zich hoofdzakelijk bezighouden met fruit- of groenteteelt komen voor de permanente vrijstelling doorstorting bedrijfsvoorheffing in aanmerking.
Onder ‘groenteteelt’ wordt begrepen ‘de teelt van groenten in open lucht of onder glas, met uitzondering van de teelt van paddenstoelen en truffels’.
Met het begrip ‘fruitteelt’ doelt men op de teelt van hard fruit, zacht fruit en steenvruchten met inbegrip van de druiventeelt.
Deze werkgevers moeten bezoldigingen betalen of toekennen voor de vanaf 1 januari 2024 geleverde prestaties als gelegenheidsarbeider in de fruit- of groenteteelt en moeten krachtens artikel 270, eerste lid, 1°, van het Wetboek van de inkomstenbelastingen 1992 schuldenaar zijn van de bedrijfsvoorheffing op die bezoldigingen.
Ze moeten bovendien de bedrijfsvoorheffing op de bezoldigingen volledig inhouden.
Omvang
Een gedeeltelijke vrijstelling doorstorting bedrijfsvoorheffing wordt toegekend ten belope van 1,23 EUR per uur vermenigvuldigd met het totaal aantal gepresteerde uren als gelegenheidsarbeider in de fruit- of groenteteelt en waarvoor voor het eerst bezoldigingen worden betaald of toegekend.
Let wel: bovenvermeld bedrag wordt jaarlijks aangepast aan de hand van een specifieke indexeringsformule.
Deze vrijstelling wordt toegepast op de bedrijfsvoorheffing die verschuldigd is op de bezoldigingen van alle gelegenheidsarbeiders in de fruit- of groenteteelt die door de betrokken werkgever worden tewerkgesteld, na toepassing van de volgende gedeeltelijke vrijstelling doorstorting bedrijfsvoorheffing:
- overuren,
- ploegenarbeid inclusief volcontinu/nachtarbeid/ploeg bij werken in onroerende staat,
- investeringen in steunzones,
- startende ondernemingen,
- opleidingen.
Let wel: de vrijstelling mag niet worden toegepast op de bedrijfsvoorheffing die aanvullend bovenop de reglementair minimaal verschuldigde bedrijfsvoorheffing wordt ingehouden.
Het normaal tarief bedraagt:
- 11,11% indien de gelegenheidsarbeider een Rijksinwoner is;
- 18,725% indien de gelegenheidsarbeider een niet-Rijksinwoner is.
Let wel: bovenvermelde is op heden nog niet gepubliceerd en bijgevolg nog aan wijzigingen onderhevig.
Bron:
- Ontwerp van programmawet van 18 december 2023 (DOC 55 3697/016).
Dit bericht delen: