PC 124 - Bouwbedrijf: Ontwerp van sectoraal akkoord 2019-2020
Op 18 juni 2019 werd tussen de sociale partners van het Paritair Comité voor het Bouwbedrijf een ontwerp van akkoord ondertekend waarin een aantal afspraken werden vastgelegd met betrekking tot de loon- en arbeidsvoorwaarden voor de periode 2019-2020.
Het akkoord heeft uitwerking vanaf 1 januari 2019 en houdt op van kracht te zijn op 31 december 2020, tenzij anders bepaald in de tekst.
Voor diverse onderdelen van het akkoord is het voorlopig nog wachten op een concrete uitwerking in de vorm van een collectieve arbeidsovereenkomst (cao) en publicatie in het Belgisch Staatblad.
Hieronder vindt u een overzicht van de belangrijkste bepalingen.
Loon- en arbeidsvoorwaarden
Verhoging van de minimumlonen en effectieve lonen
Met ingang van 1 juli 2019 worden de minimumlonen en effectieve lonen met 1,1% verhoogd. Dit geeft volgende verhoging:
Opgelet: bovenop deze cao-verhoging dient vanaf 1 juli 2019 nog de gebruikelijke indexverhoging toegepast.
Belastingvermindering voor overwerk
Met het oog op een gunstigere fiscale behandeling van de bezoldigingen voor overwerk zullen de sociale partners aan de bevoegde minister vragen om:
- de voorwaarde van aanwezigheidsregistratie voor een fiscaal gunstige behandeling van meerwerk boven de 130 overuren af te schaffen;
- het maximum aantal overuren waarvoor een fiscaal gunstige behandeling kan worden genoten op te trekken tot 220;
- specifiek voor ondernemingen die wegenwerken verrichten en vanuit de overheid opgelegd krijgen om in het weekend, op feestdagen of ’s nachts werken uit te voeren: het maximum aantal overuren waarvoor een fiscaal gunstige behandeling kan worden genoten op te trekken tot 280.
Arbeidstijd en welzijn
Aanpassing mobiliteitsregeling en woonwerk
Het akkoord voorziet in:
- een verhoging van de bestaande mobiliteitsvergoeding met 20%;
- de invoering van een specifiek bedrag voor de chauffeur die alleen rijdt, met name de vergoeding passagier verhoogd met 5%;
- de toekenning van een ‘mobiliteitsdag’, waarvoor het loon ten laste is van de werkgever, voor elke arbeider die op jaarbasis (kalenderjaar) minstens 43.000 km of meer aflegt.
Bijkomend stellen de sociale partners ook een verhoging van de fietsvergoeding tot 0,24 EUR per km voorop alsook een uitbreiding van de mobiliteitsvergoeding voor jongeren in het stelsel van duaal leren.
Optimalisatie opname inhaalrust
Bij overschrijding van de arbeidsduur in toepassing van KB 213 zullen inhaalrustdagen, in onderling overleg, voortaan toegekend kunnen worden binnen een tijdsbestek van 12 maanden in plaats van 6 maanden.
Moduleren arbeidstijdorganisatie
Na aanpassing van de regelgeving zal een overschrijding van de normale arbeidsduurgrenzen in toepassing van KB 213 kunnen gebeuren a rato van 1,5 uur per dag (in plaats van 1 uur per dag) met een maximum van 7,5 bijkomende uren op weekdagen.
Het maximum van 180 uren per kalenderjaar blijft evenwel behouden.
Uitbreiding tussenkomst outplacement
De bestaande sectorale tussenkomst inzake outplacement wordt uitgebreid naar outplacement dat dient aangeboden aan werknemers van wie de arbeidsovereenkomst omwille van medische overmacht wordt beëindigd.
Anciënniteitsdag
Voortaan wordt een eerste anciënniteitsdag toegekend vanaf 15 jaar anciënniteit in de onderneming en een tweede dag vanaf 25 jaar anciënniteit in de onderneming.
Eindeloopbaan
Stelsel van Werkloosheid met Bedrijfstoeslag (SWT)
Het akkoord verlengt de bestaande stelsels-SWT tot 30 juni 2021:
- voltijds SWT op 62 jaar (algemene regeling);
- voltijds SWT op 59 jaar mits attest ongeschiktheid Bouw;
- voltijds SWT op 59 jaar mits loopbaan van 40 jaar.
Landingsbanen
Het akkoord voorziet in een verlenging van de bestaande sectorale regeling inzake landingsbanen tot 31 december 2020, mits aanpassing van de leeftijd aan de cao van NAR, waarbij de voorwaarde van 55 jaar wordt behouden voor het stelsel van 1/5de loopbaanvermindering maar de leeftijd voor het halftijdse stelsel op 57 jaar wordt gebracht.
Bovendien wordt het ook in het halftijdse stelsel mogelijk om de loopbaanvermindering op andere wijze dan op weekbasis uit te werken.
Bestaanszekerheid
Het akkoord verlengt de bestaande aanvullende werkloosheidsvergoedingen en de bijzondere aanvullende vorstvergoeding tot 30 september 2021 en voorziet verder in een aanpassing van de forfaitaire bedragen aanvullende vergoeding SWT.
De bedragen voor invalide arbeiders zullen als volgt worden aangepast:
Arbeidsongeschiktheid |
Oud bedrag |
Nieuw bedrag |
Arbeidsongeval met minstens 66% invaliditeit: Eénmalige premie invalide Eénmalige premie kind |
690 EUR 550 EUR |
750 EUR 600 EUR |
Dodelijk arbeidsongeval: Eénmalige premie Aanvullende vergoeding per kind Jaarlijkse vergoeding wezen |
5.600 EUR 860 EUR 860 EUR |
6.000 EUR 920 EUR 920 EUR |
Sociaal voordeel |
0,62 EUR / dag Max. 135 EUR / jaar |
0,66 EUR / dag Max. 145 EUR / jaar |
Opleiding en onderwijs
Bouwonderwijs
De sociale partners stellen in het akkoord dat zij meer grip willen krijgen op het bouwonderwijs en bepaalde lacunes hierbij willen opvullen. In die zin wordt aan Constructiv gevraagd een business plan en kostenbatenanalyse uit te werken, met het oog op een herallocatie van de bestaande financiële middelen.
Tussenkomst opleidingskost
Het akkoord wil een stelsel ‘Meester Mentor’ invoeren, waarbij voor bedrijfsinterne opleidingen een sectorale tussenkomst wordt voorzien van 1.000 EUR voor iedere opleider die deze rol op zich neemt.
Het maximum aantal uren met sectorale tussenkomst bij interne opleidingen wordt opgetrokken naar 180 uren per arbeider per opleidingsjaar.
Inschaling na Individuele Beroepsopleiding (IBO)
Bij aanwerving van een arbeider in het kader van een IBO wordt na de opleiding minimum CAT IA toegekend, vanaf 6 maanden CAT II en tot slot 24 maanden na de aanwerving CAT IIA.
Herwaardering premies alternerende opleiding
De premies worden als volgt herzien:
- 200 EUR + 200 EUR na één jaar opleiding;
- 300 EUR + 200 EUR na twee jaar opleiding;
- 500 EUR + 200 EUR bij intrede in de sector via een Bouwingroeibaanovereenkomst (BIB);
- 500 EUR + 200 EUR na een positieve evaluatie van de BIB.
Dit bericht delen: